D E I. A F B E E L D I N G .
D E Ananas zynde de voornaamfte aller eetbare vruchten, is ook billyk de eerfte
van die Werk en van myne ondervindinge ; in 't eerfte blad word fy bloeien-
de vertoond, gelyk in het volgende een rype zal te zien zyn. De kleine geco
leurde bladeren dicht onder de vrucht zyn als een rood fatyn met geele vlakken
vercierd, de kleine uitfpruitzels aan de kanten groeijen voort, als de rype vrucht
afgeplukt is, de lange bladeren zyn van buiten ligt zee-groen , van binnen gras-
groen, aan de kanten wat roodachtig met fcharpe doornen voorzien. ln ’t overi-
ge is de cierlykheid en fraeiheid dezer vrucht van vericheidene Gcleerdcn , als van
de Heeren Pifo en Markgrame in haar Hiftorien man B ra f t e l, Reede in z,yn e lf de ‘D eel man de
Horlus Maleharicus , en Commelin in het eerße gedeelte man den Amßerdamfche H o f, als Odk
van anderen wytloopig belchrecven, zal my dierhalven daar mede nict ophouden,
maar tot myn ondervindingen der Infeilen voortgaan.
Kakkerlakken zyn de bekendfte aller Infeiten in America , wegens de groote
fchade en ongemakken, die fy allen Inwoonderen aandoen,- bedervende alle'haaren
wollen, linnen, fpys en drank, zoetigheid is haar ordinaar voedzel, daarom fy
deze vrucht zeer genegen zyn, zy leggen haar zaad dicht by malkander, met een
rond gelpinft omgeeven, als zommige lpinnen hier te lande doen; als de eyers ryp
zyn, en de jongc volmaakt, byten fy zieh door haar eijerneft en loopen de jonge
Kakkerlakjes met groote raifigheid daar uit, en zynde zoo klein als mieren, zoo
weeten fy in de killen en kalten te komen door de vocgzels en fleutelgaatjes , daar
fy dan alles bederven > fy worden dan eindelyk zoo groot , gelyk op het voorfte
blad te zien is , van coleur bruin en wit. Als fy nu haare volkoomene grootheid
hebben, dan barft haare huit op den rüg op, en komt een gevleugelde Kakkerlak
daar uit, week en wit, de huit blyft in haare forme leggen, als of het een Kakkerlak
was, maar leedig van binnen.
Op de andere zyde van deze vrucht is een andere foort van Kakkerlakken. Deze
draagen haar zaad onder haar lyf in een bruiri zakjen, als men die aanraakt, laaten
fe het fakje vallen, om beter te können ontvluchten, uit dit zakje komen de jonge-
tjes, en veränderen als de voorgaande groote, zonder onderfcheid.
De besondere bettaamingen , twaar meeae dit ge- I over de t'jjaalf deelen van ’t Malabarfehe Kruid
was van verfeheide Autheuren werdgenaamt, zyn 1 gemaakt.
by den andere te vinden, in myn Flora Malebartca, *