
3 9 4 M O h ü K
ziekten te huis bezogt) door yverige fintkin-
gen mögt worden te rug gehoaden. Dit
zelve is goed gekeurt, en vaft gefielt, tegens
deezen aanftaanden Woonsdag. De Agt-
bare Heer, Jacobus de Geitt, voorftellen-
de, om van zyn Ouderlingfchap ontftaging
te mögen erlangen, welk voor fiel {alzo zyn
Eerw. nu over weinige dagen tot opper-
GezaghebbCr is gekozen, en bevefiigt)
voor billyk gekeurt, en waar op verder
gerefolvcert is, dat de Celebratie des H.
Avondmaals moefie op aanßaanden Sondag
de gemeente worden bekent gemaakt, om op
den zzften September te Worden geviert.
JVegens de by naar uitgeftorvene leden dezer
Raadsvergadering, als tegenwoordig alleen
uit twee Diaconen ( zander een eenig Ou-
derling) beftaande, heb ik den Broederen
in bedenking gègeven, of zy geen floffe zou-
den können uitvinden, om dit gebrekkelyk
getal te vervullen, waar op na voorgaande
beraadfiaging, en Nominatié, beroepen zyn j
tot Ouderlingen, de Diaken, Anthony
Kramers, opper-Chirurgyn, Alexander
Ougelby, Sergeant, Jöhan Lopes, Inlander
Ouder-
lingcn,
en Dìa-
kenen,
ycrkoren.
, tot Diaken, en br. Dirk de Ghéiñ,
Winkelier, Carel Samine, Sergeant, die
alie, na dat ze hun beroep aangenomen
¿adden, en bun drie Proclamatien voor de
gemeente o f gekündigt waren, pp den izften
September in het zelve zyn bevefiigt. Op
den i y den heb ik twaalf kinderen, enden
soften September een bejaarde gedoopt,
hebbende zederd den i f den en zzftcn September
zeven malen gepredikt. Den 2 3 ^
Op Tidore heb ik aangefproken den Cor- 1675.
por aal, die hier met vier Soldaaten ge- Staat op
flaatft is, van Welke een ’s maandelyks, Tidore.
om zyn voorleztng, met vy f Schellingen
beloont is\ dog dees betaling ( zo hy ver-
melt ) ophoudende, zo houd ook de Gods-
dienft op.
Dp Manado heb ik vyftien dagen ver- Staat op
toeft , en zes malen den Predik* dienft nado*
bedient, als ook de fchool, Catechizatien,
en bedieningei» des Doops, waar door ik
zeftien kinderen de gemeente ingelyft beb.
ln de fchoole zyn v yf en rwintig fchòol-
kinderen verfebenen, van welken de mee-
ften in de meefte gronden des Geloofs, in
de leeskunde redelyk wel onderwezen, en
onder de bejaarden twee en twintig vrou4-
wen, en twee mans-perzoonen gevonden
zyn , die nevens al de Gebeden, ook de
Aldegonde, en alle de andere Vragen van
buiten geleert hadden. Zo nu en dan heb
ik in de week de Gebeden met eenige ver-
maan- en onder wys -redenen voor deze tedero
gemeente voor gefielt, als. oorbaar agtende,
dat men meer fttgtinge, hier mede tewpge
brengt, als met uitleggingen van diepzinnige
Texten, of met Piredikätien, die als met
ftapels van fchriftuur-plaatzen zyn opge-
propt, Welke voor waar te hoogzwevende voor
dezen läge verftanden zyn. Ik hebbe ook
«nderzoek gedaan onder de Militairen, dog
niemand gevonden , die oit deelagttg geweeft
is aan het Sacrament des H. Nachtsmaals,
ofte eenige genegentbeit daar toe lief blyken.
Door de overvloedige boom-dranken, zynde
de nugtere welleventheit niet weinig nadee-
lig, en op die gevaarlyke Saguweer-ftroo-
men , ly den dikwils het ver ft and, ¿¿r,
gezontheit, tydelyke, en eeuwige voordelen
een fchadelyke fchipbreuk. Wenfchelyk waar
,t , zo de Overigheit alhier geliefde te
waken tegen de ydele misbruiken van den
H. Name Gods, om welke God alles
heift gemaakt, en daarom behoorde de
Godslafter geftraft met de dood, en de
lafteraar, volgens de kerkelyke regten
{eer by verzoend met de kerk) eenige, of
zes weeken, met een ftrop om den hals
voor de kerk-deuren gefielt. Van de Negry
heb ik met Communicatie, aan den E.
Heer Gezaghebber de E. vergadering
weder laten beieggen, \n welke ik met broe-
derlyke handtaftinge de nteuw-beveftigden
verweilekomt, den zeegen des Heeren toe-1
gewenfcbt , feffie verleent, en de namen
der nieuwe aangenomen Ledematen bekent
gemaakt beb. De Diakenen deden reeke-
ning der ármen-gelden, de Kirank-beZoe-
ker, Pieter de Haas , hebbe geinjungeert,
des voor- en agter-middags , een half nur te
employeren, tot onderwyzing des nieuw-
beampten Maleitfchen Schoolmeefters, als
niet zeer zangkundig zynde, de Schoolmeefter,
Domingos Piris, leverde aan de
vergadering een zeker Requeft over,
waar in hy verzoekt in zyn dienft op Maleyo
te cohtinueren j de E. vergadering,
geen reden tot verandering uitvindende ,
blyft by haar voorige refolutie , en bebbe
den gemelden Heer, Jacob de Ghein, met
alle hertelyke dankbaarbeit, wegens zyn
goeden dienßen, van zyn O'üderlingfchap
De Maandag, Wöonsdag, en Vrydag-
fche Catechizatien, hier voor dezen over
twee jaren gebruikelyk, hebben nu over V jaar
al agter de bank gelegen, zynde in zetr ge-
ruimen tyd de fchoole niet geviiiteert.
Manado bee f t de grootfte helft van de
inwoonders ,nu al eenigen tydt ¿¿iChriften-
dom ombelft, dog de anderen zyn in get ale
tot over de honderd, van welken zommige
Heidenen zyn, en zommige ( ik en weet
niet door wiens oprokkeningen) door een dom-
men yver eenigzints gedreven werden lot
bet Moorfchdom * waarom ik voor noot-
zakelyk geagt heb onze behulpzame band
aan deze verdoolde zielen te hieden , hun
dagelyks latende vermanen, aanfpreken,
aanmoedigen, en zoodanige middelen aan-
hieden, die tòt de bekeering ben aangezet
hebben, welke door de zegen des Alder-
hoogftcn zo begunftigt zyn, dat ’emu in
de
N..
1675. de negentig (wiens namen by ons in ge-
ftbrifte zyn berußende) beloven zieh te
l faxen onderwyzen ' in de kennijfe des Gods-
\-ri dienfts, om tegens myn wederkomfi gereg-
' r-- tigt te zyn te ontfangen het verbond-zegel
van den H.. Doop,. en om te doen blyken
een teken van genegenheit en belofte. Op
den zoften dezer maand hebben honderd en
twee en vyftig.(¿¿ Holländers, ¿»anderen
uitgezondert) de MaleitfchePredikatie
ter kerke bygewoont, in welke op V voor-
heen gegane verzoek van de Princefle {die
mede nog Heidens is),enden Koning van
Manado, zynde haar volle Oom, hem tot
blyk van hooger eerbiedigheit, na haar boge
Koninklyke afkomft, in de zit-plaats de
eerfte rang vergunt., gelyk. ook met een
aan de boven ge melde negentig perzoonen
Een een Gebeds-plaats {afgefebeiden van de
Gebeds- anderen) ingeWilligd is, mitsdien't onmoge-
huis door jyfc js^ ^at de Manadifche Schoolmeefter,
ces/eu ^.Henrik Sybrantsz.,¿¿Maleitfche¿»Duit-
denKo- fche dagelykfcbe Gebeden, het lezen van
ning van derzelver Predicatien, met de dagelykfcbe
Manado Catechizatien ,aan ons en » Schoold< ienften. , kan
vergund. wwrnemen, zo ts hem, volgens order van
de E. Heer Commillaris, Daniel Helle-
mans, een onder-meefter, diens naam
Johannes Adamsz. van Tagulanda, en die
aldaar land- en taalkundig is , tot een hulpe
toegevoegd, gevende dit voor val van zaken
een goede hoop tot bekeeringe aan de afgelegenen,
dog aller eerfi aan de drie Negry en,
gelegen aan ’/ Fort Amfterdam, als Ans,
Bantik, ¿» Clabbat , wiens Dorpelingen
tot nog toe met gan/cher her ten de Alfoerize
Duivels-dienften aanhangen, fchoon zommige
onder hen geen andere kennis van 't
Chriftendom hebben, als alleenlyk, dat ze
met eenig uit er ly k doop-rwater zyn befprengt
geweeft door een Mixtifche leek, ofte
Spaanfche Paap. De omgelegene V.orften
voor dezer landen blyven met allen yver verzoe•
Chrifte- ken, dat ze zieh met een naauwe verbond-
nenhier ¡,and mögen verbinden aan de E. Com-
z^n' pagnie. Die van Tontoli ¿» Bool, uit
vreeze van den Mandarees, nog geen drie
jaren geleden, zyn de per fie aan ¿¿z¿For-
trelfe verfcheyen., als mede Parigi , die
{ zo men zegtXin naauwe bloed-vriendfcbap
aan ¡den Manadifchen Koning vermaag-
fchapt zyn, zelfs die van Toncoli hebben
nog voorleden fden July hun verzoek op
Manado vernieuwd, .en door hun twee
gezanten (¿¿» Hhoekom Doenfaja, en
Kaitsjili Coloja) ¿¿» Prince-vlag. van den
Over wat Lieutenant verzogt, en ontfangen. De
landende Koning van Cajeli, genaamd Jala, Wiens
Koning landeryen omtrent veertien dagen fchep-
Y?1} pens van Manado leggen {gelovendé op zyne
heerfcht. wyze aan de leere Mohhammeds) heerfebt
over de plaatzen Waeiän, Cajeli, Tabáli,
en andere {voor tegenwoordig niet tioemende
4t memifi der AlfpereK Dorpcn, fitanle
Ì 9 S
onder zyne Koninklyke heerfchappy)
zynde hy Jala eerfi in twifi , daar na in
oorlog get reden, met zyne onderdanen vatk-
het dorp Paloe, gelegen midden in Celebes:
agter bet zelve Cajeli, om welken oorlog te
beter uit te voeren hy de huip der Manda-
rezen heeft, zoeken uit te köpen, met de
giften van zeven Slaven, en zeven Theil
Gouds. Nu onlangs heeft hy den Man-
daarfchen Koning daar weder over aangefproken,
dog genige hulp-beloften van den
zelven können erlangen. Deze Koning
Jala heeft by toeval op voorleden September
in de Negry Bool { 'gelegen op Celebes,
tuffchen Tontoli, en Caudipan) ¿¿»Manadifchen
Capitain, Hieronimo d’Arras
ontmoet, van wien hy op zyn veelvoudige
yverige verzoek-bede, ¿¿» Prince-vlag heeft
genoten,, tot een teken van dat hy over twee
maanden op - Manado, met zyn ganfehe
iüite wil overkomen , om de E. E. Compagnie
tot zyn befcherm-heer te erkennen,
j en verbonden met de Zelve in te gäan,
' V welke hy alles aan dezen gemelden Capitain
heeft beloofd, en ook zyn belofte met
duure eeden, en ceremonien, op zyn
lands wyze {naar't Heidendom fmakende)
bevefiigtblykende uit deze töefiel, hoe,
na ’/ overheeren van den MaccaiTaarfchen
land-aart, bet vuur der oorlogen in veele
kleiner Koninkryken begint te fmeulen, tot
het welke mogelyk de Raad, ofzenuwloze
magt, van de hooge Macafläarfche Ryks-
ftanden {niet magtig zyn om dat uit te
bluffen) met eenen de wilde aart dier Volkeren
{de regeer-teugel van hunne minder-
heerfefbers ligt losbrekende ) dreigen over- , en
in het fpoor van alle ongebondenheden uit te
Jlaan, als ongewoon hun holzen te vlyen
onder bet regeer-jok, welke door de wapenen
van een magtiger (als de E. Compagnie)
ten onder gebragt zyn.
De Gorontaalders, en Limbötters,
\ blyven by hun voorig-verzoek, dat'zy ze~
dert de dood van Mandarsjah zo ernftig
door hunne gezanten hebben aangedrongen,
zeggende, dat zy niet willen ft aan, onder
de Ternataanfche Kroon, die met roof
en bloed hunner landslieden bezoedelt is, ja
hebben, om de dwinglandy der zelve te
ftuiten, en ook uit vreeze voor den Mandarees
, een hooge fterkte opgeworpen, Zynde
de befaamde fchryver Majoeda, wel het
voornaamfie doelwit, daar de Goröntaal-
fche en Limbotfche afkeerigheit de pylen
van ziedende haat op uitfehiet, en om deze/
oorzaak hebben zy t'elkens door hun Ara-
bafladeurs, en door vele Princen ¿» Ne-
gryen, ( onder belofte van leven en dood by
de E. Compagnie op te zetten ) de fchuil-
en fchermhoede der zelve begeert': De
Koning van Caudipan, blyvende als hygen
na ’/ Chriftendom , heeft hier' toe eene
zyner bloed-vrienden by de, Holländers op
P d d 2, Ma-
Die van
Goronta»
lo , en
Lingotto
Wen-
íchen de
E. Maat-
ichappy
tot be-
Tcherm-
heer .en
Chriflea
te werden.