
'■rl'
r"I
f- If,,
Ji 'r
Bl
I
A l l
te?1 ■'/
k \:
238. GrewiainaequalisBl.(G.celtidifoliaJiiss.). - Tatengohran^
Talok S.J. Tanglak Mad. Java. G.H.
Deze boom groeit gaarne in zw'arten, ook in kleiachtigen grond is
middelmatig hoog en dik. Het hout is ivit met geel- en roodachtige
strepen, tamelijk goed, weinig duurzaam; het kan tot verscheidene
doeleinden gehruikt worden, zooals piekstokken, doozen, gereedschan
enz. I , 306; XIV, 344. ^
239. G. salutaris Span. — Pasolder of Paso hier. Kajoe timor.
Teysmann. Timor.
De hast wordt als woudheelend geneesmiddel gehruikt. Het hout is
voor huishouw bruikbaar. I , 1295.
240. G. tomentosa Juss. — Talok. Katang. Java, Timor. G.B.
Het hout wordt gehezigd voor hutjes in de rijstvelden; het is wit
week, grof en licht en wordt spoedig door insecten aangetast. F ile k
X V lIIe , 22.
Tot dit geslacht behoort waarschijnlijk:
241. Liah. Sumatra.
Bij huisbouw gebrnikt. C. I , 307.
242. Columbia javanica Bl. — Drowak. Djaloepang. Sampora S.
Java, in de hoogere bergstreken. G.B.
^ Een boom van middelmatige hoogte en geringe stamdikte. Het hout
IS van weiuig waarde; de bast levert een zeer bruikbare vezelstof voor
touw enz. Slechts eenige keeren gedraaid wordt dit touw tot vele huise-
lyke doeleinden, ook tot het leiden der huffels gebruikt. Door beter
bewerking kan men echter een fijn tonw daaruit maken , dat ook sterk,
doch niet gelijk aan dat van ramee is. Hssk. 1 , 308; V, 82.
243. C. spec. — Kakewie, Kakenie of Kakine. Celebes.
Voor verschillende materialen bij huisbouw enz. C. I , 309; IV, 61;.
X I I , 37.
244. Echinocarpus Sigun Bl. — Sigun. Sigoeng. Sigoen. Kisigoen
M.S. Behlehketehbeh. Belehketehpeh Hssk. Bleketembi S .C.,
Java. K.B.
Het hout is geelachtig wit, vrij zacht en licht, en goed voor planken,
mits eerst gekookt zijnde. Holle. No. 12. De zijdelingsche nitwassen van
den stam worden tot wielen van pedatti’s gehruikt; de stam zelf, iviens
hout grof van vezel is en door witte mieren niet wordt aangetast,
dient tot huisbouw. Hssk. Volgens Holle wil de broeboek er wel eens
inkomen. I , 271; I I I , 117.
r
245. Diplophractum auriculatum Dess,
matra. G.H.
Nila koetjieng. Su-
I I I , 116.
246. Sclioutcnia ovata Korth. — Walikoekoen. Koekoen S. Hari-
koekoen S. Vl eeschhout . Java, in de lagere moerassige
kuststreken, vooral in het N.W., en ook in de bergstreken
over het geheele eiland. G.B.
Een boom van middelmatige hoogte en dikte. Het bleek roodachtige
bout is vast van weefsel, taai en duurzaam, zeer buigzaam en beeft
een gestrebten draad. Voor huisbouw, wagenmakerswerk, disselboomen,
assen, kammen voor molens . scheepsblokken, nagelsehijven bezit het
door zijn groot draagvermogen uitmuntende geschiktheid, minder voor
bouwmateriaal. De inboorlmgen bezigen het ook voor ankerstokken op
hunne vaartuigen. Soort. gew. 0.870. Het hout is sinds ouden tijd door
de Javanen bij voorkeur voor bogen gebezigd en schijnt voorbeen veel
naar Nederland uitgevoerd en bij de werklieden bekend geweest te zijn
onder den naam van Oost-Indisch paardenvleesch. Het is moeielijk te
bewerken en moet goed drogen om niet te sebeuren v. 31. Voor houts-
kolen is het boven alle andere soorten gezocht. I , 320; I I , 1; V, 56;
XIV, 318, 592; XVIII«, 24.
247. Elaeocarpus angustifolius Bl. — Genitri. Ganitri. DjanitriS.
Ambit S. Soenda-eilanden. G.B.
Een boom van ongeveer 40 voet hoogte. Hij komt allerwege op de
Soenda-eilandeu voor, in de bergstreken tot op ongeveer 4000' boven
den waterspiegel. Het hout is licht en heeft geene waarde voor technisch
gebruik. De welbekende vrucbtpitten of steenen dienen tot rozenkransen
voor de Mobanimedaneu en Hindoes, en ook wel tot halssieraden in
Europa. Volgens Jiingbubn zijn de Kalongs zeer verzot op de ronde ,
violetblauwe vruebten en wemelen de takken dikwijls van de zwarte
lichamen dezer zoogenaamde vliegende honden, die mijlen ver komen
aanvliegen om zich te goed te doen. Soort. gew. 0.424. Si. I , 314;
V, 107; XIV, 612. Pontianak.
248. E. lanceolatus Bl. — Redjosso. Java. G.B.
Deze boom bereikt eene aanzienlijke hoogte en dikte, en groeit meest
längs rivieren in klipachtigen, rooden, met wit zand'vermengden
kleigrond. Het hout is lichtrood met zwarte strepen en tot velerhande
oogmerken te gebruiken. v. Bees. De vezel is vrij fijn, doch niet zeer
lang. Uit de bladeren kan een roode verfstof worden verkregen. ». 3/.
I I , 55.
249. E. macrophyllus Bl. — Hawoean. Katoelampa S.M. Java. G.B.
Het bout is , hoewel hard, niet duurzaam; de vruchten worden dm
haar vleesch gezocht, hoewel dit wrang en niet bijzonder lekker is.
Hssk . I , 312.
.!|