
1). U o e k w e i i.
P o l y g o i i u i u K i i g o p y r i n n T,.
Pi'eiuiger Ilegeiitsch. f'iun. l'olvgonaceae.
Deze plant, in Noordelijk Azië inheoinscli, is later naar
Kuropa overgebracht en wordt tlians aldaar op de ininst vruclit-
bare gronden geteeld. Op Java wordt zij niet verbouwd, maar
kan aldaar in de iiooge strek(Mi blijkeus dit monster zet'r
goed slagen.
E. H e n II e p z n n <1.
Vr u c h t van C a n n a b i s s a t i v a 1,.
M. Ginjeh of Gaiidjé. Preanger Regentsch. ; fam. Cannabineae.
Deze plant komt volgen.s eenige plantknndigen in liet wild
op de gebergten van Midden- eu Zuid-Azië voor. Cp Java
wordt zij ill tuinen aangekweekt, doeh is volgens Zollinger
geen eigenlijke knltuurplant.
De liennepplant tie rt in Indië minder goed dan in Kuropa.
Met zaad wordt dan ook weinig of niet gebruikt.
F. Zetmeel.
1. Sago-soorten.
a. Parelsago van Ambon.
b. Sagomeel » »
c. Sago » Benkoelen.
d. » 9 Makassar.
c. )) » Parakau Salak (Java).
» broodje van de inhoorlingen van Ti'ruate.
De sago is het zetmeel dat voorkomt in liet merg van eenige
palinsoorten, behoorende tôt liet geslacht Metroxylon en wel
lt>9 m
voornamelijk van Metroxylon Rumphii, Mart. Sagus Kumphii
VVilld. en van Metroxylon sagns Roxb. Meti’oxylon laeve Mart.
De eerste komt voornamelijk voor in de moerassige streken
van den Molukschen archipel Cerain, Djilolo enz., volgens
sommigen zou hij op Java en Sumatra niet voorkornen, doch
Zollinger vond hem in Bantam, doch voornamelijk aangeplant.
De tweede soort komt op Java, S umatra, Borneo enz. voor,
doch naar het schijnt zeldzamer in de Molukken.
Ter verkrijging der sago wordt de volwasseii boom, wanneer
hij nog geene hloenikolven gemaakt heeft, want is dit geschiedt,
dan bevat hij veel minder sago, bij den grond om-
gehouwen, in stukken gekapt van ongeveer een vadem lengte
en deze midden door gespleten. Uit deze gespleten stukken
wordt mi het merg met een scherji gemaakt stnk hamboe,
als met een liouteii mes uit den stam gesneden , en de uit-
geholde boomstnkkeii als hakken gebruikt, waarin het merg
onder bijvoeging van water aanhoudend geroerd wordt. Hierdoor
wordt het meel van de vezelige deelen gescheiden en
door een zeef aan hot andere einde van den bak van elkander
gesrhoiden; het meel loopt door de zeef lieen en verzamelt zich
op den bodem van eon onder die zeef geplaatste met water
gevulden hak. Cpnieuw met water gewasschen wordt liet in
hladen gewikkeld en kan op deze wijze eene maand hewaard
worden. Het is nit deze versehe sago (sagoo menta) dat de
Amhonezen hun nicest geliefkoosde lekkeriiijeii maken. Wordt
dit meel nu alleen gedroogd, dan draagt liet den naam van
sago of ook wel van sagornecl. Met water opnieuw gemengd
en nu met de liandon lot korrels ter grootte van een koriaii
der zaad gewreven en daarna gedroogd, dan verkrijgt het den
naam van parolmgo. Hit het door middel van vormen in platte
en vierkante schijven gedroogde meel worden koeken gehakken,
die den naam van sagokoeken of hroodjes dragen.
Cfschoon dit in hoofdzaak de hewerking te r verkrijging van
sago is, zoo wordt die echter op tal van plaatsen eenigszins
gewijzigd toegepast. Zoo wordt op sommige plaatsen de parel-
' '.IV
- I
kl