
Ook de Vereeniging „GEULAH” voornamelijk een Russisch
lichaam, stelt zieh ten doel gronden in Palestina aan te koopen,
en kocht reeds voor 55000 Roebel aan.
DE „KOMMISSION ZUR ERFORSCHUNG PALäSTINA’S”
gevestigd te Berlijn, en bestaande uit Prof. 0 . Warburg, Dr.
S. Soskin, en den bekenden econoom Franz Oppenheimer, is
eene instelling der Zionistische organisatie.
Zij geeft een tijdschrift uit voor Joodsche kolonisatie-
aangelegenheden in Palestina, aanvankelijk „Alt-Neuland”
thans „PALäSTiNA” getiteld.
Verder richtte zij in Jaffa een iNFORMATiE-bureau
op voor landbouw en industrie in Palestina; onderneemt
wetenschappelijke en practische onderzoekingen in Palestina
b.v. metereologische en geologische waarnemingen, terwijl de
inrichting van proefstations voor agronomische en technische
ondernemingen wordt voorbereid, en Studie gemaakt van de
bestrijding der endemische en infectie-ziekten in Palestina. De
Palästina Pflanzungsverein, het Pal. Industrie Syndikat en de
olijfboomen plantingen zijn mede door de Palestina Commissie
tot stand gebracht; Palestina-cursussen werden door haar te
Bazel, Cöthen en Berlijn gehouden.
DE „PALäSTiNA HANDELSGESELLSCHAFT"
in Hamburg, belast zieh met export- en import-zaken van en
naar Palestina. Ze is opgericht in 1904 en heeft een kapitaal
van 125.000 Mark, waarin de Jewish Colonial Trust voor 22.500
Mark heeft deelgenomen.
De plantage maatschappij „IZHAR” werd in 1903 te Jaffa
opgericht (door 7 aandeelhouders met 11 aandeelen.) Zij bezit
650 H.A. land, die gedeeltelijk met olijfboomen beplant werden,
(4200 boomen).
Bestuur: A. Aarosonh en Dr. N. Waitz.
DE „PFLANZUNGSVEREIN PALäSTiNA”,
kapitaal 500.000 Mark, opgericht door de Zionistische Palestina-
Commissie, stelt zieh ten doel vruchtboomen-plantages aan te
leggen.
Het lidmaatschap der vereeniging kost 80 Mark ineens,
of bij gedeelten te störten l) en de leden krijgen rente in den
vorm van eene gave producten van het land (amandelen, rozijnen,
olijven, abrikozen, sinaasappelen en wijn).
OLIJFBOOMEN
worden ook in het land geplant door vrijwillige bijdragen van
Zionisten, die voor elken boom f 3.60 störten. Eventueele
revenuen komen het Joodsch Nationaalfonds ten goede. 2)
*) De eerste twee jaren 10 Mark, de volgende acht jaren
6 Mark, jaarlijks.
2) De eerste boomen zijn door den President van het
Zionistisch Actions comité: D. Wolffsohn, tijdens diens bezoek
aan Palestina, geplant. (Februari 1907).
„PALäSTINA-INDUSTRIE-SYNDIKAT TE BERLIN":
Kapitaal: 100 aandeelen van 1000 Mark; onder leiding van Prof.
Dr. O. Warburg en Dr. S. Soskin.
Allereerste doel: oprichting van Toiletzeepfabrieken,
Orangenplantages en eene Venootschap tot Schapenteelt.
BEPERKT PROGRAMMA:
1. Bergbouwonderneming: ontginning van het zout en de
Phosphaten der Doode Zee.
2. Industrieële onderneming :
a. Conservenfabriek.
b. Cernent- en steenfabriek.
c. Zeep- en parfurmeriefabriek.
3. Plantages.
4. Schapenteelt.
5. Visscherij in het meer van Tiberias, in het meer van
Bardawill (El-Arisch gebied).
6. Automobielenverkeer in Jeruzalem en omgeving.
7. Tram wegen, locaalspoorwegen, aansluiting derkolonies
Rischon le Zion, Rechowoth en Petach-Tikwah aan den
Jaffa-Jeruzalem spoorweg.
8. Kustvaart.
ALGEMEEN PROGRAMMA.
1. a. BERGBOUW:
Geologische expedities van Dr. Blankenhorn en
Agronoom Aaronsohn.
b. Technische voorstellen van mijnbouwingenieur
Nowomesjky.
2. TRANSPORTONDERNEMINGEN:
A. Spoorwegen.
a. Verbinding van Jaffa-Jeruzajem spoorweg met Haifa-
Damaskus spoorweglijn over Nabulus.
b. Lijn Port-Said—El-Arisch—Gaza—Haifa.
c. Locaalspoor: aansluiting kolonies Rischon le Zion,
Rechowoth, Petach-Tikwah door locaalspoor aan de
Jaffa-Jeruzalem lijn.
d. Locaalspoor Gaza-Zeehaven.
B. Automobielenverkeer.
In Jeruzalem, zoowel als tusschen Jeruzalem en Bethlehem,
Nabulus en Jericho.
C. Straatwegenaanleg,
a. Akka—Sur-Saida.
b. Jaffa—Gaza.