In dezen ouden olijfantskop is, namelijk, het voorde
gedeelte, waarin de tandkasfen Aa. Ba. zijn, in deszelfs
gelieele lengte volkomen bewaard gebleven. Daar nu dit
gedeelte liet meest in het oog vallende kenmerk bevat,
waardoor men den ouden olijfant gereedelijk van de thans
beftaande foorten onderfeheidt, en daar hetzelve Hechts
in zeer weinige, tot nu toe gevondene, oude olijfantskoppen
is bewaard gebleven , waarvan drie, in Siberië
gevonden, in het Naturalien-kabinet van de Akademie
te P etersburg geplaatst zijn, en nog een te Florence
bij den Graaf VALSAMACHI , heb ik mij desvvegens te
meer beijverd, dit belangrijke (hik te plaatfen in eene
der Naturalien-kabinetten, onder mijne directie (taande
( * ) , en alzoo dit zoo waardige overblijffel van de
bewoners der noordelijke (treken van Europa in zeer
vroege eeuwen, hetgeen in het Rijk der Nederlanden
zoo toevallig uit deszelfs grond is voor den dag gekomen
, in dit Rijk te behouden ( f ).
Men ziet dezen kop afgebeeld in profil, op pl. II,
fig. i : onder denzelven (taat de afteekening iii profil (fig.
2) van een' vohvasfen olijfantskop uit Azië. Met
den Aziatifchen olijfantskop heeft de gevonden kop meer
overeenkomst, dan met den Afrikaanfchen, zoo als ,
door vergelijking van derzelver kiezen, zeer blijkbaar is,
doch
Zie de Bijlage hierachter geplaatst.
( j ) In denzelfden, by deze doorbraak uitgefpoelden, kleigrond is
ook een (luk van een' olijfants onderkaak, bevattende eene kies,
voor den dag gekomen: dit (luk is hoogst waarfchijnlijk van hetzelfde
dier. HetzeWe is door den Heer Infpecteur-Gcneraal van *sRijks
Waterftaat, J. BLANKEN JZ. aan Z. E. den Minister van den Waterftaat,
toen te Brusfel refiderendc, verzonden.
doch is nogtans daarvan ten duidelijkfte , bij den eerften
opflag van het oog, te onderfcheiden. Immers de gedipte
lijnen, langs de vlakten van de kiezen , in de beide
koppen voortgetrokken, tot aan de tandkasfen (Pl. II)
komen in de profïlteekening van den Aziatifchen olijfantskop
, nabij derzelver rand, en inden ouden kop tegen
omtrent §• van derzelver lengte (*).
Deze kop is blijkbaar van een' geheel volwasfen olijfant:
want de tweede kiezen zijn reeds uitgevallen, van welke
de kasfen, waarin dezelve vastgezeten hebben, zich
vertoonen, zoo als deze in de plaat I, bij aa, te zien
zijn. Daar in den olijfant de kiezen tweemaal verwisfelen,
ziet men in dezen kop de derde of laatfte kiezen.
Aan den meerderen ouderdom, welken deze olijfant
h i d , zal het wel zijn toe te fchrijven , dat het onderfcheid
van de lengte van de tandkasfen van dezen ouden en
van den Aziatifchen olijfant, in fig. 2 (Pl. II) afgebeeld,
oogenfchijnlijk grooter i s , dan in de twee figuren der beide
verfchillende koppen, door CUVIER op de 3* plaat van
zijne
( * ) Een tweede kenmerk , waardo-or zich de oude olijfantskop
van den thans beftaanden Aziatifchen olijfant onderfeheidt, is gelegen
in de onderkaak, welke in den ouden olijfant veel korter
moest zijn, wegens de lengte der tandkasfen, die verre beneden de on
derkaak gaan. De fosfile onderkaken, aan de oevers van den Rijn cn
elders gevonden, zijn deswegens veel korter en ftomper van voren ;
terwijl daarentegen de onderkaak der thans beftaande olijfanten van
voren eene puntvormige verlenging hebben, die bij het fluiten deionderkaak
tusfehen de tanden (defeHsesl zich plaatst. Men ziet de
aldus verfchillende onderkaken belchreven en afgebeeld bij CUVIER,
J ir les Osscmens fossiles , p. 1 8 4 . p l . V , tig. 1 - 5 . - H u n n e tanden
zijn doorgaans grooter en zwaarder geweest, ook meer geboger., en
zich meer van elkander verwijderende , pag. 20a.
R 3