
13. T h e o b r o m a Ca c ao L.
M. Boewa Tjoklat.
Aanwezig:
a. de vrucht op spiritus:
1 . varieteit met roode vruchten;
2 . varieteit met gele vruchten;
b. de vrucht in was geboetseerd:
1 . varieteit met roode vruchten;
2 . varieteit met gele vruchten;
C. gekleiu’de afbeelding der vrucht;
d. fotografische afbeelding der vrucht;
e. gedroogde vruchten.
Oorspronkelijk in Amerika te huis behoorende, waar de
Spanjaarden bij de ontdekking van Mexico reeds sinds on-
heuglijke tijden de vruchten in gebruik vonden; van daar
heeft zich de kultimr al spoedig over de West-Indische eilanden
verspreid om later over de Philippijnen ook naar onze Oost-
Indische bezittingen te geräken, waar zij voornamelijk binnen
den kring van den Molukschen Archipel is beperkt
gehleven, en ook daar is die kultuur in lateren tijd verbazend
achteruit gegaan.
Het gebruik van de gerooste zaden is algemeen bekend.
Het door warme persing uit de zaden verkregen vast vet
draagt den naam van cacaoboter.
Geraniaceae.
14. Av e r r h o a C a r a m b o l a L.
M. Baliembing of Bliembing.
Aanwezig:
a. de vrucht op sp iritu s;
b. de vrucht in was geboetseerd (zure varieteit).
Van deze vruchten komen twee hoofdvarieteiten voor,
namelijk de zure en de zoete. De eerste worden veelal als
toespijs (bij de bereiding van sambals) genuttigd, terwijl van
de zoete varieteit de zuurzoete vruchten als fruit gegeten
worden. Het zure sap der vruchten wordt in Indie gebezigd
om roestvlekken uit kleedingstukken te verwijderen op de
zelfde wijze, als men in Europa eene oplossing van zuringzout
voor dit doel gebruikt.
15. Av e r r h o a Bi l imb i L.
M. Baliembing bissie.
Aanwezig:
a. de vrucht op spiritus;
h. de vrucht in was geboetseerd;
e. twee stuks afbeeldingen (gekleurd en ongekl.).
Deze zure vrucht wordt alleen als toespijs bij andere spijzen
; of geconfijt genuttigd.
'i.
Rntaceae.
16. Ae g l e Ma r me l o s Corr. var. fr. ohl o n g u s .
i M. Madja.
;i 17. Aegl e Ma rme l o s Corr. var. f r . s u b g l o b o s u s .
i M. Madja batoe.
' Aanwezig:
a. de vrucht op spiritus.
Beide varieteiten worden door den mensch op velerlei
wijzen toebereid gegeten, maar daarenboven ook als genees-
raiddel aangewend. Ook andere gedeelten dezer plant, zooals
de bloemen, bladeren en hast worden als geneesmiddel bij
menschen en bij dieren aangewend.
hi
vii:
Pl:
'I
■i I ■' !