alle aanbeveling verdient; d a t ze alle drie tot die bloeiende gewassen behooren, die eeu wa a r sieraad vau de tuineu
zijn. Hier komt nog bij d a t z e , ouder een lichte bladbcdekking, in den open groud onze winters goed doo rsta an ,
zieh sterk vermeuigvuldigeu e u , Juist door die drie goed verscbillende klonreu, eene geweuschte verscheidenheid
opleveren. Om de zuiverheid der bloemeu verdient zeker de Honorine Jobert de meeste a anbeveling, ook groeit
deze aanzienlijk hooger en veel sterker dan de gewone. Het is voor sommigen missehien niet overbodig hierbii o[)
te merken, d a t de Anemone Japonica en bare verscbeidenheden geeue klauwcu of bollen vormen, zooals de bekende
Anemone coronaria en a n d e re , maar la n g e , eeuigszins boutachtige wortels.
PL, XXVI.
Late Bizarre Tulpen.
De verscheidenheden der Bizarre Tirlpen zijn zeer talrijU, en lioewel het. niet te ontkeiineii valt d.it er
vele onder .aangetroffen worden die ouderling te weinig verschil opleveren, zoo zijn ze toch van groote waarde om
geplant te worden in vereenigiug met de overige afdeelingen der late tu lp en , u. 1. met de Bijbloemen of Violetten,
Rose- en Benkleiirigen. Op deze wijze vormt raen schoone p e rk en , zoodat het te weusehen is , da t de late tnlpen
m 't algemeen voortdurend in voldoend a an ta l gekweekt worden. E r wordt echte r, sedert langen tijd en to re ch t, veel
meer werk gema akt van de vroege enkele en dubbele tnlpen. In elk geval is het zeker dat men bijua in ’t geheel
niet meer die rijke en met zooveei zorg gosorteerde verzamelingen a an tre ft, waarin eertijds zoovele bloemiston en
liefhebbers hun roem stelden en waarvoor zij zieh veel inspanuing eu ontberingen getroost hebben
PL. XXVll.
Lilium tigrinum, oa,oi, flore pleno,
Is de oorspronkelijke soort (L. tigrinum, Gawl) waard da t ze onder de fraaiste Lelies gerangsehikt w ordt,
in veel hooger mate is dit nog het geval met de meer zeldzame verscheidenheid met genoegzaam gevnlde bloemen.
Dezelfde groeiwijze, dezelfde rijke bloei, maar de meeldraden gingen alíe in bloembladeren over vau versehillende
b re ed te , terwijl het a an ta l van deze, zooals dit meer gebeurt, nog toenam. Dubbele Lelies ziju en blijven betrek-
kelijk zeldzaam, waarbij wij minder bet a an ta l individúen als het a antal soorten bedoelen, ’tw c ik dubbelbloemigc
verscheidenheden oplevert. Geen wonder d a t de L. tigriniiin flore pleno dan ook seusatie maakte bij ha a r verschijnen
in Europa. Omstreeks de ja ren 1868— 1870 seliijnt ze op vele plaatscn te ziju ingevoerd, werd in verscbillende
tijdschriften besproken en in den handel gebracht onder de namen: tigrinum var. Laudrath Leysiicr, tigrinum Eortmicï
flore pleno en tigrinum flore pleno. De laatste naam schijnt nu algemeen te worden aangcnomcn en verdient dan
ook ongetwijfeld de voorkeur.
De kweeking dezer Lelie is geheel gelijk aan die der moedersoort¿ ze ¡s even g em akke lijk, even cen-
vondig. De dubbele Tijgerlelie behoort dan ook tot die va rië te iten, die raet het volste vertrouweii den liefhebbers
kunnen aanbevoien worden en die elke verzameling, ’tz ij van bolgewassen in ’t algemeen of van Lelies i n 't bijzoiider
of eindelijk van gemeiigde vaste p lan ten , tot eeu der fraaiste sieradcn zal strekkeii. Men viudt een boogst belangrijk
a rtikel over de L. tigrinum II. pleuo en iu 't algemeeu over do Tijgerlelie eu hare versebeidcnbeden, in de tweede afle-
vei'ing der „Tninbonw-illnstratie’’ , uitgegeven in de Tniiibouw-inricbtingdcr Heeren E. H. KRR(..\nR & Zoon te Haarlem.
VL . X X V I I I .
Gevuldbloemige Tulp Gele Roos.
Voor liefhebbers van Tulpen — die zicb natuurlijk zoo lang mogelijk bet genot dezer schoone, zoo
oneindig gevarieerde bloemeu willen v e rsch a ffen ,— is de hier afgebeelde vau veel belang. Zij beboort namelijk
tot die verscheidenheden, welke eerst in bloem komen op een tijd als verreweg bet grootste deel der T u lp eu , ook
(1er gevuldbloemige, rceds uitgebloeid is. Niet alleen da t de bloemen g root, goed gevuld en geheel van een schoone
gele k leur zijn, wa t zeer weinig voorkomt ouder de dubbele, maar ze ziju claarenboven buitengewoon welriekend.
Geen tweede Tulpen-verscheideuheid beeft zulk een Sterken, doch tevens overbeerlijken geur. De Gele roos Tulp is
niet geschikt om vervroegd te worden.
PL. XXiX.
Lilium candidum. lÄn.
Sinds onheugelijke tijden wordt de witte Lelie gekweekt om de schoonhcid en den heerlijken geur der
bloemen; zij is dan ook iu Jimi eeu wa a r sieraad der tuiuen. Ongetwijfeld zijn er in de la a tste ja ren prä chtige ,
nieuwe Leliëu ingevoerd, die terecht veler bewondering opwekkeu, maar deze oude bekende zal toch altijd ecn
eereplaats blijven iunemen ouder de vele soorteu vau dit rijke geslacht. De L. candidum is dan ook zoo g ü n s tig en
algemeeu b ekend, d a t wij het onuoodig achten meer tot h a a r lof te zeggen.
Eene eigenaardigheid vau deze Lelie en ha re variëteiten is , d a t de bollen e igenlijk geen rusttijd hebben,
a lthaus deze is zeer kort. Nauwelijks ziju de steugels verdord, of nieuwe bladen komeu weêr uit den bol te voor-
schijn. Het is dan ook bepaald aan te rad eu , zoo deze soort verplant moet worden — da t vooral niet elk ja a r behoort
tc geschieden — dit in de eerste helft vau Augustus te doeu. De bol weêrstaat de strengste winters met geringe
bedekking en hare kweeking vereischt niet de miuste zorg. De stengels groeieu 1 à V i meter hoog; in Juni zijn
de prächtige, witte bloemen geheel outwikkold. He t ge ta l der kelken verschilt natuurlijk n a a r gelang v a u d e s te rk te
dev bollen. De afgesuedeu bloemen der witte Lelie blijven lang goed; groote kuoppen outwikkelen zelfs geheel in
het water. Vau de Lilium candidum bestaau de volgende verscheidenheden: foliis au reo-variegatis, foliis argentco-
variegati.s, flore pleno, floro pleno foliis va rieg a tis, speciosum, eu eindelijk maculatum of striatum. De
bontbladerige ziju van weinig be lang, d a a r de eerstgeuoemde zeer onstandvastig is eu meestal meer groene dan
honte bladeren voortbrengt en de tweede eu vierde der genoemde verscbeidenheden wel schoone, geel gerande
bladeren hebben, maar in den regel zwak zijn. Ook komen be ide , die beter zouden beschreveu ziju met foliis aureo-
marginatis, zeer weinig voor. De gevuldbloemige (L. candidum flore pleno) is meer vreemd dan scboon, da a r de
bloemen nooit geheel ontwikkclen. De bol onderscbeidt zieh iu nicts vau die der eukelbloemige.