
PAXILLUS ATEOTOIEETOSUS BatscL
Zwart fluweelige Paxillus.
Hoogduitsch: Schwarzfilziger Paxillus.
Engelsch: Dark downy Paxillus.
Ju lij—Sept.
Stelsel van Linnaeus : Cl. XXTY O. Y. Cryptogamia Fungi.
Natuurlijk Stelsel : Cellulares Mycetes. O. Hymenomycetés. Trib. Agaricineae.
Geslachtskenmerken. Hymenophorum cum stipite contiguum decurrens. Lamellae membranaceaé,
scissiles, subramosae e t passim postice anastomosantes, ab hymenophoro discretae et facile secedentës,
sporis sordide albis vel ferrugineis. Fungi carnosi, p u tre sc en te s, pileo e margine involuto.
Kiem vliesdrager tegen den steel aan lig g en d , afloopend. Plaatjes vliesachtig, sp lijtb a a r, m in of meer
vertakt en hier en daar late r in elkaar vloeijend, van den kiem vliesdrager onderscheiden en gemakkelijk
loslatend. Sporen vuilwit of roestkleurig. Yleezige verrottende zwammen, wier hoed aan den rand
is omgerold. Zie ook Deel X , No. 7 5 4 , waar de andere so o rt, P . involutus onder den naam Agarious
involutus is afgebeeld.
Soortelijke kenmerken : Pileo carnoso compacto excentrici gibbo, dein plano-infundibuliformi rivu-
loso-granuloso ferrugineo, margine tenui inv o lu to , carne a lb a ; stipite solido valido adscendente radi-
c a to , tomento denso umbriuo-nigrescente v e lu tin o ; lamellis adnatis confertis basi ramosis, lutescentibus.
Hoed v leezig, gedrongen, uitmiddelpuntig g e ste e ld , b u ltig , late r vlak-trechtervormig, droog , kor-
relig-groevig, roestkleurig, met dunnen omgerolden rand en wit vleesch ; steel v o l, zw a a r, oprijzend,
w o rtelen d ; met een dicht bruinzwart v ilt fluweelachtig b e k le ed ; plaatjes aan g eh ech t, digt o p e e n , van
onder v e rta k t, geelachtig. Agaricus atrotomentosus Bätsch. A. Jacobinus Scop.
Groeiplaats. In naaldbosschen, op den grond en op boomstammen, doch gewoonlijk alleenstaand.
. Nederland. O verveen, Bloemendaal, de S te e g , Breda.
Dé afgebeelde exemplaren zijn door mij gevonden onder Bloemendaal.