
vül de plantendeelen afgescheiden worden, door den inlander
verbrnikt.
De stam van den arengboom bev a t, evenals tal van andere
palmboomen, in zijn merg eene zekere hoeveelheid zetmeel,
nu wel niet in die lioeveelheid als de sagopalm, maar toch
genoegzaam om de moeite der inzameling te loonen, die op
dezelfde wijze geschiedt als zulks hierboven van de sago be-
srhreven is. Evenals hij den sagoboom vermindert ook het
zetmeel tijdens den bloei des booms cn is dit tot een minimum
gereduceerd in het tijdperk dat de boom rijpe vruchten draagt.
Alen beweert echter dat het uit dezen palm verkregen meel
een minder aangenamen bijsmaak bezit en dat ook het brood
nit dit meel bereid dien smaak behondt.
Het is niet overbodig hier te wijzen op nog andere voort-
hrengsels van dezen p a l m h o o m , die door geheel Indiii voorkomt
tot eene hoogte van 4000 voet en die een der meest prodnctieve
planten i s ; zoo levert h ij:
Het hout van den stam dat vrij vast en hard is.
Het gegiste sap verkregen uit den afgesneden bloemkolf is
de palmwijn of sagnweer, die verder gistende de inlandsche
azijn levert.
Het merg vau den stam levert meel.
De bastachtige stof tusschen den stam en de hladsteelen
is zwart van kleur eu wordt doek, idjoli of gemoetoe genoemd
en dient tot het vervaardigen van sclieepstouw.
De oindknop van den boom wordt als palmkool gegeten.
De onrijpe zaden zijn aangenaam van smaak.
Uit het niet gegiste sa|) wordt door uitdamping de inlandsche
suiker (goela djawa) verkregen.
Het zetmeel afgescheiden uit de wortelstokken van Curcuma
viridillora Roxb. en van Kaempheria pandurata beiden tot de
familie der Zingiberaceae belioorende is meer geschikt om het
hewijs te leveren dat in deze wortelstokken zetmeel aanwezig
is, dan wel dat dit als voedingsmiddel gebrnikt wordt, iets
dat slechts bij uitzondering plaats heeft.
De zetmeelliondende knolwortels van Colocasia antiqnorum
Schult. , fam. Aroideae. Mal. Kladdie of tallas leveren sterk afgekookt
een aangenaam voedsel, dat vooral bij mislukking der
rijstoogst door de bevolking zeer gezocht i.s. Cok uit deze
wortels kan een zetmeelsoort afgesclieiden worden door de
knollen te raspen en daarna met water to behandelen op de
wijze zooals znlks hij het arrowroot is vermeld. Het aldns
verkregen meel wordt echter niet in den handel gebracht.
De pisang of banaan, de vrncht van Musa sapientum L.
bevat e ene groote hoeveelheid zetmeel. De gedroogde en gemalen
vrucht is het zoogenaamde pisangmeel, een in C. I. on-
bekende stof, doch in W.-Indiö tot voeding van den neger
zeer gehruikelijk. Dat pisangmeel bevat ongeveer 75 “/ q zetmeel
of amylum dat daaruit door slihben mot water afgezonderd
kan worden.
G. Ol ieg-ewassen.
Cnder dezen naam verstaan wij die gewassen, die voornamelijk
om hnn gehalte aan vette olie geteeld worden. In de
eerste plaats zou hiertoe de Kokospalm, Klapper, Cocos nucifera
gerekend moeten worden, zoowel om het groote oliegehalte
der vrucht als om de uitgehreide aanwending, die deze olie
zoowel in het Imiselijk leven als in de industrie vindt; doeh
deze olie is reeds bij de vetten behandeld. Zoo ook zon hiei’toe
behooren de aardnoot of Katjang tjin a , vrncht van Arachis
hypogaea en de Katjang manilla, vrncht van AMandzeia snb-
te ra n e a , die beiden de in Indie veelvuldig gebrnikte katjang-
olie leveren; doch beiden zijn reeds, daar zij ook voodings-
middelen zijn, hij de penlvrucliton behandeld.
ln het Alnsoinn zijn nog aanwezig de volgende zaden:
Zie hierover ook hij de vetten.
:1S;¡