V E R A N D E R I N G D E R S U R IN A A M S C H E IN S E C T E N . 19
D E XIX. A F B E E L D I N G .
V Ertoönt een Guaiaves tak , na de vrucht van de Indianen GaaUves genaamt,
den boom waft zo hoog als een appelboom in Duitfland , de bladen als de
pruime bladen , de bloeifel is wit met veel kleine geele vezeltjes , de vrucht heeft
een dünne geele Ichelle, het vleefch is roodachtig, en aangenaam om teeeten, zo
wel rauw uit der hand als gekookt, fy zyn van binnen volkleine zaadjes in een roode
vogtigheit leggende, die ook rauw gegeten goed is, rnaar als men die kooken wil,
zo doet men met een lepel alle deze zaaden en vogt daar uit. MenmaaktTaartenen
Conferven daar van , fy wallen zeer gemaklyk, alzo ly natuurlyk aan het land zyn,
en veel dezer boomen in het wilt of Bolcagie gevonden werden.
Dezer grooten Rupien» heb ilc veel op de voornoemde boom gevonden, enmet
deszelfs bladen gelpyft, ly zyn wit met fwarte ftreepen , hebben op elke zyde 50.
blinkende roode coraalkens, den Heer Lcuwenhoek oordeelt dir Het oogen zyn,
miflive 146. pag. 430. a 452 , ik heb tot dato dezes niet können afneemen dat het
oogen zyn, mynes oordeels moftenle als dan van achteren, en ter zyden haarelpys
ondekken können, het welke tot nog toe niet ondervonden heb, altoos fy hebben
geen oogvlies over dezelve. Als fy volwalfen zyn , maken fy een groot grauw gc-
lpinft, aan den boom hangende, dan veränderen fy in Poppetjes, gelyk my Anno
1699. den 20. Oftober gefchied is, waar uit den 22. January zodanige witte met
iwartc ftreepen vercierde Uilen kwamen. Uit zommige Rupien kwamen witte maa-
den, welke na tien dagen in Ichoone groene vliegen veranderden.
De bovenfte groene Rups , heb ik met deze bladen gelpyft tot den 2. Augufti
1700. wanneer het in een Poppetjen veranderde als aan het blad hangt, uit het welke
den 15. 16. en 17. zulke door lichtige fwart gevlakte Capelletjes kwamen.
De twee takten op dit en het rvoorgaande blad afge-
beelt, 7^n tacken 'oan de Guajava alba-dulcis, in
het drienfißigfte hooftdeel 'van de ¿ A mßerdam/che
hof befchreeven, 'van welke twee ?$orten in den Am-
fierdam/che hofgeqtteekt worden, die daar me er dan
eenmaal bloem en 'oruebtgegeven hebben'. de ruer-\
fchetdene benaamtnge, waar medeverfcheidene A ntearen
defe boom hebben voorgeflelt o f te befchree-
•ven, ?gn alle te 'linden in myn Flora Malabarica,
onder de naatn va n Guajava alba dulcís, fructu
longiorc Herrn. Caral.