
De uiting dezer richting, nog Engelsch in het werk van
Duco Krop, wordt te Haarlem beinvloed door Indische tech-
niekenen kunstopvatting. Dit was mede een gevolg van de
omstandigheid, dat de directeur der Haarl. kunstnijverheids-
school von Saher belast werd met de leiding van het maken
van afgietsels van oude Ned.-Indische bouwwerken, die
moesten dienen voor de Nederlandsche inzending op de
tentoonstelling te Parijs in 1900. Zijn geestdrift voor de
schoonheid der Indische kunst en techniek vond weerklank
bij leerkrachten en leerlingen van zijn school. De verzameling
van het in het zelfde gebouw als de school gevestigde
Koloniale Museum verstrekte voorbeelden te over. Toch
waren het slechts de wärmte van kleuren en rijkdom van
ornamenteering, die, toegepast bij de gedrukte en gebatikte
stoffen, de verwantschap met de Oostersche kunst aan den
dag doen treden. Zoowel de vormen als het ornament zijn
over t algemeen westersch; het, meest naturalistische,
ornament-motief „gestyleerd” en in geometrische herhaling
toegepast. In de edelsmeedkunst zijn Frans Zwollo Sr. en
later G. H. Lantman (afb. 101) de meest uitgesproken
vertegenwoordigers dezer richting te noemen, alhoewel
Zwollo minder daaruit voortkwam, dan wel daarin mede
richting gaf. Lantman voerde voor de Fa. Begeer verschil-
lende voorwerpen uit. Bij de Fa. van Kempen was de teeke-
naar J. J. Warnaar werkzaam van 1879 tot 1919, die even-
zeer zijn kracht meer zocht in weelderige ornamentiek dan in
den constructieven bouw van den hoofdvorm (afb. 105). In
1904 voleindigde Carel J. A. Begeer zijn Studie aan de
Akademie te Hanau en richtte zieh in de fabriek een eigen
atelier in. Wel zette hij zijn kunsthistorische Studie in binnen-
en buitenland nog tot 1910 voort, in welk jaar hij, na het
overlijden van zijn vader, met zijn broeder A. C. J. Begeer,
de zakelijke leiding van het bedrijf op zieh nam. De artistieke
leiding berustte echter reeds in de jaren van 1904 tot 1910
bij hem. Hij bewerkte, dat het bedrijf met de nieuwe constructieve
richting in de kunstnijverheid meegaat, door een
ANTON E. VAN KEMPEN JOHANNES MATTHEUS
Lid der Tweede Kamer van de Staten- VAN KEMPEN
Generaal. Geb. te Utrecht 30 Juni 1843 Geb. te Utrecht 14 Mei 1855g| Overleden
Overl. te Leiden 28 Oct 1902 te 's-Gravenhage 26 Aug. 1931
C .J. BROERS
Geb. te Amsterdam 26 April 1834 —
Overl. te Voorschoten 17 Januari 1916.
Procuratiehouder der Fa. van Kempen.
' W. F. BROERS
Geb. te Amersfoort 30 Nov. 1824-# Overl.
te Voorschoten 6 Nov. 1893. Chef der Afd.
Gouden Werken der Fa. van Kempen,