« Dit middel was naauwelijks eenige dagen aait-
« gewend , o f de doorloopen verminderden, werden
« normaler, wat hun mengsel aangaat $ en gewoon-
« lijk kon ik na acht dagen mijnen lijder als vol-
« komen geneden beschouwen. Het extract van dezen
k bast komt mij voor dit gebruik het meest geschikt
« voor” enz.
Tevens had ik zelf gelegenheid mij op nieuw van
het nut des Surens te overtuigen, tegen remitterende
en intermitterende koortsen die een ten hoogste
hoosaardig karakter toonden, terwijl elke aanval
steeds gepaard ging met hevige eonvulsien en galachtige
brakingen en doorloopen.
Deze heerschten in den Omtrek van T jik aó , alwaar
ik mij in julij van het veidedene jaar bevond ,
en braken later ook in het westelijk gedeelte der
residentie KraWang uit, alwaar deze middelen insgelijks
met een goed gevolg door den plaatselijken
heelmeester StauffenbeijL werden aangeWend.
Daar deze gevaarlijke koortsen zich op nieuw voor
eènïge maanden, onder begunstiging van ons sedert
eenige jaren zoo afwisselend saizoen , over een gedeelte
der bevolking van de residentie Krawang hebben
uitgestrekt, en bij die gelegenheid vele duizend
lijders door het gebruik des Suren spoedig en
volkomen zijn hersteld , terwijl het land daarbij tevefts
eene som van omtrent f 9000 heeft bespaai’d , die
anders had moeten worden besteed, indien men,
in
in plaats van S u r en , kina had moeten gebruikeft,
zoo zal het niet ongepast zijn hier in korte wooi’den
iets over deze ziekte T zoo als ik ze in het vorige
jaar waarnam en behandelde, medetedeelen.
Het kaï'akter dier koortsziekte was van typheusen
aard , met remitterenden o f intermitterenden typus ,
verbonden met blijkbare stoornissen in de func-
tiêiï', der verterings werktuigen, bijzonder der lever.
Gewoonlijk geeft zich de ziekte reeds eenige dagen
voor het uitbreken der koorts door buitengewone
traagheid, duizeligheid en drukkend gevoel
hoven de neusbeenderen , geelachtige kleur van het
gelaat en gebrek aan eetlust, te kennen. Plotselijk
breekt hierop de koorts u it , vergezeld van eene
ligte huivering , ingenomenheid van het voorhoofd
en neiging tot braken, o f hevige galachtige door-s
loop en brakingen vergezellen de uitbarsting, en zijn
met krainpachtige toevallen gepaard , bijna bij elke
exacerbatie , welker tusschenpoozingen (remissiones)
zeer kort z ijn , weder aanwezig.
De h itte , welke gedurende den aanval plaats heeft,
is brandend en aanhoudend, zonder uitwaseming
te veroorzaken , en is bijzonder in den omtrek van
de maag en het voorhoofd zeer g ro o t, waarbij de lijder
gedurig over dorst klaagt, alhoewel de tong niet
droog, maar slechts weinig met slijm bezet en eenig-
zins gezwollen is. De pis urine, welke gedurende de
acerbatie der koorts geloosd w o rd t , is geelachtig en
slijmerig, zonder evenwel wolken o f een bezinksel te
vertoonen, van eenen eigenaardigen flaauwen reuk.
De