D E XLV. A F B E E L D I N G .
D Eze Flos Pavonis, is een plant negcn voeten hoog, draagt geel en roode bloe-
men; het zaad wordgebruikt voor Vrouwen die in baarens-nood zyn, om
den arbeid voort tezetten. De Indianen, die niet wel gehandeld worden, als ze by
de Hollanders in dienft zyn , dryven daar mede haare kinders a f , niet willende dat
haare kinders Slaven zyn, gelyk als zy. De fwarte Slavinnen van Guinea en Angola,
moeten al heel heuflyk getrafteert werden, of fy begeeren geen kinders in dezen-
hären flaaffen ftaat, krygen ook geen, ja fy brengen haar zelven by wylen om het
leven, wegens het gewoonlyke harde tra&ement dat men haar aandoet, want fy zyn
van gevoclen, dat fy in haar Land van haare vrienden in een vreijen ftaat wederom
herbooren zullen werden, gelyk iy my uit haar eigen mond onderrecht hebben.
De Rupfen, die zig onthouden op deze plant, zyn licht zee-groen, ecten des-
zelfs groene bladen. Den 22. January 1700. hebben fy haar zelver neder gelegt,cn
zyn tot bruine Poppetjes geworden ; den 16. February quamen graauwe Motten of
Uilkens daar uit, zuigende met hären fnuit de Honig uit de Bloemen •• gelyk boven
een vliegend vertoond word.
De%e Boom werd in het fefde Deel van de Hör- j
tus Adalabarieus , onder de naam va n Tijecti-
Mandaru, afgbeeld en hefchreeven; met verfcheide
andere benaamingen werd fy 00k. by andere voorge-
f i e l t , die alle in de Flora A4alabartca onder de
votrnaam van Crifta Pavonis coronillse folio prima
, &c. te vinden zyn : en dewyl Tournefort be-
vond dat dit gewafch onder gern geflacht tot noch toe
bebend konde gebracht worden , heeft een nieuw geflacht
daar va n gemaakt, en onder de naam van
Poinciana flore pulchcrrimo voorgeftelt.