De twee hier tegen over af(
lieden; en echter, door hum
verre van elkanderen afgelegen
aan ’t hoofd dezer Versamelin
zo klein plekje gronds, zo vi
Bataafsche gemeenebeet. Indiei
waarnemingen des aangaande zj
eene Zeeëngte, niet alleen, es
zaam is om verscheidenheden
zy z y u , of zelfs zo als zy be
wy tot onze Zeeuwsche landlied
denheden in de klederdragt van
Walcheren; en in de buurt Z q
het overige eiland,.
Het Vrouwtje brengt naar d
overgedekt: de Man brengt ’er
den zyn.
Het eerde pronkt met eenen
noods, meer naar vooren omgebo
onder is het hoofd bedekt met ck
den krullen. Om den blanken
gedekt; en over de schouders is
den rug geknoopt wordt. H
lingftukje boven aan den band;
Schoenen laag op den v o et, met
De kleding van den Boer (zy
lengte van het lyf en dc breedtej
Journal des Dames et des Modes;
fchen boer is van zwart o f graam
van dezelfde koleur. Dat zyn
toegeschreven worden: de gestree
hem en zyne landlieden een ftuk i
oog vertoond worden. Blyft noj
zyne handen houdt: het is een
springen, e n , wanneer de wege
voort te duuwen. Lucht en aardl
derhoud nodig is: duizende van w
ters, hebben zy in overvloed vettei
boter en vleesch; van de kogmist
’« winters to t brandstof strekt. D