verschillende soorten van dit goslacht gevonden w o rd t, in welk opzicht do hie r afgcbooldo z eker n ie t hot minsto
bedeeld is. Toeh behooren ze to t die p la n to n , wc lkc , ofschoon ze niot zeldzaam te noemen z ijn, toch over hot
algemeen tot de collecties de r vcrzanielaars b ep e rk t blijven; eon verscliijnsol d a t men moor wa a rn e c in t, doch waar-
van de oorzaak moeilijk zon te bepalen zijn.
Ofschoon men ze over het algemeen to te c r a cht voor ons klima a t — hotwclk met enkele soorteu indcrdaad-
h c t geval is — we erstaan do ine e ston, ook do hie r afgebeelde, mits onder goedc bedekking on in eon niot to
n a tte n , killen g ro u d , onze winters zeer goed.
Voor vordere bijzonderlieden, dc cultuur betreffende, verwijzon wij na a r plant 100, d a a r do bohandeling van
beide soorten overeenkomt.
Dc Aistroemeria''s in den handel algemeen als A . chilensis bekend (een naam die ccn z eker burgorrocht v e rk re e g ,
maar die eigeulijk niets be te ek en t d a a r verschillende soorten u it Chili afkomstig zijn) behooren zonder twijfol tot
meerdere soorten. w a a ru it door hybridisatie dit bij uitnemendheid fraaie ra s ontstond, zoodat niot met zekerheid
te bepalen is , met welke wezenlijke soort men eigenlijk te doen heeft.
De vermenigvuldiging der Alstroemeria chilensis geschiedt h e t gemakkelijkst eu z ekcrst door zaden dio in
zaadpannen onder koud glas gezaaid worden, waarna de jo n g e planten in dc volgende len te op ecn r a b a t worden
u itg ep lan t, en ze dan reeds in hetzelfde ja a r k unnen bloeien.
Ook voor potk u ltu u r zijn de Alstroemeria’s g e sch ik t, ofschoon in dit geval de ontwikkcling natu u rlijk n ie t zoo
kra ch tig en de bloei n ie t zoo rijk is als in den open grond.
PLAAT GV.
Hyacinthen: Lord Wellington en La Grandesse.
De dubbele zacht rozeroode H y a c inth L o rd Wellington — raen heeft ook eene enkelbloemige rozeroode en eene
dubbele blauwe H y a c in th vnn denzelfden naam — is bepaald als eene hoofdsoort te besehouwen. Do enkele witte L a
Grandesse zal d it zonder eenigen twijfel spoedig worden. D it beduidt d a t beide zulke uitncraonde bloemen z ijn,
da t van de aankweeking veel werk gema akt wordt. L a Grandesse is e chte r van den la te ren tijd en behoort dus
op dit oogenblik nog to t de vrij kostba re soorten. Ze heeft e chte r een ste rk gestel on la a t zieh uitstokond vcr-
menigvuldigen — wa t van alle nieuwe H y a c inthen volstrokt n ie t gezegd kan worden — zoodat zo dan ook over
eenigen tijd h a re plaats onder de hoofdsoorten zal innemcn.
H e t is in den waren zin des woords eene p ra eh tb lo cm , waarvan dc konncrs onmiddciyic bij ha re verschijning
groote verwachting hadden. H a a r bol is zeor groot on schoon gevormd. Doze uitstekondo vcrschoidonhoid word
u it zaad gewonnen door wijlen den He c r Vinc ent van der V in n e , a an wien men vole van do schoonsto Jfyacinthon
te danken heeft.
Dc veel lan g e r bekende en gekweekte L o rd Wellington bohocft onze aanbeveling niot moer. Dozo va rie te it
is allerwege bekend en s ta a t hoog bij do lieflicbbers anngoschrcvcn. JTaar bol is not on good, in sommige ja ron
zelfs vrij groot en schoon.
Laatstgenoemde Hya c inth werd gewonnen door don lio c r Voorhclm Schnoovoogt.
PIAAT GTI.
Lilium monadelphum, jiki.
(Lilium colchicum, i-iort. Lilium Szovitzianum , 'M uch, e t L a l l e m ^
Is do. juistc naam van dozo Lolie monadelphum of S z o v itz iam m , colchicum of Loddigesiazium? Of is h e t verschil
van al dozo zoogcnaamdo soorton zoo goed als niets en heoft men hie r te doen ra e t eene re eks van namen
voor 66n cn dozolfdo so o rt, waarvan de verschillende vormen bij de vermenigvuldiging — da a r dit meest u it zaad
goschiodt — u ie t etandvaatig genoeg zijn om he t dragen van verschillende namen te re c litva a rdigen? Wij zullen
over dezo quaestio niet verder uitwoidon, maar wonschen bepaaldelijk te doen u itk om en , d a t we in elk geval te
doeu hebben met eene dor fraaiste Le lie so o rten , die to t nu toe bekeud zijn. Ze is oorspronkelijk u it de Caucasus.
H a re cultuur lev e rt geenc onovcrkoraelijke moeiolijkheid o p , al k an ze ook ju is t niet to t de ste rk ste soorten gerckend
worden.
H e t komt wel eens voor da t van eene partij bollen in h e t e e rste ja a r n a h e t v e rplanten sleehts eon gedeelte
opkoint en eon ande r gedeelte geene spruiten of stengels m a a k t, m a a r — zooals de kweekers d it noemen —
blijft slapen. Een volgend seizoen komt d it e chte r in den reg e l weer te re ch t. Veel v e rplanten is dus ook voor
deze Lelie n ie t wenschelijk. D a a r ze veeltijds u it zaad voortgekweekt w o rd t, tre ft men verschil a a n in de bloemen,
namelijk van zeer lichtgeel tot donker g e e l, terwijl eenige met donke rbruin of zwa rt gestippeld z ijn , andere
weder zonder stippels. Ook zijn de bloemen van deze soort — die reeds in Ju n i bloeit — zeer welriekend. L n a t
ons besluiten met h e t oordeel a an te haleu van h e t bekende Engelsche tijdschrift „The G a rd en ” over deze nog te
weinig bekende L e lie : „Amongst early flowering Lilies i t is a p rin c e , fair in form and noble in b e a rin g ” .
PLAAT CTIL
Enkele vroege tulpen: Grand Due de Russie, (F a b io la— Jagt van Rotterdam).
Rose g r is de lin, Grootmeester van Malta en Roi Pépin.
Zijn dc éénkleurigo verscheidenheden der vroege tu lp en tegenwoordig wel de meest geliefde, toch mogcn do
zoogenaamd boute nie t vergüten worden, niot alléén om don wille dor vcrsehoidenheid, maar ook omdat de meosto
van deze — waarvan wij hier ccn d rie ta l afbcelden — mot he t volste re ch t tot de schoonste Tulpen ge rekend kunnen
worden cn volkomen de voorlicfdo re c litv a a rd ig en , wa anuedo oudtijds ju is t do bontc tu lp en gekwe ekt werden. De
hie r afgebeelde behooren allon to t do afdeoliug de r enkelbloemige vroege tulpen.
Do Grand Duc de Russie is ook bekend oiidor de n amen: Fabiola cn J a g t van Rotterdam. Dc Roi P rpin \c r -
mcnigvuldigt zieh u ite rs t lau g z a am , vaudaar de v nj hooge prijs van dozo fraaie tnlp.
Rose gris de lin groeit zoor la ag on la a t zieh u itsto k o n d , evenals do an d e re n , vervroegen.
PLAAT CVÎII.
Muscari botryoides mm et var. flore albo.
Ecn o u d , zccr algeme en, door volon goliofd, ook door volcn, cn dit zoor ton o nre chto, miskond on voroii-
achtzamml plnntjo, vindt mon op dczo pla a t afgobcoUl. H o t beboort niot alleen eene vaste pla a ts to hebben in de