D E IV . A F ß E E L D I N G .
DTt K ru id word in A mcrica Mmyhot en M-anyot, en hct brood , dat uit de wor-
tel van dit kruid wcrd gcmaakt, Cajfave genaamt, hct waft 8 ä 9 voet h o o g ,
heeft een roode ftam ofte fte c l; om dit kruid te verm enig vu ldig en , z o fn yd men
de ftcel aan ftukken, elk een hand lang en plant die in de aarde : even g elyk men
mct het zuiker-riet d o e t, een jaar daar na gebruikt men de vvortel om brood daar a f
te maken, gelyk in het volgende blad Fig. 5. te zien is.
Deze bruine hairige Rupie heb ik Anno 1700. in Juny op dit kruid gcvonden,
ectende deszelfs bladen, waar meede ik hem toc den 12. Juni gefpyft heb, wanneer
liy in een Poppet je veranderde, gelyk een op het blad hangt: den 1. Juli kwam zo-
danig een wit en bruin gcvlakt Cappelletjen daar uit tc voorichijn, waar van ik een
menigte in de Cafläva akkers van den Heer van Vreedenburg hebbe zien vliegen,
alwaar ik 00k deze verandering waargenoomen heb.
Tot vercieringe van het blad heb ik nog een )onge Sauwgard op de Caffa-va ileel
gezet, fy worden zo groot als een Crocodil 30 a 14 voet lang,fy leven van doode
beeilen, dog vallen geen leevendige menfehen aan, gelyk deCrocodillen, dewyf-
jens leggen eijeren, waar toe fe een gat in het zand maaken aan den oever der ri-
vieren, daar de zon dezelve uitbroeit; de Indianen eeten de eijeren, welke zo
groot zyn als Kalkoenen eijeren , maar wat langwerpiger. De Sauvcgardcn leeven
op het land en in het water, als zy geen dood beeil of vifch vinden , zo eeten ze
mieren en vliegen. Van diergelyke Gediertens zoude nog een geheel werk können
volgen, wanneer ik zie, dat dit Werk van de Liefhebbers bemind en wel getrok-
ken word.
Verfcheide gyn de gemäßen, ■ uit welkers wertel\ w el die geen te w esen, die bet rneeße brood in Weß-
in America de Inwoonderen brood bakken: uit de\ Indien uitlevert, verfcheide benaamingen heeft dit ge-
jucca foliis Aloes, gelyk Aldinus in horto famefia- J was, als Manihot Theveti, juca & Caflàvi J. B.
110 getuigt ; uit een meede fio rte van Arum, gelyk I Hiucca live Mandioca ex qua Caflàvi Perkin-
ik in myn froludia botánica hebbe, welke Arum tny j foni. Manihot indorum live juca foliis cannabinis.B.
had me de gedeelt de Heer N aß , daar by voegende, I Pin. Ricinus minor, viticis obtufu folio, caulc ver-
dat uit dejjelfs wortel meede een brood voor de India- J rucofo, flore pentapetalo, albido, ex cujus radice
nen gemaakt word, welke Arum als noch in de Am-1 tuberofa fucco venenato túrgida Americani panem
ßerdamfebe Medecyn hof waß ; de Manihot fihynt I conficiunt. Sloan. Catal. plant, jamaic.