Niemand verlaat het aangenaams Zeist, zonder het Broederen - huis en de daarnevens te vinden fchdone-
winkels te bezoeken. Wanneer men, op het groote plein komt, alwaar de broeders in naast maikanderen
staande huizen woonen, dan scheldt men aan het broederhuis. De broeder die de deur opent’, geleidt, met
de grootste dienstvaardigheid, doch zonder eenige pligtpleging, de vreemden dosr alle de winkels heénen.
Deze winkels, in verscheidene vertrekken verdeeld, zijn ook van verschillenden aart: men vindt ’ èr Leêrbe-
reiders, Brood- en Pastey. bakkers, Goud- en Zilver Smits, Boeken-Binders, Handschoenen ■ Maakers,
Blikwerkers, Kasten - Maakers, en meer anderen: in ’ t algemeen verdienen hunne waaren de voorkeur
dte men aan dezelve geeft. Dezelfde Broeder legt den nieuwsgierigen, de koopwaaren , daar zij naar
vraagen, voor hen open; verkoopt wat men begeert, doch zonder éénen penning van het gevraagde* geld
af te lateo dingen’ , om dat ’er op alles een bijzonder vaste prijs gesteld is. Hier (pi, ö .) biedt de
Broeder winkelier eene Noordholiandsche jonge dochter, een’ naaldenkooker aan. — Een wit'gepoederde
paruik met twee rijen krullen , een blaauwe rok een zwart ondergoed: ziedaar d* algemeene dragt van deze
en de overige broeders.
Er is iets meer strelend en bevallig voor het oog in de kleding van- de koopster, Deeze verbeeldt eene
kmaarsche jonge dochter; de jonge dochters van Alkmaar, zegt men, houden veef van aardige nette
nmstenjen. Het gedeelte van heur optooisel hetwelk haar voornamelijk onderscheidt, rs het zogenaamde
oordhollandsche kap. Dit zeer enge kapsel zou aan allerleie aangezichten niet passen ; maar bevalt bijzonder op
*“ , ' k0pie “ et bl002ende koonen en schoone oogen: nu schept natuur geen anderen-door bijnageheel
Noordholland. Dat Noordholiandsche hoofdtooisel bestaat vooreerst in -eene witte ondermuts met
geborduurde zwarte bloemen, welke juist om het hoofd fluitende, alle het hair omvat en verbergt behal-
ven een paar kleine krulletjes, die aan de beide zijden van het voorhoofd flangs gewijze nedervallen. en op
de wangen speeien. Aan deze ondermuts ligt een brede band van dun geflagen goud, tot aan de ooren Ioo-
pende, alwaar dezelve in twee langwerpig vierkante pooten eindigt. Op deze gouden pooten rusten
met het breede einde twee spits oploopende gouden naalden, die de muts van vooren tegen het hoofd
drukken Eindelrjk steekt een derde naald met het spitse einde onder de muts, terwijl het breede einde
zomwijlen met paerlen en edelgesteenten vercierd, zig dwars langs het voorhoofd buigt. Dit alles is vervol’
gens, met het eigenlijk gezegde Kap overdekt, zijnde eene muts waarvan de bodem, van zeer doorfchijnend
gaafe gemaakt, het onderste gedeelte van dit hoofdhnirel juist omvat, zonder iets van het zwart borduur*
werk nog van al het gand waar van gesprooken is , voor het oog te verbergen. Het voorste gedeelte van
it ap bestaat in eene op het voorhoofd liggende sierlijk met witte bloemen geborduurde Strook, terwijl
het agterste gedeelte zeer net geplooid en met een fraaije kant omzet, langs den nek en op de fchou- '
«Iers zwiert. Een katoene jak met gekoleurde bloemen en lange mouwen, een groene greinen o f kamelotten
NoordhollandfcTe3 vrouwen »*l j B -innenswaasdiga