gen, verfchiUende onder malkanderen naar de variatie van
een dier twee Progreffien,enwelk verfchil zoo dikwils noodwendig
moet voorvallen als ’er fenfible verandering van
proportie komt in de afftervinge , (als progreiïif aangemerkt)
afhangende van de foorten des ouderdoms , van
welke yder eene progreiïie op zig zelven heeft, min of meer
van de voorgaande en van de volgende differerende ; en zo
dikwyls als men verandering maakt in den Intreft of Losrente,
waar tegens men de Lyfrenten balanceeren wil. Behal-
ven dat fpeciaal de opgegevene Regel van den Heer De
W i t t , uit de eigenichap der verfchiUende afftervinge ,
niet anders dan op Jeugdige Lyven applicabel is, en door
den Heer Autheur zelfs niet anders is opgegeeven en voor-
gefteld. Het een en ’t andre is oorzaak geweeft dat mén zeer
abfurde gevolgen uit die methode heeft zien trekken, dewelke
zigtbaar teegens de waarheid aanliepen, zo wanneer
die geappliceerd wierd op ouderdommen, in welke de pro-
grefiie ichielyker is dan in die van den Heer De W i t t . Dit
in tranfitu gezegt zynde, keeren wy weeder tot de voorfz.
calculatien van Bevindinge; en blykt het klaar uit de aangehaalde
woorden van den Heer D e W i t t , dat, in proportie
van 4 per cent Losrente Jaarlyks , de Lyfrente koopers,
omme .eene gulde ’s jaars Lyfrente (betaalbaar by ’t half
Jaar) te trekken, mogten uitjchieten tuffen zejlien en achtien
guldens Koopprys.
Vermids de Heer D e W i t t duidelyk zegt, dat het niet
eens is bevonden te hopen onder den penning zejlien, maar wel
dikwyls verre daar boven, ja wel tot den penning achtien; zoo
blykt daar uit dat onder zoo groot getal van calculatien, op
de Blaffaarden der Lyfrenten gefundeert, de allerhoogjle penning
, waar op de waardye kwam uit te loopen, was de penning
achtien: En dat zulks niet veel gebeurde, is te infereren
uit de exprefïie Ja wel: De ordinaire bevindinge is dan
tot den penning zeftien, dikwyls is ’tdaar verre booven, en
nu en dan tot den penning achtien. Toeftaande nu dat alle
de bevindingen, dewelke op den penning achtien hebben uit-
geloopen, konnen geweeft zyn calculatien op Lyven van
5 Jaaren en zelfs op Meisjes van y Jaar en, zoo blykt dan
egter, dat de half Jaarlykfe Sommen van Renten, dewelke de
Rentheffers op die Lyven, door malkander kwamen te ontfangen,
gerabatteerd tot 4 per cent intreft in ’t Jaar, niet meer in gereed
geld uit bragten dan achtien guldens Kapitaal voor ieder
gulden Jaarlykfe Rente.
Daar ter contrarie, zoo wanneer op de 103 Lyven van de
geproduceerde Lyft van den Heer vander Burch, onder-
fteld word Lyfrenten te zyn gekogt, bevonden word; dat
alle de half Jaarlykfe Sommen, dewelke weegens dezelve ze-
derdhet 5dc Jaar ouderdoms tot het overlyden toe, getrokken
zouden z y n , gerabatteert tot 4 percent intrejl 's Jaars,
in gereed geld voor ieder gulden ontfangen Rente komen uit
te brengen negentien guldens Kapitaal; En fpeciaal op de 42
Meisjes, uit die Lyft van 103 getrokken, komt de Waardye
der Lyfrente op dezelve (als vooren geconüdereeit) uit op
den penning negentien en viervyfde. Beide zoo merkelyk boo-
ger, als het allerhoogjle van de bevindinge van den Heer
Raad Penfionaris De W i t t : En hier uit blykt dat ik
zeer misgetaft hebbe met my in te beelden, dat de zeekere
Befcheiden, waar van de Heer vander Burch fpreekt in zyn
A A N TO O N IN G , konden hebben gediend tot fundament
van ’t geene in de Refolutien van de Heeren Staaten van
HollandtenWeft-Vrieslandtvan den Jare 1671 is gêinfereerd:
alzoo al het gedemonftreerde en gedeclareerde daar ter plaat-
fe niet minder alleen is van de Befcheiden, op welke de Heer
vander Burch zig gefundeert heeft, als die eigen Befcheiden,
alleen zyn van alle de Bevindingen, verkreegen door al het
onderzoek zeedert den Jaare 1671 op de natuur en toedragt
der afftervinge in de Lyfrenten tot dezen huidigen dag in
deze Provintie gedaan.
De Heer vander Burch proponeerd een vraage op pag.
88. van deszelfs vervolg, met deeze woorden, „ Ofdekoo-
y, pinge van Lyfrenten teegens den penning 18 (daar teegen
» de Heer Raadpenfionaris D e W i t t zegt dat Lyfrenten
>, op jonge en gezonde kinderen van 3,4,5,6,7,859 en 10
» Jaaren en daar omtrent aangekogt zynde geworden, en
,, dat in een tyd dat 4 percent een ordinare intreft was,
,, wel bevonden is geworden, dat niet te veel daar voor
„ betaald zoude zyn geweeft, niet meedebrengt een trek-
„ kingstydt van 48 Jaar, van de v y f Jaar, of wel een trek-
B 3 kings