Ik zal u door eene proef de grootere voortreffelijkheid bij lage
temperaturen van geharde getah-pertja, boven bet natuurlijke
materiaal, aantoonen.
De bak die ik hier voor mij heb staan, stelt een Poolzee in
het klein voor, waarop drie, van verschillende soorten getah-pertja
vervaardigde, bootjes drijven.
De booten zijn door vlaggen van verschillende kleur onderscheiden.
Die met de roode vlag is van de beste Pahang gemaakt, de
zwarte van getvone getah-pertja en die de witte vlag voert, is van
hetzelfde materiaal als de laatste, behalve dat er nu geen hars
in is. Ik zal de booten achtereenvolgens uit het ijs nemen, ze
op een aanbeeld leggen en ze een slag met een houten hamer
geven.
Eerst de roode, welke zooais ge ziet, den slag zonder te breken
weerstaat; vervolgens de zwarte, die in stukken wordt geslagen
en dus de werking van het pak-ijs niet zou hebben weerstaan;
eindelijk neem ik de boot met de witte vlag en geef haar een
fermen slag, doch al sia ik zoo hard als ik kan, zij weerstaat
volkomen de slagen van den houten hamer.
De bootjes zijn in den bak verscheidene uren tusschen het ijs
geweest; doch daar zij slechts gedeeltelijk in het water zijn ge-
dompeld en de lucht in deze kamer vrij warm is, zijn de voorwaarden
natuurlijk niet zoo streng als zij in de Noordelijke
streken zouden zijn.
Ik heb daarom een andere proef voorbereid, om u te laten
zien wat daar in werkelijkheid zou plaats vinden.
Dit koperen vat met dubbele wanden bevat een mengsel van
tot poeder gestampt ijs en zout, de temperatuur is ongeveer lo
t 15® C. onder nul. ln dit mengsel zijn t
rschillende soorten getah-pertja gelegd, o
TABEL XVI. Ax-ALYSf .• Get.ah- pertj.a I
;en aantal reepjes van
die lage temperatuur
•: aan te nemen. Ik neem een van deze reepjes er vlug uit en geef
het een slag met een ijzeren hamer op een koud aanbeeld.
' Zooais ge ziet is er een barst ingekomen. Het is een reepje
■I Pahang.
; Ik neem een ander reepje en sla het op dezelfde manier; het
1' breekt dwars door: dit is een materiaal, dat een grooter hars-
i, gehalte bevat dan het vorige. Vervolgens het derde reepje; dit
’ weerstaat volkomen de slagen; het is geharde getah-pertja.
Deze proef toont duidelijk de uitstekende eigenschappen bij zeer
, lage temperatuur \-an dit materiaal boven het andere aan,
' Teneinde u een denkbeeld te geven, in hoe groote m.ate de
pln’sische en mechanische eigenschappen door verwijdering van
de hars worden gewijzigd, heb ik tabel XVII gemaakt, die zoo
is ingericht, dat zij onmiddellijk kan worden vergeleken met
tabel XIV, welke gelijke bijzonderheden aangeeft voor de verschillende
„soorten” van getah-pertja.
Een groot aantal materialen van gemiddelde qualiteit werden
in kleine stukjes gesneden, goed door elkaar gemengd en \’ei-
volgens in twee porties verdeeld. Een portie werd längs den
gewonen weg eenvoudig in water gew.asschen, de proeven met dit
gereinigde materiaal worden aangeduid door k ; de andere werd
behandeld met petroleumaether totdat bijna al de hars verwijderd
was en evenals de eerste gewasschen, de resultaten van deze proeven
zijn aangeduid door B. Op gelijke wijze werden andere gemengde
ruwe materialen behandeld met petroleumaether en dan op de
gewone manier gezuiverd, de proeven hiermede zijn aangeduid
door C, D en E.
l.ADEN V.AN EENIGE DER EER.STE ONDERZEESCHE KABELS.
Elektrische
eigenschappen per
kub. „knot” .
, -j- Inducee-
• Ï £ rend vermögen.
8 |> (Mikro-
farads)
1853
1857
Engeland-Frankrijk.
(Dover-Kaap Gtisnezl.
! Schotland-lerland.
I (Port Patrick-Donagliadee).
'' lerland-Newfoundland.
(Valentia-Trinity Bay).
Engeland-Nederland.
(Oxfordness-Haarlem).
Perzische Golf.
(Kurrachee-Bushire).
Zwarte Zee.
, (Kertch-Suchum Kahle).
1897
1897
73-8
76.1
589
2630
0.07S5
187s ' )
— -)
- =)
1897 *}
1865*)
:r stuk van dezen kabel bevatte 4.2 % water.
aanmaak van den kabel volgens Mr. Willoughby Smith junr.
r is mogelijk een weinig le hoog door de Chattertons composicie
cijfer is te laag, tengevolge van lange blootstelling aan de lucht- Een
nster bevatte 1.4 % water-
Mr. VA'illoughby Smith St. Journ. Soo. Telegr. Eng. 1375,
2) Cieen gegevens bekend voor deze kabels.
S) Ons eigen onderzoek van korte einden vnn
4) Clark en Sabine's Tabellen blz. 252.
T.VBEL XVII. Chemische s.amenstelling ; :h.axische en elektrische eigenschappen v. ■e getah-pertja.
Samenstelling in % .
Physische
' eigenschappen.
■ Mechanische i
eigenschappen.
Elektrische
eigenschappen.
p, kub. knot.
Omschrijving van h e t materiaal.
waarop ; g
ß
« d
1 y ' i l l l
1
. ®c. ®C. 1^
Gemiddelde qualiteit, gezuiverd längs den
gewonen weg................................................ ;
Hetzelfde materiaal gehard door verwij- \
dering der hars............................................ ’ 1 B '
i ' 54-7
93N
39-4
2.8
1 ^.7 3.^
2.3 1.7
37.7
i 57.2
' ^ i 1
1 33.^1
1
58,8
! 9 Î . 1 1
17 ' '592
1 % ■ 5662
360
285
_
34970
27410
, 0,0613
0,0575
Verschillende andere materialen gehard ( C ' 97-3 1.2 0,3 ■ 1.2 78.5: 1 53'3 i 94-4 I'/. ' 6757 380 ] 6640 0.0471
door verwijdering der h a r s .................. •; D 94, r 1,2 2.0 ; 2.7 78.4, . 60.3 1 90.0 I II 5937 425 !■ 10030 0,0608
1 E 94.9 0.8 2.2 j 2.7
i
61.6 ¡93.3 ■ li 5«o8 265 ; 8350 0,0588
De vergelijking tusschen A en B is wel leerzaam. De temperatuur
van week-worden is 37,7" C. voor getah-pertja welke längs
den getvonen weg is gezuiverd en C. voor het materiaal
dat door verwijdering van de hars is gehard. De tijd van harden
is voor het eerste 17 en voor het laatste slechts i minuut. De
b reeksterkte per vierk, Eng. duim steeg van 1,392 pond tot
c 662 pond, doch h e t uitrekkingspercentage verminderde.
De elektrische eigenschappen daarentegen worden slechts weimg
gewijzigd, de isoleering is de zelfde als te voren en de y ennm-
clering van h e t soorteiijk induceerend vermögen is waarschijnlijk te
wüten aan het geringere waterpercentage in het geharde raateriMl.
De verwijdering van d e h ars is in dit geval verre van volledig,
zooais de resultaten aantoonen. . ... , ,
H e t monster gemerkt C is in dit opzicht aanzienlijk beter, daar
het in d it geval gebruikte ruwe materiaal van de beste soort was,
en de uitkomsten verkregen met h e t geharde materiaal -¿ijn dien
overeenkomstig günstiger, in h e t bijzonder ten opzichte van de
reksterkte, welke buitengewoon hoog is, naroclijk 6757 pond
iKng.) per vierkante Eng. duim.
T-.___ 1:::.:^.. —ö*- 'P-iInöI
die van de Onvenahchte nu nagenoeg dezelfde is als de \friHe.
De getah-pertja uit bladeren die, zooais wij hebben gezien, bijna
' geheel uit gutta bestaat, komt na deze herleiding günstiger uit.
Volgens genomen proeven raet bolletjes van blad-getah-pertja,
' naar Sérullas’ en mijn eigen procédé gemaakt, is er geen onder-
' scheid tusschen die twee materialen ten opzichte van hun opslor-
' pingsvermogen van zuurstof.
' Een zekere overeenkomst tusschen de curven, yoorstelleiidc
de opslorping van zuurstof (fig. 57 en 58) en die welke het
opslorpen van water aantoont (fig. 44 en 45), is onrniskenbaar,
' ofschoon de volgorde door de verschillende materialen ingenomen
' niet in ieder geval geheel dezelfde is
: VERHOUniNG TEN OPZICHTE VAN OZON.
zuurstof door getah-pertja
bijzonder gevoelig is \
D'oor’ vergelijking met Tabel XIV kan
gegevene gemiddelde cijfers
1, dat de daarin
geval dit hooge cijfer naderen.
De vergdijkenderwijze lage isolatie en buitengewoon lageinductie
van monster C moeten worden toegeschreven aan de bijzondere
hoedanigheden van het ruwe materiaal en met aan de verwijdering
der hars.
De overblijvende monsters D en E werden verkregen uit ruwe .
materialen gelijk aan dat hetwelk voor B was gebruikt.
Het percentage aan hars, achtergebleven in E, is bij'zonder laag,
de temperatuur van 61,6® C, waarop het week wordt is een van
de hoogste tot hiertoe bij geharde materialen waargenoraen en ,
zeker hooger dan die van eenige natuurlijke soort van getah-pertja.
Opslorping van zuurstof.
Het is lang bekend dat atmosferische zuurstof in tegenwoordigheid
van licht de waarde van getah pertja vermindert; yer-
schillende proeven zijn in die richting genomen, doch ik geloof
eeen zoo uitvoeris als die, welke ik thans ga beschrijven.
Het doel v ,n d e« proeven was o.n bij gelijke voorwaarden
de gretigheid in het absorbeeren van zuurstof bij verscnillenoe
„soorten” getah-pertja te vergelijken. ,
Voor dit doel werden kleine bolletjes gezuiverde getah-pertja
van 8 vierk. cM. oppervlakte en 2 cM». inhoud in, met zuurstof
gevulde, glazen buizen gebracht en, omgekeerd, in bakken met
kwikzilver gehangen op de wijze zooais fig. 56 aangeeft.
Elke bak bevatte 6 zulke buizen en was zoo mgencnt, aat
elke buis aan een kvaan kon worden verbonden en dan met
zuurstof gevuld uit een van de door Brin’s Oxjgen Company
geleverde flesschen samengeperst zuurstof. Volgens onze analyse
bevatte deze zuurstof 7 pCt. stikstof, doch was overigens
voldoende zuiver voor dit doel. Elke buis had een inhoud van
ongeveer 30 cM®. en bevatte twee bolletjes ora de opslorjHiig te
bespoedigen. De buizen werden weder gevuld, zoodra de samenstelling
van het achterblijvende gas die van de atmosferische lucht
naclerde. .
De kwikzilverbakken werden buiten een venster in aen ziiiae-
lijken gevel van het laboratorium geplaatst en aan het volle
zonlicht blootgesteld, dit werd met een Jordan’s instrument ge-
registreerd.
De proef duurde 24 weken, van het laatste gedeeite van
April tot het begin van October iSgVi gedurende dien tijd had
dc zon ongeveer 6S0 imr beider gesehenen. De gemiddelde temperatuur
des daags was 19.8° C. .
De resultaten der proefnemingen zijn grafisch voorgestelcl m
fig. 57, de twaalf materialen zijn, als te voren, in 4 groepen
verdeeld. . , .
Ik vermeld nog, dat de hier gebruikte materialen dezelfde
waten als die waarvan het soorteiijk gewicht in tabel X- en het
opslorpingsvermogen van water, in de schetsen fig. 44 en 45 is
aangegeven. . , , ,1
De oiKlerlinge betrekking tusschen de drie leden van elke
groep (of klasse) is duidelijk zichtbaar. en bij vergelijking van de
verschillende groepen met elkander ziet men, dat de opslorping
op verre na het gvootst is bij de Souwrf/i en het kleinste bij de Witte.
Dit is nog duidelijker zichtbaar in fig. 58, waarop de zacht
gebogene middelste lijn de verschillende groepen (of klassen)
voorslelt cn waaraan ook cle opslorping van zuurstof door balata
eu getah-pertja nit bladeren is toegevoegd.
De hoeveelheden zuurstof, opgeslorpt door de twee batrt-
genoeracle materialen zijn, vreemcl genoeg, bijna dezelfde; gedurende
de eerste twimig weken was zij bij deze beide grooter dan bij
de Soondie, daarna minder.
Bij de opslorping van water zijn de cijfers teruggebracht tot
die van zuivere gutta, daar ook hier dc koolwaterstof het werkzame
bestanddeel is. . .
Aldus herlcid tot gelijke verhouding, is cle groote neiging
Soondie om zieh
De gereede opslorping '
doen verwachten, dat zij ook -
ozon hetwelk zooais bekend is caoutchouc zoo sterk aantast
Tegenovergesteld aan wat herhaaldelijk is beweerd, is zulks
e chter n ie t h e t geval.
t zuurstof te verbinden nog duidelijker, terwijl
Fig . 56.
Veertig dagen aan daglicht blootgesteld gedurende het y o o rjaa r
van 1897. (Totale zonneschijn 185 u ren ; gemiddelde
temperatuur 15 “ C.j
reepjes getah-pertja uit
Op deze plank liggen aantal
verschillende soorten van 1 dit --- materiaal, , ------------ en ook reepen - .
getah-pertja
u it bladeren en balata. Elk van deze reepen is c^ne uren onaf-
gebroken blootgesteld geweest aan een aanhoudenden stroom
van geozoniseerde zu urstof; de plaatsen waar h e t gas längs de
reepen is gevoerd zijn aangeduid doo r witte lijnen. Bij naucvkeurig
onderzoek vindt men slechts op enkele er van een nauw merkbaar
vlekie, zooais b. v. op h e t reepje van Bagan goohe soondie, en
op d a t van b a lata ; de drie beste soorten, Pahang, Banjer en
Bulongan, vertoonen ruwe plekjes, en zelfs m den vorm van een
dun Vlies w ordt getah-pertja nauwelijks aangetast, zooais ik U
doo r een proef zal aantoonen.
Door d it Siemens’ ozoniseertoestel zal ik een stroom zuurstof
uit dien stalen cylinder laten gaan en dan de inductie-klos in
"^D eL u u rsto l' die uit d it Siemens’ toestel do o r deze glazen buis
stroomt, is sterk geozoniseerd, zooais gij wel zult bemerken aan
den eigenaardigen reuk, die zij aan de lucht mededeelt.
In den stroom van geozoniseerd gas h oud ik h e t dunne vlies
over een raam gesponnen en ofschoon ik het er meer dan een
minuut aan blootstel, kunt gij er geene uitwerking op bemerken.
Ik herhaal de p ro ef met een vlies van zuivere Para-caoutchouc,
eveneens over een ra.am gespannen. Ge ziet, dat eenige seconden
voldoende zijn h e t te doorb o ren , alsof d it längs mechanischen weg
had plaats gehad. ,
Ik kan U h e t aangeduide verschil in de verhouding van deze
tw ee materialen ten opzichte van ozon nog op een an ae re mamer
^ " " iL eT ire e n glazen buis. waarin een stuk gevulkaniseerde ru bb er
ligt. welke thaus aan h e t ozon-apparaat zal worden verbonden.
■Ia