D E H X - A E B E E L D I N G .
I N het Water tot Surinaame waft een födrt van K e r ffe , heeft d'ikke gladJe zappige
bladen, den fteel is geelachtig groen, met licht roöde bloeifel, men gebruikt die
als Spinagc ook tot Slaa. By deze Water- Kerffe zal tot voleindinge van rayn Werk
der infecten niet qualyk paflen een Wa ter-T tier of P a d d e , waar van het wyfken haare
joncren op de rugge draagt, hebbende haar Baarmoeder längs den rugge heen , daar in
ie haar zaaden ontfangt en aanqueekt, d e z e tot haar rypheid gekomen zynde, werkten
haar zelven uit de huid, kruipende een na den anderen daar uit als uit een F y ;
dit ziende fmect ik de onde in Brandewyn met haare overige jong ns, die fommige
met het hooft, fommige half uit waren. Deze Padden worden daar van de Swarten
gegeeten, die fe Vöor een zeer goede Ipys houden, fy zyn fwartachtig bruin, de
voorfte pooten gelyken aan Kikvorfchen-pooten, maar de achterfte zyn als Eendcnvoeten.
-
1 k heb ook laaten hoorntjes uit de grond der Zee opviften , öm te zien wat voot
Becftjens daar in zitten mogten, ik heb dan zeer veel gehad, J daar de Beeftjens nog
levendig in zaten, ik heb verfeheide met geweld daar uit getrokken , en bevonden
datze van vooren een ioort van Kreefteri waren» maar van achter waren ze Makken
in het hoorntje ingedraait, des daags lagen fe ftil , maar des nachts maakten ze een
ftil geluid met haare pooten, en waren zeer onruftigv
D E LX . A F R e E L D IN G .
IN January 1701. begaf ik my ln het bofeh tot Surinaame om te zien of iets ont-
dekken kdnde, ik vond deze Bloem aan een Boom, die cierlyk rood was, van
naam en eigenichap aan de lnwoonders des zelven Lands onbekend.. ^
Hier vond ik een Ichoone groote roode Rups, die op elken lid dne blaauwe co-
rallen en op ieder coral een fwarten pluim had , ik dachte hem met de bladen van
dezen Boom te fpyfen, maar hy heeft zig ten eerften ingefponnen, en is tot zulk een
raare Poppetjen geworden, zo dat ik niet zeeker weet of ik fyne rechte fpyfe hebge-
vonden of niet Den i+. January quam een zulke fchoone Cappelle daar ult, lyn
achterfte vleugels zyn van binnen fchoon blaauw , de voorfte bruin met een witten
ftreep daar doör heen, met wat blaauw, gelyk hier vliegend vertoond word, debui-
tenfte vleugels hebben drie ronde boogen met fwart, geel en bruin,. en zeer fchoon
gevlamt, gelyk hier zittend vertoond word , in Holland word hy de Groote Atlas
^ Wilde Wefpe o f Maribottfe van de lnwoonders genaamt, werden op Surinaameoveral
gevonden, zelfs in de huizen en in het veld, zyn bruinachtig van coleur, fe fteeken
de menfehen en beeilen die haar näderen , en haar in haar doen verftooren , fy
maaken huiskens als in Europa van allerlei aardige fabryk. waardig om te befchou-
wen. men ziet daar in merkteekenen van voorzigtigheid, hoe: fy tegens regen
en wind eebouwt zyn, om haar zaad in zekerheid teleggen, uitditzaadkomteerft
een wittenWorm, gelyk een onder de Rups legt, dezeveranderdallenskens in zulke
foort van wilde Beijen, die een plage des zelven Lands zyn.