D E XXII. A F B E E L D I N G .
DE z c roode Lelien wallen op een wittc bol in het wild , hare eigenichap is nict
bekent, haare groene bladen hebben een luifter als de zydc. Ik heb van de
bollen eenige mede gebracht, die hebben in dehoven van Holland eerfthaarbloe-
men, en daar na haar bladen voortgebracht.
Deze op het groene blad leggende hairige Rups, heeft een roode kop en toode
voeten, het lyf heeft blauwe vlakken met geele ringen omzet, de hairen zyn fwart
en hard als yzerdraat> fy neemen de groene bladen tot hare Ipyle, den 4. Juny heeft
fy een ovaal gefpinft gemaakt, en is daar in tot een bruine Poppeken geworden,
gelyk een in het midden van de plant legt, waar uit den 30. Juny een fchooneUil-
ke voortkwam, haar voorfte vleugels waren hout ofte lichte oker vetwigh , de
achterfte vleugels zyn oranjen verf met fwarte vlakke, gelyk hier een vliegendver-
toond wörd.
De kleine roode Rups, met groene en wittc ftreepen , heb ik in het gras gevon-
den tot Surinamen naaft deze Lelien, den 10. Augufti maakte fy een wit gefpinft
gelyk op het groene blad legt, hier uit is den 24. Augufti, een geele eniwartevlic-
ge, (als hier vertoont word) voortgekomen.
Deze Rups is heel vetfchillende van die No. 12.0p de Banana, ende brengt echter
by na een zoort van Uilen voort.
D it gtmu is de Lilio-Narciffus Polyanthos, \difits 'Kntmius iefclireiven met de nnàm -ve» L i-
flore incarnato, fundo ex Luteo albefcenteSloanellium Americanum puniceo flore, Bella dona die-
Cat. Jamaic. en wtrd van Hermans in zgn Para-1 tum.