
c. Jaffa—Haifa.
d. Akka—Safed—Tiberias.
D. Havenwerken in Jaffa, Gaza, Haifa.
E. Kustscheepvaart:
Alexandrig, Port-Said, Gaza, Jaffa, Haifa, Sur, Beirut,
en Cyprus.
F. Scheepsverkeer op het meer van Tiberias en de
Doode Zee.
3. PUBLIEKE WERKEN:
A. Verlichting, kanalisatie en waterleiding in Jeruzalem.
B. Idem in Jaffa met gebruikmaking van de Audsche rivier.
4. INDUSTRIEELE ONDERNEMINGEN:
a. Oliemolens.
b. Olieraffinaderijen.
c. Zeepziederijen.
d. Parfumeriefabrieken.
e. Korenmolens.
f. Macaroni- en griesfabricages.
g. Cement- en Steenfabrieken.
h. Conservenfabrieken (Ooft, Groenten en Vischconserven.)
i. Cigarettenfabrieken enz.
5. LANDBOUWKUNDIGE ONDERNEMINGEN.
a. Plantages (Druiven, rozijnen, amandelen, perziken,
abrikozen, olijven, vijgen, dadels, sinaasappelen enz.)
b. Weiden en schaapteelt.
c. Visscherijen op het meer van Tiberias en Bardawill.
(gebied El-Arisch)
6. LAND- EN ONTGINNING-MAATSCHAPPIJEN.
Polders; bewateringen en bevloeingen.
„CHOWEWEI-ZIOUN” (Palestina-vrienden.)
ln Odessa bestaat eene „Vereeniging tot steun aan de
Joodsche landbouwers in Palestina," de bekende en grootste
der „Chowewei Zion”, die aanzienlijke sommen besteedt voor
subsidies aan scholen en kolonies in Palestina. In Duitschland
heeft de „Esra” vereeniging te Berlijn hetzelfde doel, terwijl in
Amerika nog kleinere Chowewei-Zioun-vereenigingen bestaan.
Sinds het 7e Zionistencongres wordt de belangstelling
voor practischen arbeid in Palestina in verschillende landen
levendig en uit zieh deze in den vorm van „Palestina-vereeni-
gingen”, welke zieh ten doel stellen de kolonisatie van Palestina
door Joodsche bevolking te steunen. O.a. is te Weenen
een dergelijke vereeniging opgericht, terwijl in Engeland en
Amerika de Zionisten ijverig bezig zijn op deze wijze de
belangstelling voor Palestina een concreten vorm te geven.
BEZALEL.
Tengevolge van de ontwikkeling der grootindustrie verliest
het handwerk al meer en meer terrein. Tegen de techniek
der machines, tegen de kapitaalkrachtige grootondernemers delft
de handwerker het onderspit. Doch evenals de kunst nooit
door de industrie kan worden verdrongen, heeft altijd nog handwerk,
dat kunstvaardigheid vereischt, kunstnijverheid dus, recht
van bestaan.
Hoe meer de smaak der menschen verfijnd en ge'fndivi-
dualiseerd wordt, destemeer wordt ook dit kunsthandwerk allerwegen
verspreid. Vooral voor Palestina, een economisch nog
niet ontgonnen land, zal het in West-Europa verdwijnende handwerk
nog vele jaren plaats en arbeid vinden.
Naast kunsthandwerk zal daar ook huisvlijt voor vele
gezinnen arbeid en een bijverdienste kunnen geven, te meer
omdat sommige bedrijven, b.v. wijnbouw, slechts een gedeelte
van ’t jaar de bewoners aan 't werk zetten. Bovendien kan er
op die wijze ontstaan: klein land- en tuinbouw verbonden met
huisvlijt, hetgeen een gezond bestaan geven kan, omdat daardoor
de nadeelen van fabriekmatige industrie worden voorkomen,
in elk geval geneutraliseerd.
Voor de kunstnijverheid leent zieh Palestina vooral, omdat
het schatten aan historische gedenkteekenen heeft en de heerlijke
natuur er opwekt en inspireert tot kunstbeoefening. Ook is voor de
kunstambachten die men in uitzicht stelt (leem, hout, metaal
en steenarbeid, eventueel ook kunstborduurwerk) ruw materiaal
gedeeltelijk in het land zelf in voldoende hoeveelheid en van
fijne kwaliteit aanwezig. Het overige is gemakkelijkte importeeren.
Ook de geesteseigenschappen der Joden die door den
fabriekmatigen, werktuigelijken arbeid slechts in geringe mate
worden in beslag genomen, wijzen er op dat het beter is hen
aan werk te zetten, dat de geheele persoonlijkheid vereischt.
Bovendien neemt het vreemdelingenverkeer in Palestina zeer toe,
en deze vreemden kunnen, vooral als de verkeersmiddelen nog
meer verbeterd en vermeerderd worden, goede afnemers worden
voor kunstvoorwerpen, welke door de bezoekers als aandenken
aan het Heilige Land gretig gekocht worden.
De tapijtindustrie vooral staat vooraan bij de middelen
die eene groote massa der bevolking een bestaan kunnen geven.
Deze is immers overal in het Oosten ingeburgerd en zelfs in
een land als Bulgarije, waar ze nog jong is, vinden vele dui-
zenden in de dorpen er een bestaan door.
In Palestina zal dus, ook als bijverdienste voor de verscheiden
maanden dat er geen landbouwarbeid te verrichten
is, deze industrie zegen kunnen brengen.
Vooral in kritische tijden van misoogsten is dit eene goede
aanvulling.
Ook andere industriegn kunnen volgen, waar goed marmer,