de Middellaudsche zee gelegen landen thuis; ook worden ze aangetroffen in het Noordelijke gedeelte van Afrika.
Ze behooren tot de tijdeljik rastende knolgewassen, zijn stengelloos, terwijl nit den knol eeu a an ta l bladeren
(bji de verscbillende soorten in vorm en kleur eeuigszins verschilleud) en bloemen, elk op zieh zelf s ta a iu l, te
voorsehijii komen. De bloemen zijn lang g c ste e id , de bloemkroon, die schijnbaar uit vijf blaadjes b e s ta a t, is
vei'gvoeidbladig, d. w. z. dat die bloemblaadjes met luui voet samenhangeu. Voor zoo ver ze vrij z iju , zijn ze na a r
boven omge slagen, welk k a rak te r zeker wel het fraaiste sieraad dezer bloemeu is.
De bloemen verscbillen bij de oudersebeidene soorten iu g rootte , welk verschil echter niet aanzienlijk is.
De C .A tk iiis ii, waarvan o)> onze pla a t ook twee variëteiten zijn afgebeeld, is in Engeland gewonnen, n a a r mon
wil door kruisiug vau C. coum eu C. persieum. Sommigen willen ze echter als een vorm vau het Varkensbrood
vau het eiland Cos besehouwen, eu zeker is het d a t ze met deze zoo veel vcrwautschap toont, da t de piirpcr-
roode verscheidenheid — de hier afgebeelde purpureum, ook wel rubrum genoemd — alleen door sterkeren groei
van de Coum te onderseheiden is. Hoe dit zij, ze wordt steeds onder den eigen uaain C. A tk in sii, een eukele
raaal ook als C. ibericum vermeld cn mag vrijelijk gerekend worden tot de fraaiste van dit geslacht te behooren.
Ze bloeien uiterst mild eu langdurig op het einde van den winter en iu het vroege voorjaar en ziju dau ook zeer
a an te bevelen voor versieriug vau orangerieii, koude en geniatigde k a ssen , k am e rs , enz. Gednrende den groeitijd
ziju deze plantjes het meest op lum pla a ts in e en k o iu len , vorstvrijen b ak , dicht ouder het glas. De Cyclamen Atkiusii
beloont in rnime mate do weiuige zo rg , die a an ha a r besteed moet worden.
PL. XXXIII.
Anemone coronaria. Lira, flore pleno.
Worden de enkele Anemonen met recht onder de scboonste bolgewassen genoemd, de gevuldbloemige of
diibbcle zijn niet minder prächtig. Het fijne groen, de g ro o te , .scboongevormde bloemen, de prä chtige , scbittcrende
k lenren, alles w e rk t mede om een scboon geheel te vormen. Vooral iu de laatste ja re n zijn de dubbele
Anemonen aanmerkelijk verbeterd en werden vele nienwe versclieldcnbcdon in den handel gebracht. Men treft d a a r-
onder de meest verscbillende klenren aan. Van liet scliitterendstc scbarlaken tot bet zacbtstc rose, van het donkcrslc
blauw en purper to t het scboonste lila , en boewel zniver w itte , voor zoover wij wc ten, nog niet voorkomeii, treft
men toch cenige bebte verscboidenheden a a n , die slecbts zoo weinig met rose g e tint z j n , d a t zc hctzolfde effect
a ls Witte makeu. Andere varieteiten weêr geven bloemen, die fraai met andere klenren z ji. gestreept of govlckt.
Ook de bloeitijd der dubbele Anemonen k a n , evenals die der enkclbloeraige, vorlengd worden door op verschillenden
t j d te p lan ten , waardoor men opéénvolgeuden bloei v e rk rjg t.
Fritillaria imperialis. ¿ m» var. maxima.
Hot geslacht F r itilla r ia , d a t uit meer dau dertig soorten b e s ta a t, is den liefhebbers vau fraai bloeiende bolgcwassen
vvèl bekend; de F ritilla ria imperialis, algemeeu de Keizerskroou genoemd, is een van de oudst geliefde
tuiiip la iiten , die reeds in ’t laatst der 16e e e uw , uit Verzië iu de tuinen werd ingevoerd. Linnaeus noemde dit
geslacht alzoo om de overeenkomst der bloemkroiien vau verscheideiie soorten met het bekertje (fritillus) waariu
de dobbelstcencu gcschiid w e rd en , en wèl mocbt hij deze soort de Kcizerhjke n oem en, want edeler houdiiig kau
iiieu zicb bij een bloeiende plan t wel uiet denken.
Dit is bet gevolg liieiwan d a t de stengel zieh uog boven de bloeiwijze v e rbc ft, terwijl ha a r groei toch weldra
afgcsloteu wordt. Nada t de blocmkuoppen zieh gevormd hebben, ontwikkeleu zieh op den top de r steugels
uog eeuige dicht opeeugedrongen b lad e ren , die eeu groene kroou boven de gekleurde bloemeu vormen.
Dit vevschijusel doet zieh wel is wa a r meer voor — hoewel toch betrekkelijk weinig — , maar zeldzaam slrekt
het de r plant zoo zeer tot sieraad als hier. Iletzelfde tennaastenbij is bij de Anana s het g e v a l, met dit ouderscheid
evenwel d a t dmir die kroon zieh pas goed begint te outwikkeleu als de vrucht reeds gevormd is eu dau la te r deze
tot sieraad s t r e k t , terwijl die vau de Keizerskroou u a den bloei weldra begint te verwelken.
De bloemeu vormen eeu krans uabij den top des steugels en ge lijk en , d a a r zc met de opening n a a r beneden
h angen, op omgekeerde tulpeu. In de uabijbeid der bloemeu, onder d eze, is de steugel blade rloos, terwijl die
lager dicht met frisch groene bladeren bezet is.
De bloem be sta a t uit zes bloembladeren, keunelijk in twee krausen ge ran g seh ik t, die met elkaude r een klok-
vorniig bloemdek vormen. Ze ziju a an de binuenzijde a an hun voet van een g ro o te , doukere honig bevattende holte
voovzieu; de meeldraden ten g etale vau z es, ziju langer dau de bloemblade reu; ze hangen da a r dus uit en omvat-
ten den stiji.
Een zeer opmerkelijk verschijusel levereu la te r de groote , met zes vleugels bezette vruchteii op. Terwijl toch
de bloemstclon tijdeus den bloei slap cu buigzaam zijn, zoodat de bloem h a n g t, wiuuen die u ad a t de bloem ve rwelkt
is , in stevighcid eu richten zo zieh tegelijkertijd meer on meer op , zoodat ze la te r , in pla a ts van na a r
bencdcu, u a a r boven g e richt, en stevig genoeg zijn om de dau vrij zware dooswuchten te dragen.
E r worden onderscbeideue varieteiten van deze fraaie plant g e kw e e k t, deels verscliillend door de gro o tte , deels
ook door de kleur der bloemen, terwijl e r ook bontbladerige verscheidenheden bij zijn. Met gerustheid kan men
z eg g en , d a t , nicttegeiistaande de geur dezer planten onaangenaam i s , ze alle zeer fraai en aaubevelenswaardig
z ijn, al is de één d a t in meerdere mate dan de andere.
De Keizcrskronen behooren, voor zoover ze uiet vast kunneii blÿvcii s ta a n , zeer vroeg weder geplant tc w o rd en , da a r
deze bollen een kortcu rusttijd bebbeu. Ecn kleine bedekking is voldocude om zegocd te laien overwiiiteren iu den vollen groud.