
A Y Z E R.
STernate. Aali *$ vertrek uit Amboina na de
Xoclaj’s, en Boeton, zyne verrichting daar
by de Heer Caan. 266- Zynen eifch aan
dtttpKöning van Macaflar gedaan, die hem
döe| vergeven. 266. Hlamza ’ sGezant na
Amboina, en zyne valfche ßreeken ontdekt.
'0266. D e Heer. van den Heuvel hier Com-
r inifläris, en de Heer Ottens achtfte Land-
t. " voogd hier. 266. Hbamza . ’ s Gezant in
Amboina , Loeboe , en Leliato vervangen
door Fakiri. 267. Zyn Gezant ’s bedriege-
lyk voorgeven, en zamenrotten met Kakiali.
267. De Macaflaaren verovering op Celebes
Noord-kuß; 267. Siegten fiaat der on-
zen , Hagenaar hier, en Hhamza ’s ßoutheit
in ’t- niaken van een vefiing by de onze
267. De Heer van Broekom hier negende
Landvoogd. 268. De Heer van Diemen
komt in Amboina, veroverd Luciela, ver-
zoend Leytimor’s Orangkaja ’ s. met ons,
en vind Sibori hier met laß om Leliato te
lichten. 268. Hbamza verzoekt, . dat de
Heer van Diemen in Ternate wilde komen.
Leliato ’ s ongehoorzaamheit, en de Heer
van Diemen verzoekt dat Hbamza in Amboina
wilde komen. 269. Sibort ’ s goede
raad veracht. .269. Van Diemen na Batavia,
keerd weder nevens Hbamza in Amboina,
die Leliato. aan ons oyergeeft. dog Loeboe
los laao
en zyne verhandeling met Hbamza op Hila.
270. Vcrnieuwd de Verbünden. 270, 276.
Van Diemen vertrekt met Leliato na Batav
ia , en Hbamza’ s verdere voorvallen en
bedryven in Amboina. 276.- De Heer van
Broekom overleden, en de Heer Caan tiende
Landvoogd hier. 277. Gafpar van den Bo-
gaarde Voorzitter voor een ty d , en de
Heer Seroyen elfde Landvoogd hier. 277.
Kimelaha Loeboe verzoend zieh met ons;
dög-werd van Hbamza voor een Schelm
verlclaard i 'Madjira na Ternate ontboden,
en zyne verdere gevallen als toekomend
Stadhouder. ,178. Loeboe ’ s ßraffe, en die
van zyn Geflacht; dog is van ons niet wel
bchandeld. 378, 279. Madjira Stadhouder,
dog ’ s Konings landen orider, ons geßeld.
279, Andere .door Hhamza ter doöd ver-
oordeeld. -279. Kömft van zyn Gezanten
in Amboina om een boete in te zamelen,
en zyn eifch.op.Hit.os. 2^9< 279? ■V.ejricb--.
ting zyner Gezanten in. Amboina. 279,:a8o;
Zyn fchatting hidr met Sagoe voldaan. En
de ontbodene Ternataanen geflyfd, om niet
te vertreklten. 280.. Madjira's en Hbamza
’ s vuile aanflagen breken uit. 280. Kaitsjili
Sibori herwintGorontalo, ep Hbamza geeft
de Heer de Vlaming magt om zyne Tollen
te ontfangen. 23.1. ’ s Konings misnoegen
op Madjira\ en zyn dood. 281. Mandarsjab
negenentwintigße Koning hier« 281. De
Heer Seroyen gelicht, en vervangen door de
Heer van den Bogaarde, hier twaalfde
Landvoogd. 281. Nieuwe moeite met de
Ternataanen in Amboina, die eindelyk met
Madjira na Ternate gaan, daar hy den K o ning
v.eel wys maakt tot ons nadeel; ge-
volgen yan dien« 281, 283, 284. Den Ko-
ning belaft Hhamza ’ s fchulden te betalen,
00k alle de Ternataanen uit Amboina na
Ternate te zenden , en geeft ons de Chriße-
nen 'en Heidenen daar over. 284. Waar
over de Grooten hem afvallen, en verwer-
pen, Manilba verkiezen, en hem zelfs doen
de - vlugt by ons nemen, waar van na
Amboina kennis gegeven, en wat daar
op door de Heer Cos verricht werd. 28 ft
i * §0 ■ . > > a86.
Ternate. Madjira ’ s flingzen hgudel hier omirent
286. D e Heer de Vlaming met een
vloot hier, en zyne verrichtingen op Boe-
-ton en hier. 286, 287. Manilba raakt af *
en Calamatta verzoend zieh, dog Saldi wil
dit niet doem 288. .Hoe de Heer de Vlaming
hem begraven en verßerkt vind , en
Madjira ’ s atval hier, mitsgaders de Heer
de Vlamings ,?s verder bedryf hier omtrenr.
288. jfan Pais- aan *t verraad fchuldig,
288. Waar over de Heer de Vlaming zieh
verwonderd. 289, 290. , Moorden aan de
onze op Ceram bedreven.- 290. Vlaming ’s
voorzîgtigheit hier omirent. 290. Nieuwe
Stadhouder in Amboina. 290. Vlaming vind
goed alle de Nagelen uit te roejen, ontbied
den Koning na Amboina, vertrekken za-
men na Batavia, alwaar die Vorß een ver-
bond met ops maakt over de Nagel-ultroe-
jin g , en afichäffing der Stadhouders, en
vertrokken toen weêr na Amboina., 291,
292, 294. Hun komß öp Boeton, Boero,
daar fmadeiyk' bejegend zynde, Vlaming
alles verderfr, en hoord dat Saidi in Am boina
was, en ’ t verdere van Madjira'’ s
fchelmßukken. 29y, 296. Vlaming ’ s ver-
dere verrichtingen op^Caieli , Locki , & c .,
zend Mandarsjab na Ternate, en' breeg bericht
Van de Sergeants vrouw van Ambläüw.
296. Vlaming veroverd L o c k i, wat daar
verder voorviel , en Madjira vlugt na Ma-
caflar, zyne verrichting, en verder die van
Saidi en Calamatta. 298, 299. Calamatta
Koning 4 er Muiters* waar op de Vlaming
na.de Xoela’ s gaat, en zyne verrichting al-
daar. 300, 301. Terbile daar gevangen, en
onthalß. 1300, 301. Macaflar wapend zieh
tegen ons. 301. Calamatta verzoend zieh
met eenige andere weêr met ons« 303.
’ t Eiland Meau veroverd,. en van zyne N a gelen
gezuiverd. 304« De Macafläarfche
vloot in Amboina. ,304. D e dood van
twee Hoofd-muiters. 304. De Heer Huflaar
t dertiende Landvoogd hier. 304. En
Vlaming’ s bevinding in de X o e la ’s. 304,
3oy. I'laming befluit den oorlog tegen T i-
dore, zpen-fchrift ten voordeele der Gilo-
iofehe Muiters, en reden van dien oorlog.
306.. Mandarsjab ’ s Huwelyk met een Frin-
ces van Tidore aii§ekeurd.. 306.
na ÄmboinarV 'röeid al ne Nagelen op
Batsjan en Motir uit, en gaat na Batavia,
belaßende op Tidore te rooven. 307: Z y n
: verrichting op Boeton, Macaflar, en Batavia,
en zyn te rug-reize. 308/309. Cos na
de Papoefche eilanden. .309. Dapper/j eit
van twee mannen in een Tinggang. 309.
Vlaming weêr in Amboina, zend Roos na
de Xoela’s ; en lißige handeling van den
Spaanfchen Landvoogd in Ternate. 310.
Vlaming maakt vrede met Tid ore , en met
de Kaßiliaanen. 311. Saidi weêr in Ami
boina, als 00k Mandarsjab. 311. Madjira
’ s . zußer doodgeflagen voor ’t Veroverde
Laala. 311. Koning A a li’s trouwe daad
op Boeton , by den' welken Vlaming en
Mandarsjab komen, en hunne verrichting.
312. Vlaming na Macaflar; de doocL
yan den Prins Patingalean, en tocht na
Batavia.'312. Roos na Bima. 312, 313. VJd-
ming *s te rug-komft, en zyne verrichting
op Macaflar, B oe ton , en ontmoet^feoo/,
en wat. hy hem belaft« 313, 314^- Tiboro
veroverd, .jg? 313«
Ternate« Vlaming na Tamboeko, en wat daar
voorviel j als 00k op Xoela. 314. Man-
darsjah na Amboina ontboden , zyn ge-
jv'vaar by Boèro door Calamatta ’s - nieuwen
i fa f v a l, en zyn komft, aan ’r Kafteél, ver-
worpen zynde van de zyne. 315-, 316. Vlaming
bied Calamatta vrede aan ; dog zyn
ftouten eifch. 317. Mandarsjab zyn Kroon
aan ons verplicht. 316. Saidi KPhing der
Cerammers gemaakt. 317. '-SSegale doet
veel quaad; dog werd gevahg'en , en gekrifti
317, 318. Vlaming ga^t-inet den Koning na
Ternate, zyne verrichtingen hier. 317, 318.
Groot voordeelcmoor de Vlaming aan de E.
Maatfchappy- gedaan... 318. Vlaming weér
na Amboina, eri krygt Saidi, den Hoofd-
muiter, gevarigen, dien hy dood. 3x9, 320.
Tegenipòed'der Macaflaaren in Amboina.
320.- D e Kelangers brengen Dagga ’ s hoofd
by ons. 329. Calamatta nog op Boero;
320, 322. En zyn verdere bedryven. 323,
SM) 32S' Vlaming na Boeton, en Macaf-
l ä r , eti zyne bevinding daar. 32Ò, 321..
Zend Roos na So lo r , en Keller na de Xoe-
’s ; :laat Van Outhoom op Teljabo , en
keerd weér na Boero. 222. Siechte vrede
van de Heef van deg Beek,met M acaflar.
322'. Den Kohirig-^van rGflöfoxge3 o S c i^ l| .
De Heèr' Simon Cos veertiende Landvoogd
hier.. 323. Hafi met ons verzoend, en zyn
broeder; ire. 324. Tieo gevangen , en na
Batavia. 324. Mandarsjab op Macaflar. 324.
De Heer Van Voorfl vyftiende Landvoogd
hier. 324. De Kaftiliaanen vertrekken uit
de Moluccos, &c. 32y. Tahoela aan Sai-
foddien gefchonken. 225*. Saifoddien en Man-
darsjah vyanden., 326. Macaflar ’ s Koning,
door oris overwonnen, moet veel landen
aan den Koning van Ternate weér geveri.
326. Mandarsjab trouw aan ons in den
Macaflaarfchen oorlog. 326. D e Heer
Speelman in de Moluccos. 326. De Heer
de Jong zeftiende Landvoogd hier, en vrede
tuflehen Ternate en Tidore. 316. De
Heer Verfpreet zeventiende LandvOögd hier.
326. Marfier, Ge^aghebber, en de Heer
branex achtiende Landvoogd hier. 326«
Bericht omtrent Mandarsjab uit twee brie-
ven, een van hem, en een van de Heer
Maatzuikert met veel .byzonderheden. 327-
29; Van Bcietön.'^fa. Bränd vàri dra
Berg Gammaconorre op Gilolo.' 334. Man-
I darsjab ’s verzoek omtrent die van Hoewa-
mohel afgeflagen. 332. D e Heer Francx
dood; en de Heer Corput negentiende Mo-
luks Landvoogd. 332; Mandarsjab ’ s dood,
en kinderen. 333. Kaitsjili Siboriy o f Prins.
Amßerdam, dertigfte K oning van Ternate,
en befchreven. 333, 334. De Heer Corput
’s dood ; de Heer de Gbein Gezaghebber.
333. De Heer Hellemans Commiflàris , en
de Heer Hartbouwer twintigfle Landvoogd
hier. 333. dog overleden. De Heer de
Ghein weér Gezaghebber. 333. D e Heer
Hur dt Commiflaris hier. 333. De Heer
Padbrugge eenentwintigfte Landvoögd hier.
334. Zyne vriendfehap in ’t eerft met Ko-
riing Amfterdam, en verdere gevallen met
dien Vorft, en des zelfs wreedheit tegen
zyne vrouwen. 335*, 336. ’ s Konings befluit
om al ‘de Holländers te vertrioorden.
336. ’’ Zend Pati Lima ten dien einde na
Amboina, waar in Hajfan Soeleiman me-
depligtig-; dog waar op Pati Lima gevangen
genomen, en geftraft is. 337,
Ternate. De Koning recht een thaaltyd iß
T ernate aan, met voornemen om de voor^-
naamfte Holländers te vermoorden , dat
door de - Heer Padbrugge Verydeld werd.
338. Waar op dien V örft de vlugt neemdmel
de Ternataanen, uitgenomen drie Grooteti
die by ons komen, en na Batavia gezouden
werden. 34t, 342. Wat de Princes Gamma
Lamma doet , en des Landvoogds verrichting
hier bp. 342. Den oorlog van
Boero hier ;uit ontftaan. 343. Brief des
Konings aan^die van Mangiridanao. 344.
Hy werd van zyn eigen volk verraden,
door de Heer Padbrugge in ‘t leven behou-
detr, en gevangen genomen door ons, 24fi
De Heer Padbrugge met een. vloot na Ma»
nado ; ziet een Steert-ßer, en zyne verrtch-
ting hier met die van Gorontalo, die hy
overwint, 347^ 348. en verdere gevolgeri
van dien yoor hen, en Limbotto. - Sware
Slang- door de onze gegeten. 348. Den
Koning verließ zyn vry-rècht, en werd met
zyn Koningin na Batavia gezonden. 348i
D e Princeflen Gamma Lamma, MauUnda,
en den Prins Amflerdam, benevens den Ko ning
en Kpningini befchreven. 248, 349.
Den Koning en Koningin wel ontfangen
op Batavia ; dog riü hiaar TitBlàir ’Koriing;
Dfe:\Hëër Padbrugge üomminaris' der
drie Ooßerfche Provintien. 35-0. De Heer
Lobs tweeentwintigße Landvoogd der M o -
lücfos. 3 yi. De Koningin krygt een Prins,
die n a ’ t vieren van Zyn geboorte ßerft. 2 y i.
Voorzorge der Koningin. tegen des Konings
moord-zucht Omtrent zyne vrouwen; 352.
Z yn flegten yver voor zyn Godsdieriß'; 342.
Den Koning en Grooten met een jaarlykzê
fomme begunßigd, en twaalf Ryks-raaden.
verkoren , op. nieuwe yoorwaarden des
Ryks nu. 35-3. Den Koning woond de
Heer Speelman ’ s begraveriis byv 35-3. Laft
harcr Edelheden omtrent ’ s Konings moeje-
lykheden met Saifoddien; en den Koning
op nienws begunßigd. 373. D e Heer Tbini
drieentwintigße Landvoogd hier. 35*4, Z yn
aängieren op Japare, Batsjan, komß hier;
en zyne regeering, en ’ t misnoegen vari zyn
Tweed e, en al het voorgevallene dàar omtrent.
D e Heer Thim *s gravé
misflagen in ’t aanhoiiden. der fchepen in
Ternate. 337« 338- De TTëérdë' f f i f c fm -
mifläris der drie Ooßerfche Provintien , eri
zyne verrichting hier. 35-8, 3^9. D e Heer
Cops vierentwintigße Landvoogd hieri 35-82
De Heer Thim, en twee Preaikariten bui-
ten dienß na ’t vaderland gezonden; dog
hy, voor Schipper weêr uitkomendé, verließ
fchip, en leven. 359. Hoe ’ t met Du
Moulin, en Hoogeboom, ging 359, Koning
Amflerdam ’ s dood, en ’t Ryk eenige'tyd
door de Grooten beßierd. 359« Bafting
Landvoogd, dog overleden al bevorens. 35-9*
De Heer Buis Gezaghebber. 359. De Heer
van der Duin vyfentwintigße Landvoogd;
359. Tolucco eenendertigße Koriing*hier,
befchreven, nevens zyn Koningin, en kin*
deren. 360-362. De Princes ten Huwelyk
verzogt van den Koning van Tidore, en
van den Prins van Mangindanao. 362-364.
’ s Konings Paleis, wacht , bedienden, ryk--
dom, zyn recht van leven en dood. 36C,
D e Heer Le Sage zeseritwintigße Lan#1
voogd, zyn dood, en de Heer Roofelfldr,
eerft • Gezaghebber ,- en zevenentwiotigße
Landvoogd hier. 365. Moejelykheden tuf-
fchen de Koning vanTidore en Tomate. 26 f.■
O o o 2 Ter*