ftj
I:-'i
1 ' f
' i
't I.
60 11. O RDE . XVIII. GESL. BASTERO VLEESCHEJilTERS.
^ ifJ
ACHTTIENDE GESLACHT.
B A S T E R D V L E E S C H E E T E R S .
K E N M E R K E N.
Knöpa§iige fprkttn, die naar het einds dikker worden, groote vooruitße&'
kende nypers y een platte kop en mg die naar de dekjchakn [mailer wordu
E Z E diertjes worden oDk onder de flindtorren gebragt, lopen zeer
fchielyk, en verbergen zig onder deaarde, die zy uitgraaven.
y I. DE KLEINE BASTERD VLEESCHEETER.
Dit diertje heefn de pooten genageld, is z:wart van, kleur, en wordt op
zandagtige plaatzen gevonden.
^ II. DE GROOTE BASTERD VLEESCHEETER.
Dcze verfchilt in grootte van de voorgaande, de fprieten en nypers zyn
hier mecr zigtbaar, de dekfchilden zyn geftreept, het.rugfchild breedj rond,,
hct gelieele dier zwart.
NE,.
11. O R D E XIX. GESLACHT. SCIIILDPADJES, 6j
^ ^ ^
S C H I L D P J D J E S ,
K E N M E R K E N.
Knopagtige fprieten, allengskens dikker wordepJe, de kop onder het ruggefchUd
verborgen., de rug en dekfchilden gerand.
E Z E diertjes hebben, even als de Scfaildpad, een rondägtig ¡ighaam,
onder een fchild verborgen, dat van boven rond en van ander plac
zy trekken den kop ook even als deeze o 1S» - nder het fchild, hebben
korte fterke pooten, verfchilien veel in kleur en teekening, en verro
de Hiinsten worden hier te Lande gevonden: de meeste behooren in de Indien
t'huys.
ì . DE VIERVLEKKIGE.
Dit diertje donker bruin,naar het zwarte hellende, heefc op het dckichild
vier vuil geele eenigzints langwerpige vlakken met regeìmatige itippen gèteekend,
van dezelfde kleur als het dekichild; hoorc t'buys in America.
3. DE TWEEVLEKKIGEo
Heeft na genoeg de kleur van het fchild als de vcorgaande, en aan de
bovenfte- en buitenzyde van hetzelve twee roesikleurige vlekken :. uit
America.
3. DE'GETRALIEDE.
Deze is fraay caftanje-bruin, het fcniid door eene zwarte land omgeeven,
drie gelykkleur'ge ftrcepen verdeelen als het ware net fchild in de iengce,
terwyl twee diergelyke de uitterfte zyde van hetzelve in tween fciyidcn.
H a D E
ri