
A&AMCÏÏS BOMBTCINÏÏS Schaeff,
Wollige Plaatzwam.
Hoogduitsch: ‘Wolliger BlättersQhwamm,
Engelsch: Wooly Agaric,
Zomer en Herfst.
Stelsel van Linnaeus ; Cl. XXIV. Seet. V. Cryptogamia Fungi.
Natuurlijk Stelsel : Cellulares. Mycetes. O. Hymenomycetes. Trib. Agaricineae.
Geslachtskenmerken : Zie Deel X, N°. 725, Ondergeslacht Vqlvaria.
Soortelijke kenmerken: Candidus, pileo carnoso molli e campanulato expanso subumbonato sericeo-
fibrilloso , unicolore, stipite solido attenuato glabro, vol va amplissima, lamellis liberis carneis,
Witachtig; hoed vleezig zacht, eerst klok vormig, daarna uitgespreid, in ’t midden iets bultig, met
zijdeachtige vezelstof bekleed, eenkleurig; steel vol, naar boven smaller, kaal; omhulsel zeer wijd; plaatjes
vleeschkleurig, vrij.
Deze zwam is eerst besloten in een wijd omhulsel, dat openberst en waarvan het onderste gedeelte ge-
^voonlijk aan den steel blijft zitten. — Syn. A. incamatus Batsch.
Groeiplaats. In bosschen , aan halfvergane boomstammen. Europa, Siberië, Noord- en Zuid-Amerika,
Zuid-Afrika. In Duitschland hier en d aar, in Engeland zeldzaam. Niet voor België vermeld.
Nederland. Deze soort is door mij gevonden in de jaren 4888 en 4889, op den stam van den bekenden
dikken Popel in de Koekamp bij Haarlem, den diksten en hoogsten boom in den Haarlemmerhout. De stam
is aan de eene zijde, ter plaatse waar voor jaren een zware tak is afgescheurd, eenigszins vergaan, po, op
dit gedeelte kwamen de zwammen herhaaldelijk te voorschijn. De afbeelding is genomen naar exemplaren,
die zich in Julij 4889 ontwikkelden.
Tot dusver was deze soort in Nederland nog niet gevonden.
■ a f t iM h ; S w r f T O iÄ .