i
P L . X L IX ,
Enkele vroege Tulpen Van der Neer en Wouwerman.
De donker violeUe kleur vnn de vroege lulp Wome e rman. de rijke linl der Van der Neer zijn van groote
woarde in eene verzameling enkele vroege tulpen, Niet alleen zijn deze klouren inderdaad pracluig le noeiiieii, maar
ze docn ook de overige lieler uiikomen, Men denke zicli naast deze donkere ünlen het geel der Chrysolora. licl wit
der Pollebakher. het karmijn de r Proserpine, liel gloeiende rood de r Vermillon brûlant. Wij noemen sleehts dit vierlal.
Toch kan iedereen zieh een denkbeeld vormen van den klcurenrijkdom der tegenwoordig gekweekte soorten. De
Van der Neer en de Woiuvennan groeien beiden laag en hebben ilinke, rechlopslaande slelen, zoodat dc bonding
niels le wcnscben oveiTaal. Zc behooren lot dc vroegsl bloeiende varieteiten en zijn — zooals de plaaL doel zien —
zeci- grooLbloemig. Fn». der Neer komt nu en dan wel cens voor onder den naam van Nelscker satiné.
P L . L.
Lilium longiflorum. ïi„ia
Ilel is moeilijk om iiii cen geslacht, zoo rijk aan sclioonlieden als dat der Lelies, de scboonste le noemen,
daar dit groolendeels van individueele zienswijzen ariumkelijk is. Tocb zulien z ij, die buiine waardeering niet al'lian-
kelijk stellen van dc nicuwhoid of zcldzaamlieid ecncr p lan t, zeker niel aarzolcn om de iiier afgelieolde onder de
schoonsle tc rangscbikkcn, en dal wel nicttegcnslanndc, ja zclls meer liepaableiijk om de onverincngd willc, maar
dan ook smelleloos reine kleur de r bloem,
De L. lo n g ilh vm i liclioorl oorspronkelijk llmis in .lapan, en werd daar rceds door Tliunberg gevonden cn wel
in (le onislrcIvQn van Nagasaki en Miako, doch e erst iii 1 8)fl in Engeland ingevoerd.
Daar mon zicb loen niel met zulk een ijver als tegenwoordig met de cultuur der Leiies bezig liield, is bel te
begrijpen dal zij iangzameriiand we ê r verdween, zoodat een latcre aaiivocr door von Siehold noodig was oni liaar