iC IL ORDE. XV, GESLACHT. VARKENSTORREN.
nen iiitkomen wegens de mulhcid van het zand, en ora dat zy geen
vlicsvleugels hebben. Djt is cen Wyfje, en a chgraauw, tn de Mannerjes
zyu een derde kleiner en bruiner.
4(5.
Dit dierti'e heb ik in Maart gevonden op de Veldila, het is aschgraauw
gelyk hec vorige, doch van een ander maakfel.
47. DE ZWARTE GERJBDE V^ARKENSTOR.
Dczc komt van Eurinaraen. Hy is geheel zwart, en heeft op ieder dekfchaal
drie fyne nbbetjes van den lug af tot het einde toe.
P L . xl.
4S. DE GOUDKLEUR GESTIPTE.
Dit gehecie dier is zwart, maar zeer digt bezec met kleine ftipjcs die
goudkleur zyr.
A9-
Hoc zeer dit kleine diertje gelyken tr.aT nasir kleine zuarte Varkenstorren
onder de vorigen, zal het nogthans aan ieder bJyken die de vorm
liunncr iigchaamen met eJkanderen vergclykt, dat dit wederom een andere
fpecics is, geheel zwart zonder vliesvleugels,
T W E E D E FAMILIE.
Die de fprieten draagen zonder winkelhaak.
Dit klein getal van Vurkenstorren verfchilt alleen van de voor^aanden
daar in» dat het voetftuk waar op de kraalswyze leden der fprieten
zitten , vcel korter is, dan in de vorigen: Men kan best het onderfcbcid
der fprieten opmerken, als men de tekening derzelven op Plaat xxxv
vergelykt piet deze op Piaat xl by liit. A.
SC. PI E T L I E S V A R K E N.
De kleirfte van deze twee is het IV'Iannetje en het grootfle het Wyfje.
Het Mannetje is blaauw groen en heeft aan beide zyden een fchoon
geele ftreep. Het geen in het Cdannetje blaauw groen is, is in het
Wyfje
I I . ORDE. XV., GESLACHT. VARKENSTORREN. 57
Wyfje bruin gceL Zy aazcn op het lies dat aan de flootkantcn ilaat in
Holiand.
51.
Dit kleine diertje " is vuil caneelklcur met zwarte vlakken, zoo als de
tekening het afbeeldt.
52. DE KANEELBONTE VARKENSTOR,
Deze Varkenstor heeft zeer veel overeenkomst met N' . 37 en 3S,
en ik twyiFel 'er aan, of hy daar niet by behoort, doch het voettluk
van zyn fprieten is zeer kort. Hy is kaneelkleur met wicte wolkjcs,
zeer mooi befchilderd.
53. DE DIKKE VARKENSTOR,
Dit diertje is by uitilek dik en breed naar zyne grootte, zoo dat het
bykans rond is. De voor- en middenpooten en beenen der achterpo»-
ten zyn geel, maar de overige deelen zwart. Het heeft geen \'licsvleqeels.
54. DE GERIBDE VARKENSTOR.
Dit diertje is fyn geribd, en mooi bont uit bruin en wit,
55.
Heeft by uitilek diikeTprieeen, en is'taooi bont uit ligt gcel enzwart.
- ' ' s^' D;E''BLINKENDE >?ARKENSTOR.
• Het hoornig dekfel van dit diertje is bruin blinkend zwart, maar zoo
dicht bezet met blinkende fyne borsteltjes, dat men nauwljrks de kleur
bepaalen kan, wyl die verändert naar niaate van hec licht dat men daar op
laat Valien : vertonende zieh hec blinkend groen, en rood, en wit, en geel,
en paers, met den donkeren grond door elkanderen; zy _ verfchillen zeer
in grootte, ik heb ze gezien, die twee dcrde deelen kleiner waren. Zy
aazen op allerlei doode Iniecten,
57. DE IRREGULIERE VARKENSTOR.
Dit dier is zeer vreemd. Het maakfel wykt af van de figuur der ander®
Varkenstorren. Het is meer donker graauw, en heeft drie zwarte vlakken
op ieder dekfchaal. Ik möen, dat het koiHt uit America,
H ZE S -