
Dat by veele Leezers de pointen, door andre, Tt 2.y web of
qualyk tegen gefprooken, gemeenlyk.in ’t onzeekere werden
gehouden, zo de tegenfpraak niet gerefuteerd word; en waar
door dan de Waarheid, in plaatfe van in ’t Daghgt te geraken,
zig op nieuw in de duiftere onzekerheid gedompelt
vind: en ten anderen om dat de Heer van der Burch, in dit
Zyn; Tweede Vervolgh , tegens alle gerecipieerde politeffe
onder fatzoenelyke Luiden, heeft kunnen goedvinden extracten
uit myn familiaire Brieven aan zyn Ed: 'gefchree-
ven,, buiten myn, kennis en toeftemminge, publicq te maa-
ken; en daarenbooven zaaken zegt, waar aan my geleegen
is,, dat die na de regte • waarheid werden-* geweeten. Om
Sluiks nu zoo-kort èn zaakelyk te doen als mogelyk is,zal ik
my >verbeelden dat de Befcheidene Lezer van het different
ten vollen onderrigt is uit onzer beider gefchriften, en dat
hy zig de moeite zal geev.en het Tweede.Vervolgh van den.
Heer . van der Burch voor af door te loopen,.
i 2-
Uit liet geene dé Heer van der Burch ter ingang van zyn
gefchrift zegt, weegens zyn aanzoek aan my gedaan om
zeeker Requeft aan haar Ed: Groot Mog: te prefenteeren, en
lpecialyk uit het geproduceeft extraft van myn Brief van 2 i
Aug: 1738 zal de Leezer konnen zien, dat ik met dat aan-
Zpek zeer verleegen was;. als niet kénnende met (crieüshcid
liet zelve leezen : Doch uit confederatie en achtingé-voor,
Zyn Wel Ed: Geftr: determineerde ik my, om zoo geleefd;,
als ik konde, die propofitie van de hand te wyzen; niet met
die abfolutelyk afte liaan maar met dezelve difcretelyk op de
lange baan te fchuiven: Weinig denkende dat de Heer van
der Burch niet zou begreepen hebben,dat ik die weg infloeg
enkelyk om den zelven het difplaifier.niet te geevën," van di-
reét te zien dat ik die propofitie voor zeer extravagant hield;
Zp als ik effèctive dedé, en ook noch doel De reèdenen
daar van zyn zo palpabel, dat ik de patiëntie des Lezers grob-
velyk misbruiken zoude, indien ik mydaar over verder quam
uit .te laten. ®
( 3 )
É 3-
In myn Kort Beivys & c . pag: > zegge ik by myn Vertoog
te hebben geinfteert, te mogen hebben vifie van die Be-
fcheiden, waar uit de Leeftyd van 42 Meisjes, (op welke
gefundeert is de aantooning der prsetenfe fchade. voor ’t
Land) gehaald was, en die by den Heer van der Burch was
aangebooden in dat gefchrift; en ik voeg daar by, dat zulks
is geweeft te vergeefs. Dit woord heefd zyn Wel Ed: Geftr:
geweldig geindifpofeert, na liet fchynt uit het geene gevonden
word in Deizels Tweede Vervolgh alwaar zyn Wel Ed:
Geftr: tragt te bewyzen, aan die •weigering ni,et fchuldig te
zyn; en dat ik by gevolge een onwaarheid zeg.
De Leezer zal niet veel moeite hebben , om uit het expofé
zelve, te konnen oordeelen, dat my die vifie ftudïeufelyk onthouden
is: Dies het onnodig zoude wezen, hier op yts te
zeggen, waare het niet, dat de Heer van der Burch ter neder
ftelde dat zyn Ed: in zyn mijfive van 31 Juin 1737 aan my
gedeclareert hadde: Dat zyn 42 Meisjes in de ÈlajjaardeKt
van den Lande niet te vinden zouden zyn *.
Indien de Heer van der Burch na behooren in deze zyne
vertelling hadde gegaan, moeft Hy den inhoud van zyn antwoord
opregtelyk hebben meede gedeeld: Doch dan zou dc
Leezer van geheel andre dingen overtuigd zyn , dan zyn
Wel Ed: Geftr: tragt te infinueeren.. Oordeel uit dat antwoord
van 31 Julii 1737 zelve: De Woorden van dien Brief
aan My., zyn :
.,, Voor de ouverture die UWEd: my geeft weegens de
„ Regifters door de Heer Raad Penfionaris De Witt gebruikt
„ tot formeering van de Claffen van Lyven, en het particu-
„ fiere by zommige.gedaan weegens de belegginge op Ly ven,
„ bedanke ik UWEd:, zullende ik met publique dankzeg-
„ ging in myn onderhanden hebbende Tractaatje erkend
„ hebben, dat UWEd; geprefenteerd had, de nafpeuring te
„ doen, daar van UWÉa: gewag maakt, en dat dezelve
■ » my
* In zyn Tweede Vervolg &c. pag: 10:
A 2