D E L V. A F B E E L D I N G .
i N dia a n fe Peper of Tiem en t waft een halve man hoog , het bloeifel is wit» in hct
midden violet, den ftam groen en hard , de bladen gras-groen en weck, de
vrucht in het begin groen, daar na fchoon rood ; Ik zette hier vier foorten aan de-
ze Plant, wyl de bladen en bloeifel eenderlei zyn, behalven dat de een wat grooter
of kleinder is, na den aart der vrucht. De vrucht is heet en fcharp , de Indianen
vryven fe op haar brood als fe eeten , de Hollanders (neiden fe klein en eeten fe tot
vleefeh en viich, doen fe ook in laufen en azyn, &c.
Op dezen Peper vond ik deze fehoone groote Rups, die een rooden ftreep aan elke
zyde over de laugte des Iyfs, en een witten ftreep over den ganfehen rug had, op het ach-
terftelideenroofeverwigehoorn, enopelklideengeelevlak met roofenverw omtrok-
ken , hy at niet allecn deze bladen , maat den Peper zelfs , den 22. January is hy
tot een bruin Poppetje geworden, en den r6. February quam een zulkcgraauweUil
daar uit, hebbende op elke zyde des lichaams vyf gout-geele vlakken , iy vloog
maar des nachts, maar des daags was fe heel ftil.
D/i gewas is de Capficum va n Dodenaus en I men voorgeßelt werden in de Inßitutiones res S e r -
Tournejort, en Piper Indicum 'van J : en C : Bau- j hart* van Tournefort, en waar van veel le<vem~
binus, weikers onderfcheid meeß in de vrucht beßaat, i grootte werden afgebeeld in de fiortus Byßctten-
zynde bet getal der ogive zeer veel die met haar naa- \fis.