-Zí ^ II, ORBE. ti. GJj:ßlACil% BOKKePÍ..
líond, en fchoon rood , de dekfchildien zya blauwagcig groen, de dyeü
.zwart, mee ruüdgeele beeneu eti poocen. rfy wound in Duiclchland.
p8. DE GROENAGTIGE.
Dlt Diertje is gemeen op onze diílels, het heefc eetl fmal en lang ligcbaam,
dar van onder zwarc is, het hoqfd is geelagtig, en 'er loopc een
b!eekgee1e ílreep \?an de kruin en over de horft, de dekfchilden zyn ,groen
•met zwarce Ibpjesj Een diergelyk Bókje mee gecle ñippcn, woond op de
,iií;ufl:er.
99, DE EENVQ-UDIGE.
HethooFd "isrond, de.boríl: is bolrond , dedekfcbaaten zyn lang en fmal ,het
•geheele Dier is bleekbruin, en heefc een zwarc, hoekig vlakje op de dekfchaaien,
de fpriecen loopen in een diinne pune uic én zyn bruin gelyk cok
íde poeten. Hy woond in Zwitzerland.
100. DE LANGHALS.
Deze, otn zytien langen hals, en byzondere fprieren, aanmerkelyke Bol;:,,
is grysbruin, en op de dekfchaalen gewölkt met bnun; de kaakbeenderen
zyn ílerk en zwart, het hoofd kegelagtig, de ooget» "bruin , en het geen byzonder
is , de hals half zo lang als de dekfchaalen, en zeer genmpeld , de
dekfchaalen zyn uitgerand, de pooten zwartägtig, de voecen wat gtdoornd.
Hec eerile lid der fprieLen is zeer dik en byiia zo 'ang als hec hoof.l, en
draagt een bolletje, de andere leedjesj zyn klein. woond in Indien.
lOI. DIKKE BOK/
T)eze Tiitlandfche is ook zonderling, het hoofd is van vooren plat, de
•borft rolrood en zwarc, de dekfchaalen kort en zvvart, met dne breode geele
dwarsbanden, de voeten zvvart, de fpnecen half zo lang als hec iigchaam.
H y woond aan de Caap' de Goede Hoop.
102. DE DUBBELHOEKIGE.
'Deze komt zeer na aan de eenvoadige ( 99.) hy verfchild alleen daar
I n , dat deze korter fprieten heeft, dat de dekfchaalen niet uitgerand zyn.,
en twee zwarce hoekige.vlakjes hebben. Hy korac aie Duitfchìand.
A R L E Q U Í N . Pi: xxi.
Deze ÎS een der kleinfte van dit geflagt, en toond zyne teekening alleen
door het vergrootglas ; het hoofd en de borii zyn zwart, gelyk ook de dekfchaalen
, deze hebben onregelinatige banden, vaa welke de tweede de banden
der dekfchilden niet raakt; en de derde band heeft twee zwarte fiipjes;
de Xpcipten ?yn,zo lang als het Iigchaam, de poptea zjn zwart en geel gemen
»
ORDE. II. GESLACHT. BOKKEN.
is het Wyfje,het Mar
ger fprieten. Hy woond in Europa.
25-
Rierigeld. Deze Mannetje iskleinder, bruiner, en heefclanfprie
104. ARGUS.
Een dikke, en in eengedrongen, kleine, zwarte Bok, met roode ksakbeetidereu,
verder geheel bruin, met eene rolronde borft; aan yderzydeheefc
hy twee oogjes, die aan elkander grenzen, met roeftcoleurige randjes,
en een zwarc oogje. Op de dekfchaalen zyn 'er twee eenigzints driehoekige
vlakken, die zwart zyn, met eene roeilverwige rand, de fprieten
zyn zo lang als het Iigchaam , de pooten zwartagtig.
Hy woond in Zwiczerland.
105. ZWARTPOOT.
Deze komt.in houding en door de wolligheid van het hoofd zeer na aan
de barterd bokjes, het hoofd van vooren ruigrood, van agter zwarc, de
borft rolrond, oranje verwig met twee zwarte flipjes, de dekfchaalen donker
zwart met eene oranje naad en rand, en hy is van onder oranje met
zwarce voeten. Hy woond in Duitfchland.
106. ZAAGSPRIET.
Deze heeft een zeer dikke kop, eene rolronde borft , zonder doorns, de
dekfchaalen uitgefneden, de verw is bleek bruin met twee in de lengte loopende
zwarte banden op de borit. De dekfchaalen fyn geilipc, met in de
lengte loopende ilipjes en aan de einden gevlakt, de fprieten langer dan hec
Iigchaam, van onder doornig met zeer kleine ^doorntjes.
H y woond in Europa.
107. DE WRATTIGE.
Het hoofd en de boril zyn ronder dan by den voorigen, de dekfchaalen
niet uitgefneeden, maar wrattig met langwerpige wratten, de verw is alom
grys , de fprieten matig. Hy woond in Europa,
log. DE SESVLAK.
Hy heeft een groot hoofd dat zeer zwart is, een kogelronde borft, kleiner
dan het hoofd, de dekfcbilden roodagcig geel met zes zwarte vlakken, waar
van de twee bovenfte in yder dekfchild kleiner zyn, de agterfte grooter> de
fprieten m'ddeimatig, hy is van onder geheel zwart.
V/oond in Duitfchland, en Holland.
109. DE SCHILDDRAGER.
Hy is van grootte als de voorige, borft en hoofd zyn zwart, gelyk ook
D de
f !
i