C 4 3
‘ 4 v I
d e , des Mcnfchcn T o n g ftreelen en ’ t Hart
verkwikken , maar ook op velerley w y z e ge-
fto ö fi.o f gebraden werdende, voor zeer vele
Menichen tot een fmakelyk en gezond voed-
zel v e rilrckke ii, dat van de meefte van de
gemelde buitenlandfche Vrugten niet gezeg t
• kan worden.
5 IX.
Maar om in ’ t beknopt aan te tonen, waar
toe deze Beichryvinge en Afbeeldingen der
A ppe ls en Peeren in ’ t bezonder grotelyks
kunnen dienen, zo heeft men maar le letten
op de volgende dingen :
1. Dat men daar door weten kan, welke
Appels o iP e e ren onder verfchillige Benamin-
gen een en dezelve zoort z y n : W y hebben
tot dien einde de verfchülige Namen by een
g e v o e g t, voor zo ver w y die hier te Lande
(met veele m o e ite , correspondentie en
■ koften) hebben kunnen ontdekken.
2. Dat men dus door een vreemde Bena-
minge niet ralsleid kan w orden, om een zoort
van Vrugt te bekomen, o f te begeeren, die
ons onder een ander Benaming dikwils be-
kcnt genoeg is , en die men zomwylen reeds
, in zyn T u in h e e f t : O f die veeltyds maar cen
g em en e ile g te Vrugt zyn kan.
3. D at men een zoort van A fp e l o iP e c r ,
die ons onbekent is , daar door kan leren kenn
en , van andere onderlcheiden, en by haar
regte naam noemefi.
4. Dat we daar uit gewaar wo rden , dat
er op verre na 20 veel verfchillige goede
zoorten niet gevonden worden, als men ver-
fchiliigeBenamingen hoord, o f in zommige
Autheuren en L y ften gemeld vind, want
daar komt.maar zeer zelden een n ieuw e , g o e de
en waardige uit ’ t Zaad voort.
Dat men uit de Belchryvingen weten
k a n , w elke de befte, middelmatige, o f gering-
f te Z o o r t e n , en dus waardig o f minder waar-
dig z y n , in een goede en aanzienlyke T u in
geplant te worden: Hoewel de ondervinding
le e r t , dat de verkiezing in dezen ze e r ver-
fchillig is : Latende w y daar 'in elk een zyn
volle vryheid.
6. Dat men daar door weten k an , welke
Z o o r te in deze o f g en eL u g tftr e e k , ofStand-
plaats, ’ t beft tieren en goede Vrugten voort-
brengen wil. En meer andere.
g. X.
A ls men derhalven een^/>/ie/ofTee>-heeft,
Wiens Naam ons onbekent i s , zo heeft men
maar de A fb e e ld in g en , en teffenS’deBefchry-
vinge na te z ie n , en de Vrugt b y de eene o f
andere te ve rg e lyk en, Zo zal men dezelve
we l haaft ontdekken: W a a r b y nogtans de
volgende dingen aan te merken fta an ;
I. Dat
I. Dat de Gedaante en de Koleur wel ’ t
voornaamfte kenmerk is van de zo o r t , maar
dat men tot dien einde een volwasfene Vrugt
van de Boom verkiezen o f hebben moet ,
Vermits ’ er op een zelfde Boom dikwils V ru g ten
van verfchillige Gedaante g ro e ijen ; Edog
men bevind, dat de volwasfene aityt nagenoeg
in haar weezen met de natuurlyke gedaante
overeenkomen, zo dat men de overige voor
mismaakte o f onvolkomene Houden moet.
2. Aangaande d eK o leu r , dezelve kan dik-
wils min o f meer verfchillen; ’ t w elk a f hangt
■van’ tEnd-plantzoen; van de goede o f kwade
gefteldheid des G ronds; van Z on -ryke Jaren;
o f naar dat de V rugt meer o f min op d e Z o n
hangt, enz.
3. D e grootheid der Vrugten kan ook zeer
verfchillen, werdende groter o f kleiner, 20
we l op dezelfde Boom als ook in verfchilli-
g e Stand plaatzen en Jaren, ’ t welk afhangt
van de meer o f minder aandoening van de
Z o n ; goede o f kwade gefteldheid des Gronds;
van ’ t Climaat; van een m e e ro f minder Vrugt-
baaren gunftig JaarTaifben; van ’ tEnt-plan-
iö e n ; en van de hoeveelheid der Vrugten
die de Boom o f T a k te voedcn h e e ft : Edog
men bevind, dat hoe groot o f klein een vol-
wasfin V rugt ook gegroeit z y , dezelve nog-
tans aityt haar natuurlyke ingeboorne gedaante
behoud.
4. Op de Smaak der zoort kan men niet
aityt ftaat maken, want deze kan verfchil-
. le n , en v erhevener, o f minder z y n , naar dat ■
de zoort in verfchillige Gronden en Standplaatzen
gegroeit i s : Bevindende men dit
onderfcheid meeft aan de Franfche V ru g ten
, inzonderheid Pe er en, als z e geen voor-
deelige Grond en Stand-plaats hebben. In-
voegen dat de gedaante benevens de K o leur
de zeekerfte Kenteikens der zoorten zyn.
W a a r by men verder de tyd van rypwor-
ding voegen kan en moet; Verftaande hier
door de tyd wanneer de Vrugten eetbaar
zy r i, ’ t z y van de B o om , geiyk de Zomer-
V ru g ten , o f na d a t z e geplukt z y n d e , wat
gelegen hebben, geiyk de Herfft- en W in -
ter-Vrugten.
S- XI.
Aangaande de Cuituur ¿ex Appel- en Peerboomen,
die is ze e r bekent, en men vind
daar van by andere genoegzaam b e r ig t, heb-
b en dew y ook een ander W e r k on'derweegs,
waar in w y de Cultuur van deze en alle andere
Vrugt-boomenbreedvoerigverhandelen;
Hier hebben w y alleen ons werk gemaakt,
■om de zoorten der Appels en Peeren t’ ont-
warren, en aan de Liefhebbers voor Oogen
te ftellen; Durvende dezelve verzekeren,
dat w y alle mogelyke moeite gedaan hebben
B om