
í 1I
i
wordt soms verkocht tegen 60 cents de ilesch; zij wordt
gebruikt bij huidziekten en schijnt zelden in den handel voor
te komen. De prijs der kamfer zelf is gewoonlijk hoog ; zoo
werd in 1846 de beste soort van Sumatra’s Westkust verkocht
tegen / 60 het Katti, d. i. / 6000 de Pikol of 62) Kilo, terwijl
in 1870 te Padang het Katti verkocht werd tegen f 40 en
hooger, een prijs, die voor de Europeesche markt veel te hoog is.
Eigemchappen en samenstelling. Zij is harder dan de Japansche
kamfer en ook wat zwaarder, zoodat zij in het water zinkt.
Zij is weinig vluchtig en smelt eerst op 198 ° C. Zij gelijkt in
reuk op de gewone kamfer, en tevens op patchonli. Hare samenstelling
wordt uitgedrukt door de formule 0 , g H , 7 O H ,
borneol. Door sterk salpeterzuur gaat de Borneo-kamfer
over tot gewone kamfer of althans in een lichaam, dat in
de meeste eigenschappen daarop gelijkt.
Piperaceae.
17. Po k o - o l i e , afkomstig van P e p e r omi a j a v a n i c a
Miq., een plant die op Java wordt aangetroffen.
De olie, die bijna kleurloos is en in reuk overeenkomt met
kruizemuntolie, dient als geneesmiddel bij rhumatische hoofd-
pijnen.
, Santalaceae.
18. Tj i n d a n a - o l i e , afkomstig van S a n t a l um a l b um L.
Synonymen. Tjindana is de Maleische benaming voor den
witten sandelhoutboom.
Groeiplaats. Komt zoowel wild als gekweekt op bijna al
de Sunda-eilanden voor, voorts in Engelsch Indie; andere
Santalum-soorten, waarvan het hout ingezameld wordt, treft
men aan op de Sandwich- en Fidji-eilanden, in Nieuw-Caledonie
en in West-Australie.
Bereiding. Het oude hout levert het gele, het jongere hout
het witte sandelhout. Het gele hout is het meest specerijaclitig
van reuk; het fijnste en geurigste hout groeit in de
eigenlijke Timoreesche landen. In Engelsch Indie persen de
Mohamedanen eene kostbare olie uit het geelste deel van het
hout; groote hoeveellieden dezer olie worden jaarlijks van
Madras uitgevoerd, en wel voornamelijk naar China en Arabie.
Het gouvernement van Mysore heeft reeds sedert jaren inrich-
tingen gesticht, waar de olie door destillatie van het hout met
water wordt verkregen. Het hout der wortels levert de fijnste
olie en wel ten bedrage van 2,5 p. cent van het hout.
Eigenschappen. De olie is kleurloos of lichtgeel van kleur;
liet .spec. gew. bedraagt 0,963—0,980; de reuk is aangenaam ;
vandaar het voornaamste gebruik als parfumerie. In Bombay
werd in 1872 ingevoerd ongeveer 5000 Kilo, tegen een waarde
van Ë 8374. In onze Indische bezittingen schijnt de olie niet
in het groot te worden gemaakt.
Pandanaceae.
19. R amp é - o l i e , afkomstig van P a n d a n u s l a t i f o l i u s
Rmph. , een heester, die te Riouw Bam p a i, op Java jBidoer
genaamd wordt.
Groeiplaats : Geheel O.-Indie.
Wijze van bereiding. Door destillatie der bladeren.
Eigenschappen. De olie is geel van kleur, zeer aangenaam,
eenigszins kaneelachtig van reuk.
Bromeliaceae.
20. A n a n a s - 0 1 i e , afkomstig van d e A n a n a s s a s a t i v aL,
een plant die door geheel Indie in tuinen gekweekt wordt;
op groote schaal heeft de cultuur plaats op het eiland Bla-
kang Mati. In China en op de Philippijnsche eilanden wordt
de plant ook overvloedig aangetroffen. Uit welk deel der plant
deze olie verkregen is, wordt niet vermeld; wellicht is zij
eene gemengde olie, door ananas geparfumeerd.