B A I L L J U W
E N
D Y K G R A A F
Van de lVatergraefs-<JMeer, enz. enz. enz.
|Oorlugte Hoofdtelg van uw Hooggebooren Stam,
Groot Agtbre Schepen van ons magtig Amiterdam,
En wakkxe Raedtsheer, laet uw heusheit’t niet mishaegen,
Dat ik dit Boekjuweel u nedrigh op kora draegen,
Zoo zal de naem van SCOTT aan’tWerk van MERIAEN
Een luifter geven, door geene Eeuwen te vergaen.
Dit is de wenich
Van
U Wel - Edelens
Ondcrdanigen en Verpligten Dienaar,
JO A N N E S O O S T E RW Y K .
D E
U Y T G E E V E R
TOT DEN L E E Z E
|Yt de Voorreeden, door Wyle TufFrouw MARIA SY*
¡B I L L A M E R IA E N gedaen , zal de Leezerten vollen onderricht
9 zyn vvat van dit Werk te zeggen is , en tot hoc verre die kunftryke en
lonvermoeide Vrouwe het gebragt heeft: Hierom heb ik niet anders te
berichten, dan dat na het oVerlyden dier yverige Vrouwe,en hct vertrck van haerc
Dochters, de eene naar Surinaeme en de andere naar Moskovien, dit heerlyke
Werk der Surinaemfche Infeiten, gelyk ook dat der Europeefche, my door aan-
koop is eigen geworden, wanneer ik , bevindende dat zy deze Werken by gedeel-
tens wel uitgegeven, doch aen geen van beide de laafte hand geilagen had , aen-
ftonds voornam om het Werk der Europeeiche Infeilen te voltooijen en uit te geven,
gelyk ik ook het een en het ander, zo wel in hct Latyn, als in het Neder-
duits volbragt hebbe. Doch zulks is alomme bekent,
Veele fwarighedcn deeden zieh in dit groote Werk op; want een groot gedeelte
der aftekeningen van de Surinaemfche Infeiten met hun voedfel , waar van wel
eenige Tekeningen, doch verre de minfte, in ’t Köper begonnen waaren, mächtig
geworden, beiloot ik op aanraadinge van verfcheide ICunft-beminnaars dit heerlyke
Werk , volgens het voornemen van de naarftige M A R IA S Y B 1 L L A M ER
IA E N zelve, te brengen tot fijn volkomentheid , en daar en boven met eene
künftige Tytelplaat en andere Vercierfelen te verheerlyken s maar myn voornemen
waare ver te kort gefchooten , en de fwaare koften zouden vergeefs zyn geweeft,
indien de groote Kenner en Bezitter van menige zeldzaamheden , de Heer Z.
S C H Y N V Ö E T (om zyne deugden en vernuft van yder een bemint) my niet
was te hulp gekomen, en het zelve tot dit volle beilag, waar in het nu de Waereld
word medegedeelt, zonder ooit in het toekomende eenige veranderinge onderwor-
pen te können zyn, vermits al het Surinaamfche , dat onder de Overledene was
beruftende, in ’t Köper is gebragt, en zy uit der tyd gefcheidcn is , hadhelpen
brengen. Ik hebbe tot een aanhangfel hier nog twee Kunftplaaten by gevoegt,
welker Tekeningen my uit het Kabinet van den bekenden Liefhebber, den Heere
A. S E B A , edelmoedig zy medegedeelt. Gelyk op pag. so. en 51. kan gezien
worden.
JO A N N E S O OS T ERWYK .