
E U P H O R B I A E S U L A L. ß lanceolata Godr.
Lancetbladige Wolfsmelk.
Hoogduitsch: Eselswolfsmilch mit lancettf. Blätter.
Engelsch: Lanceolate leafy branched Spurge.
Bloeit: Junij—-July 4*
Stelsel van Linnaeus : Cl. XXL O. I. Monoecia Monandria.
Natuurlijk Stelsel: Vasculares Dicotyledoneae. O. Euphorbiaceae.
Geslachtskenmerken: Zie Deel IX , N°. 702.
Soortelijke kenmerken: Zie Deel IX , N°. 703. — Onze verscheidenheid is gekenmerkt door de meer
verwijderd staande, groptere, lancetvormige en spits toeloopende bladen. Zij is dezelfde die in de Flora belg.
sept. p. 374 en in den Prodr. Flor. Bat. I. p. 240 voorkomt als E. Cyparissias P Esuloides. Volgens van
Hall zou zij een tusschenvorm zijn van E. Cyparissias en E. Esula. Door de kort gepunte oinwindselblaadjes
nadert zij echter meer to t laatstgenoemde. Door hare slanke losse houding en meer uiteenstaande, grootere
en teerdere bladen wijkt zij van beiden af. De vormen beschreven als E. Esula | Cyparissoïdes Boissier in
D. C. Prodr., E. lucida auct. Gall. en E. salicetorum Jord. (Godr. Fl. de France I I I , 88) zijn zeker naauw
aan den onzen verwant. De vorm door Reichenbach afgebeeld onder E. Esula, Ic. eur. 4791, komt geheel
met onze plant overeen.
Verklaring der afbeelding: a. Bloemsteel; b. e. bloemen.
Groeiplaats. Volgens van Hall op verschillende plaatsen langs den IJssel bij Rheede. Volgens den Prodr.
Flor. Bat. ook bij ’s Hertogenbosch en Bloemendaal.
Het op onze afbeelding voorgestelde exemplaar is afkomstig van een plekje in de Schapenduinen bij
Bloemendaal, w a a r, zoolang mij heugt, een groepje dezer plant voorkomt. De aanwezigheid d a a r, evenals
die van E. Esula bij Uitgeest en E. Cyparissias bij Vogelenzang, is mij een bewijs voor de meer en meer
waarschijnlijke veronderstelling van een voormaligen, sedert vele eeuwen verzanden Rijn-arm, die door Noord-
holland geloopen heeft.