In de werken over plantkunde zal inen deze bolgewassen vermeld vinden, als Cyclame» hedercefoUimi, k \ l
(Syn. Cyclamen an tum n a le , Roos) en de witte variëteil als C. hederoefolium ¡lore albo. De echte C. europoMm,
Linn. wordt bij de Ilollandsehe kweekers gevonden onder den naam van pyrendicxmi odoralum. De iVaaie soort,
die te Haarlem gekweekt w o rd l, abusievelijk onder den naam van C. Jiederccfolmm, en waarvan ook eene witbioemige
verscheidenheid beslaal, bloeit in bei voorjaar. Ze is ook onder dicnzelldon naam in liel ,,Bolanica! Magazine”
pl. 100-1. afgebeeld en beschreven. Professor Oiulemans ecliter lieefl, zie Neèrland’s p ln n lcn tn in , deel 1. pl. 3 , in
deze Cyclamen herkend de C. vernum van de l'Obel. welke naam ha a r tlians behoorl te worden gegeven. Op
deze soorl komen wij later te rug, als ook die in plaat gebracht is.
De hier afgebeelde soort en ha re witte verscheidenheid bloeit in het najaar. Ze behoort lliuis in hel
zuidelijke gedeelte van Europa en is, onder lieble bedekking, tegen onze winlerkoude besland.
Mag de Cyclamen hederoefolium ook al niet vergeleken kunnen worden mel andere soorten van dil fraaie
geslacht, toch verdient ze in grooten getale gekweekt te w orden, zooals lo t n u het geval is, daar hel een de r weinige
soorlen is, die voor den vollen grond geschikl zijn.
PL. LXXIL
Gladiolus Colvillii, sweet. Gladiolus Colvillii flore albo.
Volgens Engelscbe auteurs is deze Gladiolus geene oorspronkelijke soort — wa l altijd gedacht werd —
ma a r eene omstreeks 182-4 in Engeland gewonnen variëteit of hybride; het laatsle is liel waarschijnlijkste. De
Gladiolus Colvillii behoorl tot die soorten welke het gemakkelijksL cn geregeldsl bloeien en die bovendien h c l minst
eischend zijn. De paarsroode en vooral de prächtige witte vorm verdienen meer algemeen hij dc liefiiebhers
bekend le z ijn . . . . waardeering zal dan vanzelve volgen.
Ze behooren in hel najaar geplant te worden; terwijl voor goede bedekking gedurende den winler moet
gezorgd worden.
PL, LXXIIL
Vroege Tulp Gele prins met bontlof.
Indcrtijd vond liel géén onvcrdeelden bijval, dat hcl Album Ya.v Eeden mel cenc lionlliladigc Tulp geopend
werd- Deze Tulpen ~ zoo mecnde men — zouden nooil in den smaak vallon of populair worden. Thans heginl
men ze raeer le waardeeren. 'iZ o u ook inderdaad onvcrklaarhaar zijn, zoo- dil niet lict geval was. Vóór en
na den liloeilijd zijn de honlWadige luipen iraaier dan de gewone grocnWadige. Yooi'al koml dil u it, wanneer ecn
geheel bed of perk e r mede beplant is, te meer daar de idocraen niels minder sclioon zijn dan van de gewone
soorten. Door deze plaal wenschen wij e r op nieuw de aaiidaclil op le vesligen. VVij hcrlialon hier dal voor bei
meerendeel de r zoogenaamd honlbladige verscheidenheden dc uitdrukking bonllof niel juisl is, da a r de bladen
meestal slechis gerand zijn. Dc Gele p r in s mel bonllof bckleedl ongelwijfcld de ecrcplaals in deze groep, waarloe
o . a . nog liölioorcn de enkelbloemige so o rlen : Bolle alliance. Feu de l'E m p ir e , Gele poUebakkcr, Gouden
standaard, H e ld , Lac van R h i jn , Purperkroon, Zilveren standaard cn de gevuldbloemige Tulpen Duc van Toll,
Gele roos en R e x rubrorum.
T S pre ekl van zelf dal hij elkcn naam steeds gevoegd moel woi'dcn: mel honlblad of bonllof, da a r cr anders
sprake is van de gewone groenbladige verscheidenheid van dien naam, Yan eenige der genoemde soorlen ~ ook
von de hier afgebeelde — bestaan nog sleehts kleine p a rtijen bij de kweekers, en zal e r dus — voordat ze in
h et grool te verkrijgen zijn — nog geruime lijd verloopen, Iedereen die dc hier afgelieelde soorl gezien heeft,
lielzij in polten gekweekt of op hel void, is ovcrUiigd ilat do vroege lulp Gele p r in s mel bonllof eene groole
loekomsl heeft.
PL. LXXIT.
Sprekelia formosissima, iia-b. (Am a ryllis formosissima, unn)
De goudlclie bezit eene zekere classieke verraaardheid. Ile i feil alleen d a t dil bolgewas — ofschoon reeds
tegen hel einde der zesliendc eeuw u it Zuid- Amerika n a a r Europa overgebracht — voor de liefiiebhers nog niels
van hare waarde heeft verloren, spreelil zeer voor hare eigenaardige schoonhcid. De S fr e k d 'm fonnosissima hioeil
bladerloos, daar de bladeren zieh pas beginnen te onlwikkelen, als de bloemen verwelkt zijn, Ecn vegetalie
k a rakter, dat aan meer periodiek alstervende planlen eigen is, en c r in den rcgel nicl toe bijdraagt om de scboon