PROEfSCKWIjZE A aNKWEICKING.
In Mei 1847 ontvingen Messrs. Wilkinson ami Jewesbury eene
zencling van ongeveer twee dozijn jonge getah-pertja boomen
van Singapore, welke zij aan Kew Gardens sclionken en waarvoor
zij eene dankbetuiging ontvingen van Sir Wm. Hooker, i)
Ik kan niet n.agaan, wat er van deze planten is geworden ; uit
de oudere iiitgaven van Plooker’s Popular Guide to the Gardens
bemerkte ik, dat er in 1849 een getah-pertja plant (Isonandra gutta)
gekweekt werd en beschreven was als zijnde geschonken door
Hr. Oxley, met nog andere zeldzaamheden van Singapore. Zij
bestond nog in i860, raaar het schijnt dat zij uitsluitend is
beschouwd als curiositcit.
Daarentegen zijn ernstige pogingen tot aankweeking gedaan op
hct eiland Singapore, waar reeds in 1848 niet minder dan zeven
plantages van getah-booraen werden aangelegd door Oxley,
Montgomerie, D’Almeida en anderen. Doch de een na de andere
viel in handen van Chineezen, welke de getah-boomen vervingen
door voordeeliger cultures.
Dr. Oxiey’s plantage was gevorind uit planten der wouden van
Biikit Tiinah en dus van de beste soort, maar het schijnt dat
sommige andere plantages bij vergissing voorzien werden \-an
eene soort hkus.
Van de plantage van 4000 boomen te Serangong, aangelegd
■j wasdom en. ofschoon wellicht niet krachtig, hebben zij toch sinds
18S3 regelmatig zaad voortgebracht, dat zeer geschikt is bevonden
1 voor de voortplanting. *)
In 1S84 werden verscheidene soorten, van Pidaquium zoo wel
als van Payena, te Tjikeumeuh geplant en oniler deze de Pal.
¡I otdongifolium, van Padang meUegebracht door Dr. Kiirck, terwijl
! de andere soorten waren Pal. gutta. Pal. Treubii, Pal. Borneense
en Payena Leerli. 2)
In het jaar 1885 werd een proeftuin op grooter schaal aange-
, Icgd door het Ned.-Indische Gouvernement, te Tjipetir, in de
I Preanger Regentschappen, op eene hoogte van ongeveer 1300
voet boven den zeespiegel en zieh uitstrokkende over 250 acres.
Hier werden de zelfde soort boomen geplant, als te Tjikeumeuh.
Het Koloniaal Museum te Haarlem deeklc mij metlo, dat de
A’«%/ri««-boomen te Tipetir in 1895 overvloedig vruchten
droegen, d. i. elf jaren, nadat zij geplant waren, en dat zij lui
op nog grooter schaal zullen worden aangekweekt. *)
Alvorens van dit onderwerp af te stappen, wil ik nog even
vermelden dat ook eenige getah-booraen zijn gekweekt in de
..Government Gardens” te Peradeniya en lienaratgoda op Ceylon,
van zaden in 1882 ») uit Perak verstrekt door Sir Hugh Low,
en leverende het materiaal, bekend als Getali taban puteh
(waarschijnlijk Diehopsis polyantha Bcnth.); er bestonden toen
pALAgClUM-AANPLANTl
door Sir José D'Almeida, leefden eenige volwassene exemplaren
nog in 1888, raaar zij waren toen juist op het punt van uitgeroeid
te worden, =) en nu bestaan er slechts nog enkele boomen in
het noorden van het eiland, waarvan het melksap door de
Chineezen wordt gebruikt tot het vervalschen van opium. »)
’sL.ands Plantentuin te Buitenzorg ontving in 1847 een aantal
jonge Isonandra's van Singapore, waarvan twee jaren later de helft
nog in leven was. In 1883 droegen twee van de overgeblevene
boomen vruchten en zaden in overvloed, en in Februan van het
volgend jaar werden 150 uit deze zaden gekweekte jonge planten
overgebracht naar den cultuurtuin van Tjikeumeuh. ‘)
In 1856 ontving de tnin te Buitenzorg ook 2000 jonge exemplaren
van de Niato balam tembaga van de westkust van Borneo,
welke de hortulanus, de heer J. E. Teysmann, verdeelde over 3
verschillende plaatsen op het eiland Java; op twee daarvan ver-
dwenen zij weder in den loop der tijden, raaar van die, welke
naar Poerwakarta werden gezonden, bereikten bijna 80 hun vollen
ook eenige jonge boomen van de soort, die Getah sundek
{Payena Leerii Burck) levert; daar echter in het laatste verslag
over deze tuinen hiervan geen melding wordt gemaakt*), kan
ik niet zeggen of zij er nu nog zijn.
I) Volgens het verslag van den tuin te Buitenzorg over 1895 werden
i gedurende dat jaar zaden en jonge planten van vcrschiUcnde getah-boomen
' vcr«preid. Zie ook in 1896 en 1897; in hct voorlaatste verslag wordt er op
1 gewczen, dat de vleermuizen steeds op de vruchten nzcn cn de zaden overnl
! verspreidcn, zoodat hct nutlig is de vruchten met nriin-vezel te omwikkelen,
i| {Nool V. ¡I. Kol. Museum.)
kultiiur in Nedcrlandscli Indie”
Tijdschriß tir biVorderUg v. 25 stuk 1884.*
.11 's lands plantentuin, kondcn in
') Zie de brochure van Mt, H. W. Jewesbury. IntroQUCtion of Guttapercha
into Europe. 1883, p. 11,*
3) Séiullas, loco cit. pag. 616.*
3) Zie Straits Times van 3 Juni 1892,*
’ ) ■, Lands Plantentuin te Buitenzorg, Batavia, 1892, blz. 455 488,*
3) Büjkcns het jongst versehenen ver.slag
het begin van 1S97 te Tjikeumeuh groote lioeveclheden zaden geoog.st worden
van P. Gutta cn P. Treubii. Zij ontkiemdeii uitstekend, zoodat diiizeude
plantjes iieschikbaar waren voor de talrijke oanvragers. Een gedeeite werd
afgestaan aan het Kransch gouvernement, voor proeven in Fransch-Coiigo.
Eenige planten van P. oblongifolium te Tjikeumeuh zonder scha<luw uit-
geplant, groeiden in 16 maanden tot hoogstcns 105 c.M, en droegen nog
.slechts 32 binderen, Dit leert voorzichliglicid aangaande het spoedig slagen
eener rentabele cultuur van getah-planten, met de bedoeling het ptoduct uit
de bladeren te bereiden. {Noot v. h. Kot. Museum.)
y Henry Trimen's ReportontheRoy.Bot. Gard.at Oylosiatn 1882, jiag. 13.'
! S) J. C. Willis' Report over 1896.*
vr.ro,r-r-o,iKc VAN Gktau-pertia BOOMEN. Het materiaal, dat zonder water wordt verkregen, wordt cen
VooifirELiNG VAN C - 1 genaamd, het andere een getah; maar de twee soorten
Kr is van verschillende zijden beweerd, dal getah-booraen met |, gewoonlijk dooreengemengd, De gooiie is vaster dan de
van zaden kunnen worden gekweekt, doch ik k.an u op gezag
van Dr. Treub verzekeren, dat deze wijze van voortplanting zeer boomen te veilen, gebruiken de Maleiers een kleine
wel uilvoerbaar is ; de zaden houden echter met lang htm kiera- j^j., büliong: zij bestaat uit een oii een beitel gclijkend
vermögen, en een zekerder raethode is die, welke men hetwelk aan een houten handvat met rotan is
(afleggers) nocmt, hierin bestaande, dat men een tak van Uen
boom ingraaft, hem gclegenheid geeft wortel te maken en daarna takken worden afgchakt met de parang of de golok
van dc moederplant losmaaki. je ze worden ook gebruikt voor het ringen van de schors en het
Volgens infonnatie, ingewonnen bij een Chineeschen getah- , j,fschrappen van de getah.
planier, kunnen ook loten van oude boomen voor voortteling Volgens een door mij geraadpleegd deskundige, is het hout van
worden gebruikt cn is het beste die le plaatsen in eene cocos-noot, i, getah-boom niet bijzonder geschikt als tiramerhout, hetgeen
om daarin wortel te schielen, en zc dan te verplanten. j tcgenovcrgesteld is aan de in sommige bocken uitgedrukte meening,
Jonge planten, längs dezen weg verkregen, worden te 1 mang opzichte van de hoeveelheid vaste getah-pertja, welke
en Batavia verkocht v o o r / o ,50 het stuk. volwassen boom oplevert, zijn de gegevens zeer tegenstrijdig.
Stekplanten uit het bosch verkregen, zijn ook geschikt voor otiUcre schrijvers, als Oxley i) en l.ogan «) geven gemiddehl
verplanting en deze worden op Malaka i) mi tegen zeer lagen ,, Singapore en Johore resp. 6Vs en «Vs <^°eh latere
prijs verkocht, Volgens J)r. Treub zijn jonge planten van marcottes vermelden veel kleinere cijfers. Wray *) bijvoorbeeld,
verkregen, krachtiger dan die, verkregen van zaden. Lnting is. slechts i^/io kg. zuiver gereinigde getah-pertja van een
volgens volgens ^Mr. Ridley, onmogeiijk, wegens de fangi en bacilli, welke ,, i '/,o kg. (Eng.) van
de plant aanvallen.
Zooais ik reeds mededeelde.
1 M. Sérullas oude loten i
het bosch en bracht deze over 1
eene kweekerij.
v.^,. Taban puteh, (dit is volgens Ncderl. sclirijfwijze poetie, wit.
Burck verkreeg geraiddeld slechts V's kg. van volwassene boomen
op West-Sumatra en Sérullas */io een reuzenboom te l'ahang
door Dajaks gevcld. V De opbrongst hangt klaarblijkelijk grooteii-
deels af van de soort van den boom, de manier wa.arop bij
Ik zal u nu verteilen, hoe het melksap uit den boom „ordt afgetapt, het jaargetijde, enz.; men zegt dat het melksap
wordt verkregen. C.e zult u herinneren, dat het zieh bevindt ovcrvloediger is direct na het regenseizoen.
afgesloten ruimten, Itoofdzakclijk in de onderste lagen der tVanneer de boom gewond wordt zonder eerst
schors, doch ook in de bladeren.
Tak.
Mikroskopische doorsneden t
Schets 9=) stelt vom eeii doorinetle von een takje « en een
blad i en c van de Palaquium gutta en ge bemerkt de melksap-
riiiroten i.. in de primaire en secondaire schors P. n. ens. u. van
den tak, zoowel als in het merg p.
Do doorsneden v.an de bladeren toonen m hct eene gevai^
de uiteinden van iwee melksapgangen en in het andere c de
loop van een van deze, tusschen het losse celweetsel ol merencnym.
Om het melksap te verkrijgen is het dus noodig, m dc schors
te snijden len einde hct tc doen mtvloeicn.
1 )c onveranderlijke gewoonte van de Maleische getah.verzamelaars
is, den boom te veilen, de takken af te hakken en längs den
zijn geveld,
.•loeit de latex träger' en spaarzaracr en stolt ook vluggen dc
hoeveelheid is d.aardoor aanmerkelijk geringer, — zijnde dit een
van de redenen. waarom de Maleiers zieh nog houden aan de
oude methode om de boomen te veilen, alvorens ze af tc tappen
Met caoutchouc-boomen is het anders, hun melksap is veel
dünner en stolt niet zoo gemakkelijk, bijgevolg is het daar
gebruikelijk de boomen levend af te tappen. Er zijn boomen,
die een bijzonder soort getah-pertja, n.l, balata, levercii, cn deze
bevatten eveneens een meer vloeibaar melksap; daar is dan
ook aflappen regel.
Indien wij Wray’s cijfer aanneraen, is de gemiddelde opbrengst
van een volwassen getah-pertja-boora van goede soort ongeveer
D/.1 kg., hetgeen misschien een ietwat te liooge schatting is.
Als prijs van getah-pertja neraende / 4-5° pcr kg., zou de
waarde van de geheele opbrengst van een boom nog geen zes
gulden zijn, zoodat het daarom niet te verwonderen is, dat de
Maleische vcrzamelaar, zoowel als de Chmeesche koopman,door
allerlei hulpmiddelen tracliten de opbrengst van het product te
verineerderen ; de eerste door het te vermengen met de sappen
van andere planten, welke hij in het bosch direct bij de hand
heeft en de laatste, door de materialen, welke hij uit de bosschen
ontvangt, nog eens op te kooken en ze te vermengen met schors,
^^Wa^nneer^ de getah-pertja aan de markt komt, heeft zij gewoonlijk
den vorm van groote blokken van verschillend model,
cvlindrische rollen, vierkante koeken, flesschcn van plompen vorm.
enz., welke in zekere mate kenmerkcnd zijn voor het district, waar
zij vandaan komen. ,
Somtijds toont de Inlandsche verzamelaar artistieke neigmgen.
en giet de getah-pertja in den vorm van vogels, .alligators,
viervo tige dieren enz. In vroegere jaren deden de Maleiers nog
meer hun best en maakten een aantal nuttige artikelen, welke
zij voor vcrkoop naar de stad brachten, zooais; njzweepen.
waiidelstokken, eramers. kniiken, kommen enz.
Professor Sollv verraelddc in 1845, <lat een soort van zulke
stokkcn uit Singapore toen juist te Liverpool waren aan-
sekomen. Ik heb ook gehoord dat cen 50 jaren geleden
geuh-pertja rijzweepen op het vasteland r ..........
t zeldza
aangetrolTen.
Chemische Analysi ; Ge-iv ;htja.
stam ringen in de schors te smjden op afstanden 11 3. tot 4 d.M.
Ilet melkachtige sap vult spoedig de m de schors gesi
ßrocvcn en stremt dadelijk bij de beste soorten va
wordt dan met de pimt van een mes afgeschraapt.
Bii boomen van geringere soort heeft het melksap raeer tijd
• • iimen en wordt in een reservoir, bijvoorbeeld
De allereerste monsters, in Maart 1843 door Dr. Montgomerie
. „ n de Bengal Medical Board gezonden, werden reeds chemisch
nr. aciiieden onderzoek onderworpen door Dr. Mouat "j en Mr. J G. Scott. )
boomen het Zij beproefden de ojilosbaarheid m verschillende ojdosmiddelen,
boomen, het terpentijnolie, en onderwierpen
harir aan droge destillatie. Uit lumne proefnemingen
noodig om te stremmen c.. . .- .................. . .
cen cocosnootdop of de bloemkolf van een palm, welke te dien
einde onder den slam wordt geplaatst, opgevangen.
Ilet mclksvap wordt dan na.ar dc hut medegcnomen en zacht
gekookl, hetzij alleen, of met toevoeging v.an w.ater.
I) \-an eene (bar onlangs door een Chinees geopende plantage.
3, Otto Oesterle, Arehbv der Pharm. 1892, deel 230. P'««“ ^ ,
1) Journ. Jnd. Archip. 1S47. deel I, bU, 25.»
3] Journ. Ind. Archip. 1S47- deel 1, blz. 262.
*) Jour,s. Straits Branch Asiat. Soe. 1884. -No. 12, blz 212* en 214.’
«) K, Jungflei^ch „La production de la ¿r„«a Fails 1892, blz. 4.*
4) journ. Agric. and Ilortic. See. Mia, 1843, deel 2, bIz- 104
«) Journ. Agric. a,id Ho,'tic. Soc. Judia, 1844. deel 3. blz. I47-*