V E R Ä N D E R U N G D E R S U R IN A A M S C H E IN S E C T E N . 23
D E XXIII. A F B E E L D I N G .
DEze ligt geele vrucht noemt men ‘Baccovcs, en is een geflacht van ’Bannanes>
als numero 12. vertoond is, welkers ftam eenderlei bladen heeft als dezelve,
en differeren niet anders als in Europa de appels cn peeren , deze Baccoves is wel
zo zacht van vlees, als de Bannanas, heeft eenderlei gebruik als dezelve , behalve
dat men deze vrucht gebruikt om de Azyn haaft zuur te maken , die uit zuiker en
water bereid vvord.
De bruine Rups, die ik op de bladen van deze boom gevonden heb, heeft vier
fleekels op den rüg, het hooft vertoond fig gekroont, den ftert gelpleten, de voe-
tcn zyn rood. Den 3. December heeft fy fig vaft gemaakt , en is tot een houtvervi-
ge Poppetjen geworden, die twee zilvere vlakken op elke zyde had, uit deze Pop
kwam den 20. December een Ichone Cappelle voort, op de binnenfte zyde zyn de
twee bovenfte vleugels licht oker vervig; en de twee andere fchoon blauw, de bui-
tenfte zyde van de geheele Capelle is geel, bruin, wit en fivart geflreept, word in
Holland den kleinen Atlas gcnaamt.
De blauwe Hagadis met haare eyers vertoone ik voornamentlyk hier by , om het
blad te vercieren, ly had haar neft in myn huis in de grond gemaakt , in het neft
lagen vier eyeren , wit en rond , zo als op den fteel drie te zien zyn , deze heb ik
op myn reize naar Holland mede Icheep genomen, daar my den jonge Hagadiflen
op Zee uitkwamen , zo klein als op den fteel een te zien is , maar uit gebrek van
haar moeder en voetzel, zyn ly geftorven.
*Dit iy een zportevandenMuüScr&pionis, die\het eerße deel van den Hortay Adalabaricuy op
op het twaalfde blad werd afgebeeld, •veel en "ver- 1 het tmnttgße blad opgetelt , en met dey %elfs on-
Jcheiden zoorten zyn onder het geflacht 'oan den Mufa I derfchetd befchreeven werden.
te winden, die tot zeftten onder/cheiden zporten in 1