teeldeelen wordt hij inwendig g eb ru ik t, en wel in dit
geval vereenigd met den wortelbast der N i r i , ( C a-
rapa o b o v a ta ) welke insgelijks b it te r e , en vooral
zamentrekkende eigenschappen bezit.
Opmerkelijk is de knoflookachtige reuk van v e r scheidene
soorten van Dysoxylum, zoo als onder
and eren , in eenen zeer hoogen graad , D. alliaceum,
D . mollissimum, terwijl daarentegen de vruchten
van D. excelsum den reuk van artisjokken hebben.
Bij de eerstgemelde soorten bez itten niet zoo zeer de
Vruchten en bijzonder het alburnen dien d o o rd rin genden
renk , maar b la d e r en , b a s t , ja zelfs het witachtige
ligte hout heb b en daaraan meer o f min
deel.
De bergbewoners bedienen zich daarom ook van
de vruchten d ier gewassen, in stede van knoflook
o f uijen, en schijnen ook veel van de jonge bladeren
dezer boomen te h ou d en , Welke zij gaarne bij
hunne rijst nuttigen.
De basten van eenige soorten van Epicharis verdienden
b ie r insgelijks, wegens, derzelver treffend«
hoedanigheden, d o o r ons te worden aangehaald;
d o ch zij moeten nog nader worden onderzocht",
daar ons niets wegens derzelver krachten bekendis
geworden.
Hebben wij uit bet voorgaande gezien dat deze
klasse van gewassen ons allezins gewigtige hulpbronnen
b iedt vo o r de geneeskundige p ra c tijk , zij is
ook even min on tb lo o t van de zo o d an ig e , welke.
dienstig zijn om zekere behoeften te b e v r ed ig en ,
dan wel een o f ander levensgenot te bevo rderen.
VVat lie t laatste b etreft , zullen wij niet eens gewagen
van den welriekenden geur der b lo em en ,
dien zij meest alle in eenen hoogen graad b e z it te n ,
maar alleen het oog vestigen op de aangename en
•verkwikkende eigenschap der vruchten van eenige
onzer M e lia c e e n , zoo als Van den JD u lu ( L a n -
$3um Domesticum) en den S en tu l (Sandoricum In -
dicum ) , daar de vruchten van den eersten b o om
mede onder de verkwikkends te beliooren die wij
b e z itten ;— terwijl nog daarenboven naauwelijks eenige
andere familie van gewassen den- inlander zulk
een goed hout vo o r het huishouden o p le v e r t , als
juist d e z e , daar w ij, met uitzondering van weinige
niet to t deze beschrijving b eh o o ren d e b o om en , er
vruchteloos in onze wonden zo eken, wier omtrek
de bereiding van pedatiewielen uit een eenig stuk
zoude to e la ten , en die tot dat einde tevens de n o o -
dige taaiheid en geringe zwaarte zouden .b ez itten.
Juist wegens de taaije gesteldheid en ligtlieid van deze
houtsoorten , geeft de inlander aan dezelve den vo o r gang
b oven andere , wraarbij nog komt dat dit hout
niet ligt wormstekig w o rd t; immers weet ik bij ondervinding
dat het hout van die M e lia c e e n , welke
eenen behoorlijken wasdom hebben b e r e ik t , bijna
nimmer d o o r insecten word t aangetast.
s t M P E L I D E E N .
Tot dit geslacht behoort ook de wijnstok (Vitis