D E II. A F B E E L D I N G .
I S een rype A n a n a s , als men die eeten wil, werd fy gefchilt, de fchille is een
duim dik, als die te dun werd afgefchilt, zoo blyven daar aan zitten fcharpe
haartjes, die in het eeten zieh in de tonge zetten, en veel pyne veroorzaken. Den
fmaak dezer vrucht is , als of men druiven , apricofen, aalbefien, appel en
peeren onder een gemengt hadde, die men alle te gelyk daar in ptoeft. Haar reuk
is lieflyk en fterk s als men die opinyd, zo ruikt de heele kamer daar na De kroon
en de fpruiten, die ter zyde uitfehieten, legt men in de grond , die weder nieuwe
planten werden, fy groeijen zo gemaklyk als onkruit, zes maanden hebben de jon-
ge fpruiten noodig tot haare volkome rypheid. Men eet zc rauw en gekookt, ook
¡tan men wynenbrandewyndaar uit perifenen branden,die beide heerlyk van fmaak
zyn en alle andere te boven gaan.
De Rups die op deeie Ananas fit, vond ik in het gras by de Ananaifen Anno
1700. in t begin van May ; fy is ligt groen met een roode en witte ftreep längs
het geheele lichaam. Den 10. May veranderde zy in een Poppetjen, daar den 18.
May een zeer fchoone Capel uit voort kwam, geel met fchoone blinkende en groene
vlakken vercierd, gelyk als een zodanige zittend en vliegend vertoond word.
Op de kroon van de Ananas zit een klein roodachtig Wormken, dat een dun
gefpinft maakt, daar een klein Poppetje in legt., het welke is het Wormke, dat de
Couchenille verteert,ik heb diergelyke veel gehad,cn is genoeg in deCouchenille
tevinden, liierte Landes daar een iegelyk, die curieus is , zulks nazoeken kan.
Boven het gefpinft van dat Wormke legt een Poppetje, wiens velletje ik geopent,
en deCouchenille daar in ge vonden heb, welke Couchenille wat hooger op de kroon
vertoond werd, en niet anders is als het lichaam van de twee Torretjes, die hier
.ftaandc en vliegende vertood werden, wiens roode vleugels met fwarte randenom-
vat zyn. Dit heb ik maar tot vercieringe van ’t blad bygezet, zynde uit drooge
Couchenille opgezocht, en geen Amcricaanfche veranderingen, het welk ook andere
curieufe Onderzoekers alzo gevonden hebben. Onder dezelve de Heer Leeu-
.wenhoek, miffive 60. en 28. November 1687. pag. 141. tot 144. Doctor Blankart
de 1 nfedtis fol. 215.
De Capelle door het vergroot-glas gezien, daar van vertoont zig het meel op de
vleugels als vilfchobben, met 5. takjes is elke lchob,met lange hairen opde zelve,
de fchobben leggen regulier, dat men die zonder groote moeite zou können teilen,
het lichaam is vol vederen met hairen doorvlogten.