fprieten zyn zeer dik. Hy woond in Indien en is niet zecr gemeen in de
Cabinetten.
W I T V L A K .
Deze is iets kleiner dan de voorige, ligtbruin van verw, en heefc vier
onregelmacige vlakken op ieder dekfchild. " De fprieten zyn zo lang als hec
ligchaani, en caftanjebruin. Hy word in Indien gevonden.
G E R I M P E L D E . Marne tjt.
Dit Bokje is blaauwagtig zwart, de kop en hais zyn donkerder} de dekfchaalen
hebben cene gerimpélde zwarte Ilreep en zyn geitipt, doch zcer
fyn. Het woond in de Weitindien.
56. DE GERIMPELDE. JVyfje. S -
'Deze is de voorige zeer gelyk, doch grooter, en zo glanzig niet, "het
hoofd is zeer grooc, en hy heefc fterke kaakbecnderen ,het eerftciidder fprieten
is zeer groot en dik, en eindigc mec een doorncje aan de binnenzyde;
ook zyn de leedjes der voorvoeten, brecd gebladerdtj en op eikander leggende.
Het woond in de Weitindien.
57. SAINT THOMAS BOK. PI: xiv.
Deze zeldzaame Bok, heeft Tiet Ìigchaam van groottc als de Tapyt Boki
het hoofd is roodagtig bruin, met zeer fterke kaakbeenderen, cn is op de
kruin gevoornd. De borii is geeiagtig zwart, met twee fcherpe doornen ,
het ruggefchildje is donker oranjecoleurig, de dekfchaaleìi zyn zwart met
eene roeftcoieurige rand, en ligf bruine viakken. De fprieten zyn raeer dan
tweemaalen zo lang als het iLgchaam , het-eerfte lid is brninrood even als
iiet hoofd, het tweede lid is gelyk alle de volgende zwart en zo lang als,het
hoofd en de borii, en met klcine doorntjes bezet, gelyk ook het derde en
vierde; alle de leedjes behalven hetjeerfte zyn bruin; gelyk ook de pooten,»
van welke het voorfle paar van onder getoornd zyn,
Men vind hem op het Eiland St. Thomas.
58. DE GEELVOET BOK. [
D e byzondere eisden der dekfchilden, die als afgcknot fchynen, onderfcheiden
dezen Bok van veele ardere ; het hoofd is rood, de borft geel met
twee kegelsgewyze doornen , de dekfchilden zyn zwart met fyne witte
ftipjes,, de fprieten ^yn glanzig zwart, en langcr dan het Ìigchaam; de
voorpooten hebben de voeten, zeer hairig en geel , de einden der dyen
•en de voeten der twee andere piaareu zyn geel, hy is van onder zwart.' ;
Uit Ooilindiea. i' - ..'i li .
59. DE
O R D E . G E S L A C I Ì T . BOKKEK.
D E 'GEDOORNDE BOK.
i 7
Deze .Bok 13 zeer byzonder wegens alle de ilekds, met welke hy hezet is,
;hec hoofd is bruinrood, de kin en keel zyn geel, met ecne zwarce vlak,
•net borllilufc is geel met .groote doorntrn ter zyde bezec, de dekfchaalen,
zyn coßycoleung, met zeer fterke opßaande doornen ; de fpriecen zyn vari
eene imddelmatige ¡engte, hec Mannet je verfchiid van het ¥/yf i e ^alieen door
de voeten, die zeer hairig zyn. Hy komt ulc Oollindien.
R O S B A N D I G E BOK. PI: xv.
Deze zeer zeldzaame Bok heefc dit byzonders, dat de fprieten niet'in de
oogen, maar onder dezelve iogeplant zyn, het geheele voorhoofd is hairig,
zo dac de kaakbeenderen bedekt zyn , hec borMuk heefc twee korte, maar
fcherpe utclleekzelen, het lendenichild is zeer grooc, de doorntjes aan de
einden der dekfchilden zyn zeer kki n en dun, de fprieten zeer eenvoudig cn
middelmatig van lengte, het voorhoofd en de dekfchilden zyn geeiagtig ros
en mec kleine hairtjes bezec, over de dekfchilden loopt in hec mldden eene
roodagtige breede band, die van onder ongelyk is, de borii en hals zyn
brumagtig geel, gelyk ook de poocen en fpriecen. Ik weet zyne v/oonplaats
niet.
61. DE GESTEMPELDE BOK.
Deze die omtrent een duim lengce heefc , heefc hec hoofd blaanwa?^;«
zwart gekield , gelyk ook de borii, die eenigzints bolrond is, zonder doornen
, mec vier zwarte verheven ilippen; de dekfchalen zyn aan hun einde
gedoornd en zyn aan de bovenzyde graauw, en als met een zwart kraaeje
v e r c i e r d , omtrend het midden caftanjebruin, op het welk een fneeiiw witte
vlak, die als een halve maan is, en-op ieder dekfchild cieriyk alileekt.
' H y komt uit Amerika.
62, DE STIPPELRUG.
De geheele verw van dit kleine Bokje is geeirosagtig bruin , doch hc'c
hoofd en de borii zyn donkerder, de borii heeft in plaats van doorr en
twee ilompe knobbekjes, terzyden, en is van boven geknobbeld en gerimpeld,
de dekfchilden zyn aan hun begin met zwarte ftipjes vercierd en terzyden
aan hunnen rand zwart, op twee derde der lengte loopt een dan don-
Irer brmn ilreepje dwars over dezelve, en zy hebbèn aan hun dnde vier
naauwlyks zigtbaare doorntjes, de fprieten zyn zeer dun en langer dan hec
Ìigchaam. Uic de VVeilindien.
63- DE GEELVLAK.
r Het hoofd is zwartagtig en de fprieten zyn boven de oogen ingenlant de
borii is blaauwagcig met twee ilompe doornen terzyden , en van bnven mec
yxer knobbeltjes bezct, het lendenfchildje is blaauwagtig, de dekfrhüdin
C
• H (
( 1 ,
« n