BROIÏÏS SECALIIUS L.
(3. submuticus Hagenbach.
Rogge Dravik met ongenaaide bloemen.
Bloeit: Junij—Julij ©,
Stelsel van Linnaeus : Cl. III. O. II. Triandria Digynia.
Natuurlijk Stelsel. Vasculares Monocotyledoneae. O. Gramineae.
Geslachtskenmerken. Zie Deel X , N°. 791.
Soortelijke kenmerken. Zie id. id.
Deze verscheidenheid is gekenmerkt door de zeer korte en soms geheel ontbrekende naaldjes der bloemen.
Verklaring dér afbeelding, a. bloempje; b. c. kelkkafjes; d. e. kroonkafjes; /". zaad.
Groeiplaats. In graanlanden. De soort groeit in Westelijk Azië en Midden Europa; ook in Noord-Afrika
en Noord-Amerika.
Nederland. De op de afbeelding voorgestelde exemplaren zijn door mij gevonden tusschen Gulpen en
Epen, in Limburg, in Julij 1883.