
TRIE.NTALIS EUROPAEA L. I5I2.
T f t lESTAL LS EUROPAEA L.
Zevenster.
Hoogduitsch : Europâischer Siebenstern.
Engelsch : Oval-leaved Wintergreen.
Bloeit: Mei—Junij. 4
S t e l s e l v a n L in n a e u s : Cl. VIL O. I. Heptandria Monogynia.
N a t u u r l i jk S t e l s e l : Vasculares Dicotyledoneae. O . Primulaceae.
G e s l a c h t s k e n m e r k e n : Calyx profunde 5—9 partitus. Corolla rotata 4—9 partita. Staminae 5—9 ;
antherae defloratae revolutae. Capsula 5—9 v alvis, valvis denique revolutie.
Kelk diep 5—9 deelig. Bloemkroon rad vormig 4—9 deelig ; meeldraden 5—9 ; helmkuoppen na
den bloei teruggerold. Zaaddoos 5—9 kleppig ; kleppen late r naar buiten omgekruld.
S o o r t e l i jk e k e n m e r k e n : Foliis verticillato-congestis ovali-lanceolatis in teg e rrim is, pedunculis
longis unifloris.
Bladen kransachtig opeengehoopt, eirond-lancetvormig, gaaf ; bloemstelen l a n g , eenbloemig.
De wortelstok is dun en kruipend ; de stengel is van onder kaal. De bloemen zijn wit of roodachtig.
De zaden zijn zw a rt, gestippeld en door een w it nethuidje omgeven, waardoor ze zilvergrijs
schijnen.
V e r k l a r in g d e r a f b e e l d in g : a Bloem met den k e lk , b meeldraad, c stamper.
G r o e ip l a a t s . In wouden, vooral in naaldbosschen. Geheel Arctisch Europa en Azië, Kamschatka,
de A le u te n , in Noord-Amerika en I js l a n d , Skandinavië, R u slan d , Duitschland, B e lg ië , Engeland
en Schotland. Ontbreekt in S p an je , Italië en geheel Zuid-Europa. Zij behoort dus tot de noordelijke
circumpolaire planten.
N e d e r l a n d . Zeldzaam. In het Staphorstsche bosch bij Meppel ; in een bosch bij ter Apel in W est-
woldingerland ; Beekhuizen bij Velp. (Prodr. Flor. Bat.)
H e t afgebeelde exemplaar is gevonden b ij Beekhuizen, door Mej. B e r t h a O g t e r o p te Middelburg.