
§ XXII. De fpecifique Fataliteit der vier deelen des jaars,
hebbe bevonden te zyn aldus:
«Van de Lente Sneê totdefi Zomer Zonneftand - 307 Dooden
Geduurende j Van den Zomer Zonneftand tot dé Herfftfneê • 286
voorfz Tyd 1 Van de Herfftfneê tot den Winter Zonneftand 287
■ T6 Van den Winter Zonneftand tot de Lemefneê 285
§ X X I I I . Het blykt uit deze Obfervatien, dat ’er voor
den Oorlog meer Manvolk als Vrouwvolk geflorven is. Waar
van de proportie, comparerende de Mannelyke tegens de Vrou-
welyke, is nagenoeg als 12 tegens 11.
-Doch die proportie is federtdièn tyd niet meer gebleven, maar
in tegendeel is het getal der Dooden, geduurende 2 y jaarenbyna
van elke Sexe evenveel, ten minften is de meerderheid van die
der Mannelyke boven die der Vrouwelyke Sexe niet veelgrooter
als i of 2 inliet Hondert.
Zonder dat dit nogtans verzwakken kan de ondervindingen
van overtreffinge in de Geboortens van de'. Mannelyke boven de
Vrouwelyke Sèxe. Waar ontrent tot Exempel kan dienen hèt
geene- Derham (*) bybrengt uit zyn eigen Parochie - Regifter
van Upminfter, d a t o f ' fchoonr Qge duur ende 100 jaar en), het
getal der Dooden van de Mannelyke Sexe met dat der Vrouwelyke
'genoegzaam Egaal was, nogtans tegelyk bleek, dat het getal der
Gedoopte Jongetjes overtrof dat der Gedoopte Meisjes met 7 óp
yder 130, het welk byna is als 18 tegens 17.
J Het blykt ook , dat de Maand Maart minder Fataal is als
April, en April minder als Mey en Juny; dat de Maand Mey
verre is de Fataalfte van allen, houdende de anderen alle eenig-
fints eene gelykheid.
Verders blykt, dat drie vierde parten van het Jaar, te weten
van den Zomer Zonneftand ( of van den langften dag af) tot
de Lente Snêe ( o f tot dien tyd als in de Maand Maart dag en
nagt even lang zyn) volmaaktelyk even Fataal in opzigte van
malkander zyn: Doch dat het andere vierde part, beginnende
met de Lente Snêe , zoo veel Fataalder is, dat de proportie
•van dat vierdedeel jaars, gecompareert tegens een van de Drie.
- andere deelen, is als iy tegen 14., dat is te zeggen, Dat geduurende:
(*) P b y fico - Tb eoh g y 4 B Cap. x. Not. h..
rende het klimmen der Zonne, zoo als men fpreekt, van omtrent
den 2 i ften Maart, tot omtrent den 21 ften Juny toe,eenvyftiende
part meerder Menfchenfterven, als in eenig van de drie andere
Getyden des Jaars. „
Uit het geobferveerde over Amfterdam ( * ) blykt, dat het
Na-faifoen aldaar meer Sterfte onderhevig is als in den Haage.
Wat verders wegens de menigte des Volksin’sGravenhageen
Haag-Ambacht op onze gronden kan geoordeeltworden,zullen
wy kortelyk voordragen.
6 XXIV. W y meenen te mogen vaftftellen, dat in den H aagö
en Haag-Ambacht jaarlyks geboren worden ongeveer
1200 Kinderen
Waar onder voor Tweelingen, en die geen
Huwelyk tot oorzaak hebben, uit pariteit
van redenen, met het gene over Amfterdam
geobferveert is, neme net rond getal van - 100
Dus komt voor de geboortens uit Huwelyken - 1100
. 6 XXV. Wyders aannemende f als over Amfterdam ) dat van
27 fubfijlérende Huwelyken van allerlei Ouderdom jaarlyks vier
vrugtbaar zyn, zoo vereifchen 1100 Geboorteïis het getal van
74.2 y Huwelyken, ’t welk zyni4-8yo Getrouwde Mans en Vrouwen
: en volgens de proportie der foorten, hier voor (**■ ) opgegeven,
zal het getal des Volks in den Haage en Haag-Ambacht,
op den préfenten tyd,zyn van 4.1 duizent yoo Zielen.
Namentlyk: Getrouwde Mans en Vrouwen - 14SJ0
Weduwnaars - « - .720
Weduwen - - - - 2 3 8°
Nooit gehuwde, de Jeugd en Kinderen 16190
Diehftboden . . . . 487°
Reizende, Vreemde, enz. - 2490-
In alles 4150°
(* ) § 14. pag. 30.
(**) §, 9. pag- 2Ö- B E