
t: •■'îi
Aanwezig :
3. A n o n a s q u amo s a . L.
M. Boewa Srikaja.
a. de vrucht in was geboetseerd;
b. fotograiische afbeelding der vrucht.
De vruchten van dezen h eester, die op Java veelvuldig aangekweekt
w o rd t, bezitten een aangenamen, naar oranjebloesem
zweemenden reuk, smaken goed, doch zijn door het groot
aantal in het vruchtvleesch verspreide pitten lästig te eten.
Bixineae.
4. F l a c o u r t i a J a n go ma s . Gmel. FI. Cataphracta Rxb.
M. Roekum manies.
Aanwezig :
a. de vrucht op spiritus.
Deze boom wordt veelvuldig op Java en Bali aangekweekt.
De aangenaam zuursmakende vi'uchten worden rauw doch
vooral geconfijt gegeten; ook de vruchten van andere tot
het zelfde geslacht behoorende boomen, namelijk die van
Flacourtia sapida en van Flacourtia R u k am , worden onder
de namen van Boewa Lobi-lobi assam en Boewa Lobi-lobi
manies eveneens genuttigd.
Het harde doch broze hout van Flacourtia Jangomas kan
fraai gepolijst worden.
5. F l a c o u r t i a Ru k am. Zoll.
M. Roekum. Lobi-lobi manies.
Zie boven.
Gut tife rae.
6. G a r c i n i a Ma n g o s t a n a L. Ma n g o s t a n.
M. Boewa Mangies.
Aanwezig:
a. de vrucht op spiritus;
b. de vrucht in was geboetseerd;
C. gekleurde afbeelding der vrucht;
d. fotografische afbeelding der vrucht.
Het vleesch dezer vruchten is stellig het aangenaanist
smakende van alle Indische v ruchten, maar bezit eenigszins
purgeerende eigenschappen vooral wanneer h e t, zoo als
dikwijls plaats heeft, min of meer doortrokken is met eene^
zich in het inwendige der vruchtschil afscheidende harsachtige
geel gekleurde stof, die eenige overeenkomst met de Gutte-gom,
afkomstig van G a r c i n i a M o r e l i a Desr., schijnt te hebben.
De vruchtschillen zijn zeer looizuurhoudend, waarom zij
dan ook niet alleen in Indie tot looien van huiden en het
zwartverven van garen aangewend worden, maar voor het
eerste doel, zelfs naar Europa uitgevoerd zijn.
Deze vruchtschillen worden ook op velerlei wijze toebereid,
door den inlander als geneesmiddel aangewend, vooral bij
chronische diarrhoea en dyssenterie. Het hout van genoemden
boom is zwaar en sterk en wordt als bouwhout aangewend.
7. G a r c i n i a j a v a n i c a BL
M. Mangies oetan.
Aanwezig:
a. de vrucht op spiritus.
Ook de zoete vruchten van dezen boom worden gegeten;
van het sterke hout worden rijststampers vervaardigd.