
ben , dan die yan de mannelyke. Een voorbeeld is gegee-
ven op den ouderdom van 5 Jaaren in het V E R T O O G
van 6 Mey 1737.
Uit de bovenftaande Exempelen van geduurige verfchei-
dentheit vloeid noch een andere gewigtige aanmerkinge
vo o r t; namentlyk: dat het getal der Jaaren , dewelke zee-
kere quantiteit perfoonen te famen leeven, wel kan egaal
weezen aan het getal der Jaaren, dewelke een andere quantiteit
Perfoonen van den zelven ouderdom geleeft hebben,
zonder dat daarom de gereede Waardyen van de Lyfrenten,
door die twee Claffen van Perfoonen getrokken, aan malkander
egaal zullen zyn. By voorbeeld , om V gezegde op
zyn fterkfte te vertóonen: Twee Perfoonen koopen Lyfr ent en
halfjaarlyks te ontfangen 3 De eene op Twee Meisjes yder
van 5 Jaaren, welker eene bereikt den ouderdom van een
Giefendams Boerinnetje , zynde ( volgens het opjlel pag. 80)
na het 5Jc Jaar Neegen en Neegentig Jaaren ; terwyl het andere
fterft, met het Tweede half Jaar na de belegging: zoo
is het klaar, dat die Rentheffer heeft gehad het genot van
zoo veel foms aanLyfrenten, als beloopen geduurende 70 Jaaren
beide de Renten, op yder dier Lyven refpeöivelyk gekocht
: de andere Rentheffer koopt Lyfrenten op andre
Twee Meisjes van 5 Jaaren, dewelke yder Leeven yo Jaaren
na de y Jaaren; Zoo is het meede klaar, dat op die Twee
Lyven pracifè zoo veel getrokken is , als op de voorigé
Twee , namentlyk geduurende yo Jaaren, na de y Jaaren,
de geheele Rente, op heide refpehlivelyk gekogt: Dit zoo gefteld
zynde, zal men bevinden, dat de Waardye in gereed geld
van’t getrokkene op de Twee Eer(Ie zeer veel minder is dan
die van het geene getrokken is op de Twee laatfte: Want
de waardye van de Renten, die ontfangen zyn op de Twee
Eerfte, in gereed geld gereduceert tot den intreft van 4 percent
’s Jaars , zal uitloopen op niet meer als den penning
Dertien; Daar ter contrarie die wan de getrokkene Rente
op de Twee laatfte Meisjes, als voor en in gereed geld gereduceert,
zal komen zelfs tot op den penning Een en twintig
en een half. Zonder dat dit gémeenfchap heeft met de
volmaakte gelykheit van ’t getal der Jaaren, dewelke yder,
door malkander gellagen, heeft geleeft; te weeten yder 50
Jaaren na het 5d'Jaar. De
De gevolgen uit déze Aanmerkinge voortvlöeyende kon-
nen aanleidinge geeven, om den Heer van Sliedrecht te
doen remarqueeren, dat de confequentien uit deszelfs ree-
kenwyze getrokken, niet alle eevenjuftzyn.
Ik zal my derhalven ook niet inlaten met te difputeeren
over de grootheid van de winft, die de Heer vander Burch
met Een Sociëteit, of in ’t particulier zou konnen gedaan
hebben; het komt daar niet op aan: V Is zeeker, dat de Lyf-
rente tot 9 percent geduurende den laatften Oorlogstyd zeer veel
was booven de proportie van de doenmalige Lofrente zelfs;
en of fchoon die proportie wel wat nader is gebragt in de
Negotiatien van Lyfrente feederd 1732, en zelfs bevoorens
noch nader in die van den Jaare 1723; blyft dezelve echter
altyd zoodanig, dat die geene, die met denoodige oplettenheid zyn
geld kan uitzetten, noch goede occafte in de Lyfrente vind, om
profyt te doen in proportie van gelden uitgezet tegens den jegen-
woordigen intreft van ’s Lands Obligatien: Latende over zulks
gaarne alle het fpeculative daarvan aan den Heer vander
Burch, en aan alle, die daar op gelieven te rafineeren.
Alleenlyk zal ik zyn W e l Edelheit, en alle die de voorfz.
oplettentheid willen effeclueeren, in confideratie geeven; of
uit de conclufie van het gefchrift van den Heer D e W i t t
niet een foort van infinuatie te halen is, dat zy niet veel ge-
ruftheid hebben, om zig te verlaten op de hoop, dat haar
onderneeming altyd met de hoogfte Leeftyd zal beantwoord
worden? Aangezien de verzeekeringe die zyn Wel Edele Geftr.
daar doed, met te zeggen, „ Dat ook tot verwonderinge in
„ de praöyque ondervonden word, dat als de Kooper van
„ eenige Lyfrenten zyn Capitaal, ’t welk hy van meening
„ is aan te leggen over verfcheiden jeugdige Lyven,tot tien
„ twintig of meerder in getal komt te verdeden, zoodanige
„ Rentheffer als dan, genoegfaam buiten eenig hafard of
„ rifico , van ’t genot van een asquivalent van meer dan zef-
„ tienmaal de Renten die hy aankoopt, verzeekert kan wee-
„ zen; niet gefchied op de proportie van den penning 27 Lofrente
teegens den penning 18 Lyfrente, maar teegens die van
den penning zeftien Lyfrente : welke waardye van Lyfrente
tot den penning 16 in proportie van den penning 25 Lofrente
, of 4 percent intreft, gebragt tot eene vafte eerftkomende
Trek