iïeerderoTve in geer.en b lon de ren graad plaats vindt
dikwijls van toevallige amstand?0hsde:i af, b. v. van
eenen za.nengedrongenen bioemenatand , sterke oni-
yvikkeling der braeteen en drukking derzeve op
de bioemen , en wordt daarbij, bij onderscheidene
soorten van hetzelfde geslacht, in zeer verschillende
giaden waargenomen, zoadat deze vergroeijing . geea
omleiicheide -d kenteekett van groot gewag l voor de
Vastselling van geslachten oplevevt.
Hetzelfde geldt ook van de ïi t'ng der verseinde «
de uitwend ge deelea, of trameijk de-Sepala zich meer
' o f minder uiigebieid ( pateutia), negen clka.-der ge-
(cQnuivexitia), tleksej.’gewjjze opg:rr . ( forisica-
ta , gaieata,) en z ., vortoooen., a 'ïoeiut men in de
mec>Le gedachten eene brsL.unde rigdiig niet geheel
miskennen kan, .zoodaï kentekenen daarvan ontleend
r; eas Van Waarde zij * , schoon mei; zich moet wachten.
van dezelve te stipt op de gesiachtsbepaling toe-
tepassen, ( j Oi, is vooral toepusjeojk op die rigring
der
C * ) Ik wii niet loochenen, dal mij de aarvyiicnfge berafing,
Weke i'i. tng. de Sèjaia eigen is, dikwjin IB verlegenheid teef; «>
Immer.: vindt meji bloemen, die ziek weinig of niet fchgnen fe
o; enen, boe zorgvuldig en herhaald men dezelve ook befcl ouwe,
zood..- '; men de Sepaia voor opwaar.;s of teaen elkander geboden a&nzie':;
eensklaps veipiaa:sc-éene bij ui.s ek 'gunstige omstrnÊ’giieid , b. v.
Warm.-e vochtigheid, oi'onuiekldaj raavan, de b’oeraea deizelfde j knt
in hei omgekeerde geval, waarbij de.vroeger hardnekkig gei'latene Sepala
als volkomen .uicgebre d or zelfs teriiggeflagen kunnen vcrfth’jten.
En bij koevele dier gewasfen moet zulk een 'ondeizöek niet achter?
we ge b-ij ven, daar men te vrecicn moet zijn, dikwijls Hechts cenC .
eLiiige bloeTh, dL zich ja-en. lang niet weder aanbiedt, tot haar on*
•dtrzsivk, te Kiinueji bezigen.
èee l ip , die aanleiding heeft gegeven tot de
benaming van verkeerd staande bloem (flos resupina*
tus ) I waarbij namelijk de lip met hare rugzijde naar
boven of tegen den koofdbioemsteei ( rachis ) moet
gerigt zijn* eene rigtmg . welke ik bij ai Se meerdere
bloemen dreggende Orchideën voor derzelver opeuing
beb waargenomen, zoodat de voorgaande rigling
(Labellum aut'cum ) slechts aan verdraai]hig van het
Ovarium is toeteschrijven, eri eene zoodanige omstan*
digheid, als niet wezenlijk, ook geene bijzondere
waarde voor generische karakters oplevert.
Aan geen deel der bloemen dezer familie drukt
zich eene meer veranderlijke gedaante u it, dan aan
de lip. Slechts zeiden stemt dezelve * wat hare gedaante
betreft, met de Sepala overeen; dikwijls is zij
grooler; even zoo dikwijls 00S. kleiner, en wijkt
ook in hare substantie meestal ven dezelve at, als
zijnde dikker, vaak met eeitachti0é uitwassen (Cal-
U), verdikte oi scherpe strespen (Gristae) , knobbels,
baren, enz. bezet, waarbij hare kleur in het algemeen
meer in het oog va’ t , dan die der Sepala.
Ook hare oppervlakte beschrijft verscheidene rig-
tingen, volgens we'ke men haar de benamingen vaa
bol (Labedum concavum), buikachtig (Labellum
ventricosum ) , zakvormig ( Labellum saccatum ) ,
spoorvormig (Labellum calearatum), zadelvormig
(Labellum sellaefovme), schoenvormig (Labellum cal-
eeolatum) enz. geeft; alle Welke ber amingen op h aiebe
daante en de rigting halter vlakten betrekking hebben.
Het
jmt