Ondanks dit alles is de voorraad van onbekende
voorwerpen uit het p lantenrijk van dezen A r ch ip e l
verre van u it g ep u t, en nog een ruim veld tot
onderzoek biedt zich aan allen, wien de uitbreiding
en volmaking der botanische wetenschappen
ter harte g aat, en die zich daarvoor moeite
en ontbering getroosten.
B e t is uit den aard van d it onderzoek onmogelijk
, zich daarbij aan den schadelijken invloed
*an het klimaat te onttrekken, en ligtelijk loopt
men gevaar, onder de overmaat van vermoeienis
te bezwijken y waardoor dan ook meestal de
met zoo veel zorg bijeengebragte waarnemingen
voor de wetenschap verloren gaan.
Ten einde zoodanig verlies zoo veel mogelijk
voortekomen en tevens de bekendmaking der botanische
ontdekkingen in de Nederlandsch-Indische
bezittingen te bespoedigen, heeft Z ijn e E x cellentie
de Gouverneur - Generaal mij gemagtio
d tot de uitgave dezer bijdragen tot de Flora
van Nederlandsch Indië, van welke, naar gelang
dat de voorraad van bouwstoffen zulks zal g e -
doogen, van tijd tot tijd enkele vellen het licht
zullen zien.
Hoezeer deze bladeren meer bijzonder bestemd
zijn tot bekendmaking der beschrijvingen van
Indische gewassen, zal evenwel daarin ook eene
plaats worden ingeruimd voor opstellen over iet
nut
nut o f het gebruik van die planten, vooral met
opzigt tot genees- o f huishoudkunde.
Een iegelijk vindt alzoo gelegenheid, en wordt
hij dezen uitgenoodigd , om zijne waarnemingen
omtrent botanische onderwerpen spoedig algemeen
te maken, en het zal alleen noodig zijn ,
dat de intezenden stukken door den zender worden
geteekend, en dat voorts, ter voorkoming
van verwarring, deze stukken, voor zoo verre
z ij beschrijvingen van planten behelzen, van zorgvuldig
gedroogde exemplaren dier planten worden
verzeld.
TBat de bouwstoffen aangaat, welke door mij
voor deze bijdragen zullen worden geleverd,
dezelve bepalen zich voorloopig tot korte maar
zakelijke beschrijvingen van alle zoodanige gewassen
als ik in deze gewesten heb waargenomen.
Derzelver getal is voorzeker niet onaanzienlijk
J want sedert een tijdvak van ongeveer twee
ja r en , dat de bosschen van ons gebergte mijn
aangenaamst verblijf geworden zijn, heb ik
reeds omtrent twee duizend onderscheidene
planten gade geslagen, en voor het grootste
gedeelte uitvoerig beschreven. Ban deze mijne
waarnemingen nopens onze Flor^ za l ik voortaan
door deze bijdragen beknopte beschrijvingen
bekend maken, terwijl de uitgave van een
grooter werk omtrent hetzelfde onderwerp tot
mijne terugkomst in Europa blijft uit gesteld 9
ten einde door de toelichtingen en teregtwijzingsn