Ìs een tak van een zeet hoogen Boom in het wilde waiTende , fijne bladen zyn
hatd en ftyf » aan de fteelen van het hout waft een ruigte met ronde hoorntjes,
datze in de Medicyne tegen de quälen van de Longe gebruiken. Dezcn Boom word
M a rm iU d e - i)o o s ie s -rBoom genaamt , van wegen fijn viucht die hy voortbrengt j deze
vrucht is van buiten ruig en hairig, eerft groen, daar na houd geel en hard : men
fiiyd die in het midden door, en eet het binnenfte, dat met de Europeiiche Mifpe-
len veel overeemkomfte heeft, in fmaak, coleur en zaaden , en de fchille is als een
doos , waarom fy Marmelade-doos genaamt word.
Op dezen Boom vond ik eenfoort van Rupien, die ruige fteekels op het lyf hadi
aan welkers uit-einde ietwes als een fterntjen aan vaft zat, doorgaans fwart, hy nut-
tigde dit harde Ioof. Dens. April is hy in een Poppetjen verändert, na dat zig aan
het hout van deze Boom had vaft gemaakt ; en is den 18. April een fehoon Cappelle
daar uit voortgekoofflen, die men in Holland Ragie de la Reine nöemt.
Dee^e 'Boom beeft veel overeenkpmß met dieUabarica, onder de naam van Pomifera Indica Tin-
boom , die in d e Hortus Malabaricus onder de\ &oria Janipaba difta R aji Hiftoria : het cnderfcheid
naam va n Panicsjika-Maram, als ook met den naam alleen te zyn in de Bloemkelk, die de vrucht
van Janipaba man rPifo befchreven is , die met vecUin de Hortus Malabaricus onderfleant.
andere naamen werd voorgejlelt in de Flora Ada-\